GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Binnenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Binnenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ct-mrale Diacouale Confer ntle.

Verslag van de 5de samenkomst van Diakenen, gehouden te Utrecht 15 September jl, in het kerkgebouw der Gereiorm. kerk A.

Tegenwoordig zijn van het Comité de Br. B. J. Lindeboom, voorz, G-Struijk Cz.j 2de voorzitt. en C. F. Von Meyenfeldt, 2de secretaris-penningmeester. Br. Van der Linde is door ongesteldheid verhinderd, terwijl de ie secret. Br. H. Swagerman Dz. eerst in den namiddag ter vergadering komt. Voorts zijn aanwezig Prof. De Cock, 91 broeders afgevaardigden, vertegenwoordigende 68 kerken, alsmede een aantal belangstellenden, waaronder leeraren, ouderlingen en vele diakenen. ^

Br. Von Meyenfeldt neemt het secretariaat ­ waar. Na het zingen van Ps. 68 : 3 en 17 d^/or de vergadering, opeat de vooiziticr de Conferentie met het lezen van 2 Cor. 8 en gebed.

Vervolgens worden de notulen der vorige vergadering, te Arnhem gehouden, door den secretaris gelezen, en door de aanwezigen goedgekeurd, waarna de voorzitter een hartelijke welkomstgroet tot de broeders richt. Nu woidt door Ds Impeta van Alphen aan den Rijn de toegezegde lezing gehouden over »de Diaken in de Gereformeerde Kerken'', waarin Z.Eerw. op zeer boeiende en onderhoudende wijze eene beschouwing geeft over de verschillende opvattingen van het Diakenambt buiten de Gereformeerde Kerk, en op interessante wijze schetst, hoe o. a. de Roomsche Kerk dit ambt opvat, om nader uiteen te zetten, wat eigenlijk het ambt in de Geref. Kerk beteekent.

Is de beschouwing van hetzelve daar anders , dan in die anderen kerkengroepen, is daar het Diaconaat beter, en is de Diaken daar waarlijk Diaken?

Het eerste beantwoordt spreker met een volmondig: Ja, en als antwoord op de laatste vraag zal ieder wel met ootmoed des harten te belijden hebben: »niet dat ik het airede verkregen heb'', maar ei ook gaarne bijvoegen; »ik jaag er naar, of ik het ook grijpen mocht.'' Voorzitter dankt referent voor het door hem geleverde, dat kennelijk met onverdeeld genoegen was aangehoord. Een kort debat naar aanleiding van het voorgedragene volgt, waarna de vergadering den wensch uit, het referaat in druk te mogen hebben. Us. Impeta is hiertoe bereid, en slaat het manuscript aan het Comité af.

De voorzitter stelt nu punt 2 van het agendum aan de orde: Ligt werkverschaffing op den weg der Diaconie, en wat moet zij doen om te voorkomen, dat het particuHer initiatief worde benadeeld? Door de Amsterdamsche deputaten Haaksma en Van Schaick wordt ten krachtigste betoogd, dat werkverschaffing niet ligt op den weg der Diaconie, terwijl door den afgevaardigde van Beverwijk beweerd wordt, dat in sommige gevallen de Diaconie wel als zoodanig, mag optreden. De gedachten der broederen loopen nog al uiteen; toch kan de vergadering zich vereenigen methet advies van Prof. De Cock, dat de Diaconie als zoodanig geene roeping heeft, en wordt de door Br. Haaksma voorgestelde resolutie aangenomen, dat men als beginsel uitspreke: »Geene Diaconie trede als werkgeefster op."

Punt 3: »Is de Diaconie geroepen onderstand te verleenen aan het gezin, dat in behoefte verkeert, uit oorzaak de man vrijwillig aan werkstaking deelgenomen heeft? wordt door Br. Blankenberg van Amsterdam ingeleid, welke mededeelt dat een zoodanig geval van vrijwillige werkstaking zich onlangs in de hoofdstad heeft voorgedaan, en daarom eenige broedera het wenschelijk achtten deze vraag op het agendum te plaatsen, ten einde het oordcel

der Conferentie in te winnen. Levendig wordt over deze vraag gediscussieerd en loepen de meeningen weder zeer uiteen. Sommigen zijn beslist tegen alle werkstakingen, hetzij gedwongene hetzij vrijwillige, bewerende dat elke werkstaking door Gods Woord veroordeeld is, en de vrucht van de meer en meer veldwinnende revolutionaire wanbegrippen, die ook, helaas! bij Christenen ingang vinden. Anderen zijn van meening, dat niet alle werkstaking veroordeeld mag worden, en zij in sommige gevallen wel degelijk geoorloofd is, hierbij voorbeelden uit het practische leven aanvoerende, die het volle licht op vele maatschappelijke toestanden en wanverhoudingen werpen. Een der Amsterd. afgevaardigden stelt voor het sociale vraagstuk te laten rusten omdat de oplossing daarvan niet op onzen weg ligt, en al kan de vraag in punt 3 gesteld, toestemmend beantwoord worden, laat ons voorzichtig zijn elk concreet geval op zichzelf beoordeelen. Dit voorstel neemt de Conferentie als resolutie aan.

