GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door helpen geholpen.

IV.

THUIS EN UIT.

We keeren nu terug tot den oudejaarsavond, waarop we de weduwe het eerst ontmoetten, terwijl zij zat te naaien en haar kinderen reeds te bed lagen.

Een poos had de vrouw ijverig voortgewerkt, toen zij gestoord werd door een gekreun, dat uit het vertrekje naast de kamer kwam. Zij haastte zich naast het vertrekje, waar haar jongste kind, het knaapje lag en vroeg:

»Scheelt er wat aan, Karel? " »o Moe, mijn arm doet weer zoo zeer, " was het antwoord.

De moeder zuchtte. Zij wist hoe het kwam. Vóór veertien dagen was Karel, toen hij van de straat kwam, waar de sneeuw dik lag, en hij op den houten vloer stapte, gevallen, wijl de sneeuw die nog aan zijn schoenen zM, hem deed uitglijden. Met hevige pijn aan den arm was hij opgestaan, 't Zou wel overgaan, dacht men. Maar het ging niet over; de arm werd dik, Karel kreeg de koorts en eindelijk moest de dokter komen en de kleine jongen in bed blijven. Nu, hij leed het geduldig en klaagde bijna nooit, schoon hij veel pijn had. Wel was na een week de arm wat beginnen te beteren, maar de koorts kwam nog telkens terug en tegelijk ook de pijn. Daarbij was de arme jongen in enkele dagen heel zwak geworden en zoo stond moeder telkens met bezorgdheid bij zijn bed, en dacht: «Zou ik hem we behouden ? "

Zij legde haar jongen eens gemakkelijk in de kussens en wachtte tot hij weer was ingesluimerd. Toen wilde zij weer aan haar naaiwerk gaan. Doch toen zij het bed voorbijkwam waarin de beide meisjes lagen, zag zij wel hoe geen van hen sliep, en de jongste zelfs tranen in de oogen had.

Moeder wist heel best waarom en het deed haar pijn. De kinderen hadden sinds van morgen nog niets gegeten en 't was koud ook in de kamer, bij zulk weer en zoo weinig brandstof in de kachel. Zoo had zij he» maar allebei naar bed laten gaan, waar ze althans warm lagen en beloofd hen straks te zullen roepen, als het tijd was voor 't avondeten.

Maar die lijd viel den meisjes heel, heel lang. Zij begrepen niet waarom moeder de haverbrij niet nu maar al klaar maakte; ze hadden toch zoo'n honger! Ze wisten niet hoe moeder niets liever zou hebben gedaan, maar nog eerst het naaiwerk wou afmaken waaraan zij bezig was, en waarvoor zij hoopte nog geld te krijgen.

En zoo lagen dan de. kinderen te bed zonder te kunnen slapen — 't was ook nog zoo vroeg! — gedurig kijkende of het eten ook kwam, en telkens weer teleurgesteld, tot de een eindelijk de tranen in de oogen kreeg.

't Werd intusschen donker; de wind huilde door den schoorsteen en de sneeuw [kletterde tegen de vensterruiten. De weduwe beproefde nog wat te naaien, doch 'twas te donker.

sik zal nu maar mijn boodschappen doen, " sprak zij bij zich zelf, »zij moeten toch eten hebben, en de olie is ook op en Karel kan niet buiten wat versterkends. Waar moet ik 't an daan halen? "

Zij sloot de schrijftafel open en nam er een doosje uit, waarop met groote letters gekrabbeld stond: Spaarpot, 't Was die van den kleinen ongen, hij had het er zelf op geschreven.

Moeder deed het doosje open, terwijl haar de ranen in de oogen kwamen. Er lag tien gulden n; die had Karel op zijn verjaardag van den ominee gekregen en hij was er zoo blij mee n had gezegd, dat hij er moe wat moois voor oopen zou, en nu.... moest het uitgegeven orden voor olie, en meel en steenkolen!

»Het kan niet anders", sprak de weduwe einelijk zacht, sik zal 't er later wel weer in doen, ls mijn werk maar betaald is."

Zij nam het geld, fluisterde den meisjes toe, at zij even de deur uitging, maar dadelijk eerom kwam om het eten klaar te maken, en at zij op Karel moesten letten. Toen verliet ij haar woning en ging de straat op, waar de gure wind haar de sneeuw in het gezicht woei, en haast niemand was te zien.

DE AVONDSTER.

Het verblijdt ons dat vriend D. J. te K. voldaan heeft aan het verzoek van dett inzender en een antwoord geeft op de vraag hem gedaan omtrent de Avondster.

Hij schrijft ons dit:

»De geachte Redacteur van deze rubriek had de beleefdheid de beantwoording der vragen van P. M. K. te D. aan mij over te laten. Gaarne wil ik trachten diens bezwaren op te effen.

Het is den vrager niet duidelijk, dat Venus 's morgens na zonsopgang zichtbaar is. Maar dat is niet gezegd en 't kan ook niet; want immers zou de ster dan te zien zijn als de zon reeds eenige uren aan den hemel stond en dit is onmogelijk, omdat men over dag geen sterren iet.

De vrager schijnt voorts van meening te zijn, at als Venus 'savonds avondster is, zij den olgenden morgen weer morgenster is en dat e dus de zon in één nacht als 't ware voorbijnelt. Dit nu is verkeerd begrepen. Wèl snelt ze (om bij deze uitdrukking te blijven) de zon oorbij, maar dit gebeurt niet in één nacht. anneer de avondster haar grootsten afstand inks van de zon bereikt heeft, begint ze terug te loopen, dus naar de zon toe. Ongeveer drie eken na het begin van deze teruggaande beeging bereikt zij, wat men noemt, haar beneensten samenstand of conjunctie^ d. w. z. zij staat usschen de zon en de aarde in, zij keert ons aar onverlichte zijde toe en is dus voor ons nzichtbaar. Haar teruggaande beweging voortettende, komt onze ster aan de rechterzijde van de zon te staan; ze komt dan vóór de zon op n is dus alleen enkele uren in den morgen ichtbaar (omdat men bij den glans der - ...: , aar licht spoedig niet meer bemerkt); ze is tia.n orgenster. Drie weken na haar benedensten samenstand heeft ze haar grootsten afstand echts van de zon bereikt en begint dan eer in omgekeerde richting te loopen, tot ze — tien maanden na haar benedensten samenstand — de zon weer heeft ingehaald. Ze is dan in haar z.g. bovensten satnenstand oï conunctie., maar staat achter de zon, zoodat ze tegelijk met deze opkomt en ondergaat. Nu komt ze weer links van de zon te staan, wordt spoedig weder als avondster zichtbaar en blijft zich in oostelijke richting bewegen, tot ze opnieuw haar grootsten afstand links van de zon bereikt heeft. Dit geschiedt ongeveer negentien maanden nadat dit de vorige maal plaats had.

Nu lijkt deze schijnbare beweging heel \Teemd; ze is echter gemakkelijk te verklaren door een teekeningetje; maar daarvoor is in dit blad geen plaats.

Ik hoop, dat door deze mededèelingen de zaak aan onzen vrager duidelijk geworden zal zijn.

CORRESPONDENTIE.

A. v. A. te N. L. We zullen graag aan uw verzoek voldoen, maar kunnen uit de spelling of de schrijfwijs der namen niet begrijpen, welke bedoeld worden. Schrijf nog eens dtddelijk welke gij meent.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 februari 1894

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 februari 1894

De Heraut | 4 Pagina's