GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN STUKKEN.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie).

Mijnheer de Redacteur!

In de Heraut van 24 Juni j.l. vind ik onder den titel sAmerikaansche toestanden" een beschrijving van twee plechtigheden in de Dutch Reformed Church, die eene ernstige beschuldiging tegen genoemde kerk bevat.

Ik mag die beschuldiging niet onbeantwoord laten voorbijgaan. En daar ik de eer heb dienaar des Woords te zijn in de Gereformeerde kerk van Amerika, en haar als zoodanig voor een aantal jaren gediend heb, acht ik mij zelf niet geheel ongeschikt om over de zaak in quaestie te oordeelen. Te meer daar ik uitsluitend in het Oosten en Noorden werkzaam geweest ben, waar de vrijmetselarij zich sterk openbaart en dus met de toestanden der kerk aldaar wel bekend ben»

Met betrekking tot de eerste plechtigheid, die der inwijding eener kerk. Ik heb zulke eenen dienst eenige malen bijgewoond, en meermalen het verslag gelezen van zoodanige plechtigheid. Maar nimmer heb ik gezien of gehoord, dat vrijmetse-Jaars met den dienst dier plechtigheid iets te doen hadden, noch dat eenige onzer predikanten ooit den kansel moest deelen met deii kapelaan dier orde, of voor hem plaats maken. Ik durf zeggen, dat zoo iets in onze Reformed (Dutch) Church eene ongehoorde zaak is. Als het ooit heeit plaats gehad, hetgeen ik zeer betwijfel, was het eene groote uitzondering, misschien op eene afgelegen plaats.

Dat vrijmetselaars somtijds bijdragen tot het bouwen der kerken, ontken . ik niet; ook de wereld draagt bij en meermalen zeer belangrijke toelagen; maar dit geeft, noch de wereld, noch den vrijmetselaars eenige stem in de huishoudelijke zaken der kerk, allerminst in die der openbare eeredienst, waartoe de inwijding eener kerk behoort.

Met betrekking tot die andere plechtigheid, de begrafenis van een vrijmetselaar, vergun mij te antwoorden, dat de heer Holstein niet zeer op de hoogte schijnt te wezen, als hij beweert, dat zulk eene plechtigheid naar gewoonte in de kerk plaats heeft. Begrafenis-diensten in de kerken gijn eene gfoote uitzondering, ten minste in het Oosten. En waar die dienst der uitvaart, hetzij van vrijmetselaar of van eenig ander, in de kerk plaats heeft, is de predikant voorganger en geen ander. Jaren geleden heb ik een vrijmetselaar, lid onzer kerk, begraven. De heeren vrijmetselaars waren in groot aantal tegenwoordig en namen plaats in het gehoor. Zij droegen den doode in en uit het kerkgebouw. Maar de chaplain kwam niet aan het woord; noch werd zulks door hem verlangd. Op het kerkhof aangekomen, werd de lijkdienst der liturgy van de Reformed (Dutch) Church gelezen door den dienaar des Woords. Na het uitspreken der zegen heeft de chaplain der Orde de ritual van vrijmetselaren gelezen. Maar het laatste had niets te doen met den dienst der kerk.

Ik herhaal wat ik zooeven zeide, dat tooneelen zooals de heer Holstein de lezers van de ZTcraï^^ voorschildert, in de Reformed (Dutch) Church van Amerika, althans in het Oosten, gansch nieuw en onbekend zijn. Dat zulks in de kerken van liet Westen, die grootendeels uit Hollanders bestaan, zou voorkomen, acht ik voor het minst onmogelijk.

Waarom heeft de heer Holstein niet man en paard genoemd? Als hij zulks nog doen wil, zal de ondergeteekende het zich plicht en ee rekenen, zijn stem in ernstig protest op te heffen, tegen zulke vermenging van het Heilige met het onheilige.

Maar, waarom zoekt men de Reformed Church ­ of America, hier te lande zoo verdacht te maken ? Of schuilt er geene verdachtmaking in het boven aangehaald schrijven ? De beschuldiging is bijna uitsluitend tegen de kerken in het Oosten die Engelsch spreken, en het Hollandsch niet verstaan. De beschuldiging verschijnt in een Nederlandsch blad, dat maar weinig lezers heeft in het Oosten. Hoe kunnen die kerken zich ver­ ie dedigen tegen eene beschuldiging waarvan zij onkundig zijn? Waarom heeft de heer Holstein niet tegelijktijdig zijne beschuldiging in de Christian Intelligencer doen pjaatsen, het orgaan der Reformed (Dutch) Church in America? Dit ware ten minste ridderlijk geweest.

Waarom die verdachtmaking? Is de Reformed (Dutch) Church niet eene zuster der kerk waarvan de heer Holstein waarschijnlijk een lid is ? Is zij niet algemeen bekend in America voor hare gehechtheid en getrouwheid aan de Belijdenis der Gereformeerde kerken in Nederland en SchoÜand? Hebben hare predikanten niet zonder onderscheid de formulieren onderteekend vóór dat zij tot den dienst des Woords werden toegelaten ? Zijn de beide theologische scholen te New-Brunswick N. J. en te Holland Mich, niet bekend voor hunne strenge Calviniste onderwijzing en strekking ? Worden de ouderlingen, afgevaardigden der kerken tot de dassen, niet jaarlijks, op de voorjaars-vergadering der dassen, afgevraagd onder aanroeping van den Naam des Heeren, of hunne predikanten het Woord Gods zuiverlijk gepredikt hebben, naar de belijdenis der Gereformeerde kerken, zooals die op de Dordsche Synode is vastgesteld?

Waarom dan die geest der verdachtmaking, die zoowaar niet de Geest des Heeren is?

Het is eene persoonlijke ondervinding niet alleen van mij, maar van vele anderen, dat de zuivere, getrouwe prediking des Woords op vrijmetselaars, die leden der kerk zijn, eene tweevoudige uitwerking heeft. Of, de vrijmetselaar na langer of korter duur verlaat zijne loge, waar hij niet langer zich thuis gevoelen kan, of, hij verlaat de kerk.

In het laatste geval kan de kerk de tucht op hem toepassen, niet omdat hij vrijmetselaar is, maar omdat hij zich der openbare bijeenkomsten onttrokken heeft, In ieder geval brengt de getrouwe prediking des Woords hem [op zijn eigene plaats. Niet de kerk, maar de Heilige Geest Gods oordeelt hem en veroorzaakt de zifting.

Och, dat wij. Broeders deszelfden Huizes, staande te zamen op denzelfden bodem van de Belijdenis der Vaderen, , die de souvereine genade onzes Gods boven alles hebben beleden, verheerlijkt en lief gehad, dat wij elkander toch meer liefhadden, en meer als Broederen in Christus te zamen woonden en dus den Naam des Heeren meer verheerlijkten.

Met voorloopigen dank voor de plaatsing van bovenstaande regelen ia uw zeer geëerd en ge liefd blad, verblijf ik, geachte heer

Ulij dw. Broeder in Christus

H. DE VRIES,

Minister of the Reformed (Dutch) Church

Amsterdam 6 Juli 1894. in America.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 juli 1894

De Heraut | 2 Pagina's

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 juli 1894

De Heraut | 2 Pagina's