Punt 4 over de rechte wijze van weezenverzorging, respectivelijk door Harlingen, Beverwijk en Amsterdam op het agendum geplaatst, gaf mede aanleiding tot levendig debat, aanstonds blijkt, dat men beslist tegen z.g. weeshuizen, zoo plaatselijke als provinciale, is die, om de treurige ervaring, door dergelijke verpleging verkregen, ten sterkste worden afgekeurd. Liefst zag men de verpleging in het gezin aangenomen, wat natuurlijk voor kleine gemeenten de aangewezen weg is, terv/ijl deze ook als basis voor groote gemeenten moet dienen, doch op ondervonden practische bezwaren lettende, zag men gaarne voor groote gemeenten het paviljoenstelsel gehuldigd, indien althans de finantieele krachten zulks toelaten. In dien geest wordt eene resolutie gesteld en door de vergadering aangenomen.

Over punt S om een meer organisch verband in het leven te roepen tusschen de diaconieën eenerzijds, en gestichten van barmhartigheid als Veldvvijk, 's-Heercnloo, Effatha, Eudokia en anderen, was het gevoelen der vergadering eenstemmig, en wel, men worde zoowel in privé, als qua Diaconie lid en trachtte afdeelingen in het leven te roepen, die de belangen van dergelijke stichtingen voorstaan en bevorderen.

Omtrent de vraag in punt 6 of het gewettigd is buiten weduwen en weezen, ook andere leden der gemeente te steunen, werd naar de notulen eener vorige Conferentie verwezen, waar deze vraag uitvoerig behandeld was en toen uitgesproken werd, dat, wanneer men van de meening uitgaat, alleen weduwen en weezen steun te, bieden, men zeer onbijbelsch en ongereformeerd denkt en het in practijk brengende, handelt, daar het toch in Gods Woord duidelijk aangetoond wordt, dat niet slechts weduwen en weezen, maar alle armen der gemeente aanspraak op ondersteuning hebben. Aangaande punt 7, of het de roeping der Diaconie is de zorg voor geneeskundige behandeling verder uit te strekken dan tot hen, die door haar onderstand wordt verleend, was de vergadering van oordeel, dat dit zeer zeker hare roeping is, terwijl breedvoerig gesproken wordt over de middelen bedoeld in punt 8 hoe Diakenen hebben te handelen, wanneer bij het heerschen van besmettelijke ziekten, de Diaconale kas ontoereikend blijft om genoegzame hulp te bieden. Een der Harlingsche afgevaardigden leidde dit punt in, en was van oordeel dat men alles moest inspannen om zichzelf te helpen, en zoo de krachten tekort schoten dan de gemeente en vooral de meer gegoeden op te wekken de Diaconie in deze krachtig bij te staan. De vergadering kon tegen dit advies weinig inbrengen en nam daarom punt 9 in behandeling »hoe moet door eene iJiaconie worden gehandeld, die een of meer krankzinnigen in een gesticht moet laten verplegen, maar wier inkomsten niet toereikend zijn om in de kosten daarvan te voorzien? " Het wordt door Br. v. d. Woude van Zwartsluis ingeleid, die van een geval in zijne gemeente mededeeling doet. Na eenige bespreking geeft de Conferentie gezegden broeder den raad, om, indien stad of provincie geene subsidie verkenen, alsdan te trachten, een provinciaal suppletiefonds op te richten, waaruit men de kosten weet te bestrijden, die aan dergelijke verpleging verbonden is; echter raadt Prof. de Cock aan, eerst de noodige stappen bij stad en provincie te doen, om zich in deze van subsidie te verzekeren.

Zoowel ter wille van den vervlogen tijd (de vergadering had van 10 uur voormiddags tot 5 uur namiddags, en na den maaltijd van 6 uur tot bijna 8 uur geduurd) als omdat de vragende Diaconie van Leiden reeds huiswaarts gekeerd was, werden de punten lo en 11 niet in behandeling genomen.

Aan den aanvang der namiddag^itting was een deel van den tijd besteed aan de bespreking der comitévragen: Zal de Centrale Dia conale Conferentie worden bestendigd, of acht men provinciale of klassikale Conferentiën meer gewenscht? en het eerste aangenomen zijnde bepale men tijd en plaats voor de zesde samenkomst. Besloten wordt ook op advies van Prof. De Cock de Conferentie als Centrale te handhaven, en het volgend jaar, zoo God wil, te vergaderen te Zwolle, omstreeks op gelijken tijd als nu, met inachtneming van de gewone marktdagen.

De brqeders Lmdeboom, Von Meyeöfeldt en V. d. Linden, aan de beurt van aftreding b zijnde, worden met ongeveer alle stemmen herbenoemd, terwijl de Conferentie oordeelde het comité met twee leden te moeten versterken, waartoe zij verkoos de broeders W. Haaksma en W. H. van Schaick, beiden van Amsterdam.

Na een hartelijk woord van dank aan Kerkeraad en Diaconie, zoomede aan de gemeente van Utrecht, die zoo welwillend de conferentie plaats bereidden als ook aan de afgevaardigden en belangstellenden, die van verre en van nabij gekomen waren, om diaconale belangen met elkander te bespreken, voorts aan Prof. De Cock, die andermaal de vergadering met zijne gev/aardeerde advitzen heeft willen dienen, en bovenal aan den Heere God, die kracht^en hulp had verleend deze samenkomst te beëindigen, sloot de voorzitter de vergadering, en ging Prof. De Cock in gebed en dankzegging voor.

Namens het Comité,

C. F. VON MEYENFELDT, 2 e Secr,

Amsterdam, September 1892.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 oktober 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Binnenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 oktober 1892

De Heraut | 4 Pagina's