GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Verband met Buitenlandsche  kerlcen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verband met Buitenlandsche kerlcen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 25 September 1896.

Op de jongste Synode-Generaal der Gereformeerde kerken te Middelburg gehouden, is bijzondere aandacht geschonken aan de verhouding tot de Buitenlandsohe kerken, en we hopen dan ook zoo spoedig mogelijk het rapport daarvan, van de hand van Prof. Biesterveld, aan onze lezers voor te leggen.

Leidende gedachte liierbij was de overtuiging, dat de Gereformeerde Belijdenis geen volkskerke7i kent; dat integendeel alle Gereformeerde belijders, over de geheele wereld verspreid, zekere betrekking op elkander hebben; en dat het alzoo weer worden moet, gelijk het in 1618/19 te Dordrecht was, dat niet de kerk van één enkel land, maar de Gereformeerde kerken van alle landen saam, over de geestelijke aangelegenheden der kerken, met name over haar Belijdenis, oordeelen.

Toen dan ook het reeds zoo lang hangende vraagstuk van Art. 36 onzer Confessie, door het indienen van een gravamen van de zijde der Adviseerende leden, aan de orde kwam, begreep de Synode aanstonds, dat onze kerken hierin geen beslissing zouden mogen nemen, zonder vooraf een poging te hebben gewaagd, om ook de kerken buitenslands, die eenzelfde Belijdenis met ons aannamen, hierin te kennen.

Met name zijn dit twee groepen van kerken in Amerika en Afrika. In Amerika de oude Gereformeerde kerk, door onze vaderen aldaar gesticht, en ten tweede de kerk van jonger dagteekening, die zich vooral in Michigan en lowa uit nieuwe Nedcrlandsche kolonisten gevormd heeft. En in Afrika kan men hiertoe rekenen allerlei kerken in de Kaapkolonie, Oranje vrij staat en de Transvaal verspreid.

In hoever het raadzaam zal zijn, ook de Presbyteriaansche kerken van Engeland, Schotland en Amerika, die de Westmintersche Confessie volgen, welke in hoofdzaak met de onze eensluidend is, zal nader dienen onderzocht te worden.

Maar, hoe dit nader onderzoek ook afloope, in elk geval is het prijslijk, dat men te Middelburg ingezien en erkend heeft, dat de Belijdenis niet het particuliere eigendom van één enkele landskerk is, maar het gemeengoed van de Gereformeerde kerken, en dat alzoo ook de kerken buitenslands er recht ep hebben hierin gekend te worden.

Wenschen zij van dit recht geen'gebruik te maken, zoo kan men ze uiteraard hier niet toe dwingen.

Voorshands is het reeds genoeg, zoo onze kerken haar plicht toonen te kennen, en de Buitenlandsohe kerken niet onopgemerkt voorbijgaan.

Doch ook in ander opzicht kwam er in ons rapport met de Buitenlandsche kerken nieuw leven.

Het werd ingezien, dat zulk rapport niet mag ontaarden in een formeele, nietszeggende begroeting.

Dit is wel lieflijk, en is wel een sierlijk ornament, maar het draagt geen vrucht.

Daarom werd onzerzijds de wensch uitgesproken, dat althans met de Buitenlandsche kerken, die onze eigen Belijdenis volgen, een veel betere correspondentie weer op mocht komen, hierin bestaande, dat men over en weer afgevaardigden tot elkanders Synoden zond, om als adviseerende leden alle zittingen bij te wonen, en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Alleen op die wijze kan de mogelijkheid ontstaan, om de Calvinistische beweging in alle deze kerken te steunen, in verband te zetten, en tot een kracht over heel het Gereformeerde terrein te doen worden.

Zelfs naar Zuid-Afrika zullen onze kerken thans een afgevaardigde zenden, en indien de kerken aldaar onzen afgevaardigde als correspondentielid, d. i, als lid met adviseerende stem toelaten, zal ook met de zusterkerken van goede en trouwe belijdenis in deze ver afgelegen streken de normale band weer zijn aangebonden.

In al wat van de Gereformeerde beginselen uitgaat, dus ook in haar rapport met de Buitenlandsche kerken, moet de eisch van het Gereformeerde beginsel tot zijn recht komen, en moet op de propaganda van dat beginsel worden toegelegd.

Het kan daarom voor ons de vraag niet zijn, of er allicht aan sommige dier Buitenlandsche kerken iets hapert, dat we gansch anders zouden wenschen. Veel gebreks kleeft ook onszelven aan.

De vraag is alleen maar, of we de kenteekenen der ware kerk nog aanwezig vinden, en of er toeleg openbaar wordt, om de oude paden weer op te zoeken.

Zoo is thans ook correspondentie aangezocht met de Calvinistische kerk in Wales; niettegenstaande in de inrichting dezer kerk een element insloop, dat zeer stellig betering behoeft.

En dit kon en moest geschieden, overmits de in 1823 door deze kerk aangenomen Geloofsbelijdenis in zoo goeden en uitnemenden zin Gereformeerd bleek te zijn, dat wij haar, enkele uitdrukkingen nu daargelaten, zouden kunnen overnemen.

En zoo ook werd, niettegenstaande de Belgische Zendingskerk eeu inrichting heeft, die nog verder afwijkt dan de Synodale inrichting van ons Hervormd genootschap, toch nogmaals een correspondentie met deze kerk aangezocht, overmits nog niet «//f'hoop behoeft te worden opgegeven, dat ook deze kerk, na rijper inzicht, betere paden kiezen zal.

Men mag, vooral ua den stroom van bederf, die in schier alle landen over de Gereformeerde kerken uitging, het oordeel niet voor de broederlijke liefde in de plaats schuiven.

Hoogheid, als waren wij heilig, en zij onrein, voegt ons niet.

Het is één schuld, waarin we voor God liggen, en alle gezamenlijke kracht moet worden ingespannen, om én hier te lande én in het Buitenland, weer op de zuivere Gereformeerde lijn te komen.

Slechts zooveel is noodig, dat wij onzerzijds klaar en duidelijk de eischen van het Gereformeerde beginsel onverkort en consequent op onszelven toepassen, en bij andere kerken gelden doen.

En doen we dit, dan zal het vanzelf wel openbaar worden, bij welke kerken we ten slotte op tegenstand tegen het Gereformeerde beginsel stuiten, en bij welke kerken de lust en de liefde voor het Gereformeerde beginsel door Gods genade nog leeft, of nog kan opwaken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 september 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Verband met Buitenlandsche  kerlcen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 september 1896

De Heraut | 4 Pagina's