GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN STUKKEN.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.)

Onze Catechisatie.

Opmerkelijk is het, dat men bij zoovele leden onzer Geref. kerken, die zelfs jaren ter catechisatie gegaan het ben, soms reeds belijdenis des geloofs hebben afgelegd, dikwijls nog zoo weinig kennis ontwaart van onze Gereformeerde leer, van onze stellige waarheden. Op verschillende plaatsen heb ik zulks opgemerkt, en met dezen of genen broeder er eens over sprekende, kreeg ik soms ten antwoord: sDat is eene vrij algemeene kwaal." OnwillekeuEig drong zich daarom de vraag bij mij op, wat daarvan toch wel de oorzaak mocht zijn. Het gaat immers niet aan, om zulks telkens maar op rekening te schrijven van een min ontwikkeld geheugen, daar het verschijnsel ook kan worden waargenomen bij personen, die in andere zaken tamelijk scherp zijn. De leerstof is natuurlijk goed; en we mogen verwachten, dat de Dienaren, die het onderwijs geven, die stof ook machtig zijn. Daarom wil het ons voorkomen, dat de oorzaak eene andere is, nl. de methode. De beste spijzen kunnen door den kook bedorven worden en de uitnemendste medicijnen kunnen door verkeerd toedienen hare verlangde uitwerking missen'. Alzoo ook hier. Door eene verkeerde manier van onderwijzen wordt de verlangde vrucht gemist. Men houdt nog altijd vast aan de aloude benaming catechiseeren., doch ik geloof, indien ons catechetisch onderwijs altijd was, wat door dien naïm wordt uitgedrukt, dat we stellig betere, meer blijvende vruchten zouden zien.

Ik herinner mij nog best uit mijn schooljaren, hoe dreigend meesters vinger omhoog kwam, als er iemand aan zijn buurman, die niet vlug in 't antwoorden was, iets voorzei., en er was bijna geen strafwaardiger overtreding van de wetten, die bij het onderwijs golden, dan afzien, In beide gevallen dezelfde zonde, eerst negatief en dan positief optredend. Nooit heb ik iemand, die zich daaraan schuldig maakte, een bol zien worden. Gedachtig hieraan, vroeg ik mijzclven af: Kan dat kwaad ook op onze catechisatie schuilen ? Als het onderwijs goed catechetisch is, zal daarvoor weinig gevaar zijn. Evenwel gelooi ik, dat het soms inderdaad wel het geval is. Vele leeraars zijn te gauw klaar met hunne leerlingen iets vóór te zeggen. Als een antwoord wat vast zit (hier wordt geen van buiten geleerd antwoord bedoeld) gaat men het zelf maar zeggen en beredeneeren voor al de catechisanten te gelijk. Nog erger wordt het, als er bijna in 't geheel geen vragen worden gedaan, maar wanneer de leeraar eenvoudig een soort dogmatisch betoog of geschiedkundige verhandeling houdt, waarbij al het bijzondere voor de leerlingen is gelegen in een iDlik, die hen respectievelijk van den spreker ten deel valt, In 't eind denkt men dan, dat ze 't hebben gesnapt, terwijl veelal het meeste hen is ontsnapt. Zoo vergt men te veel van de leerlingen, want ik heb wel eens gehoord, dat studenten de dictaten der professoren opschrijven en later bestudeeren. Op het college is dan ook dicteeren en betoogen op zijn plaats. Op de catechisatie moet echter gecatechiseerd worden en ook volstrekt niet gepreekt. Dat hoort op den kansel.

Ook al laat men de vragen en antwoorden goed van buiten leeren en opzeggen, dan is dit nog maar half. De hoofdzaak is toch, dat de leeraar wete of de leerlingen, hetgeen ze leerden, begrepen hebben. Dat nu kan hij te weten komen, door naar aanleiding van het geleerde vragen te doen. En dan niet, als een vraag wat moeilijk is voor een der leerlingen, terstond sdie daar volgt", en nog minder het antwoord zelf gegeven. Zoo ergens dan geldt hier : iHaast u langzaam". Neen, dan eerst de vraag eens iets vereenvoudigd, of omgezet. Er moet zijn een afdalen naar de krachten der leerlingen. Dan kan men weer opklimmen en zoo den leerling zelf het begeerde antwoord leeren vinden. Zulks vergeet hij niet gemakkelijk weer. Langs dezen weg leert hij zelf denken en zoolang een ander dat voor hem doet, komt er niets van terecht. Bij deze wijze van doen komt er vanzelt meer lust en opgewektheid, en bij leeraar en leerlingen meer een mishagen, dan een behagen in den vacantietijd. Ofschoon er hoegenaamd geene persoonlijke antecedenten in 't spel zijn, maar alleen het algemeen welzijn der kerken door mij beoogd wordt, weet ik niet M. de R. of ik ook te veel gezegd heb. Mijne overtuiging is echter, dat voor de verstandelijke ontwikkeling der gemeenteleden, de catechisatie hooger staat dan de prediking, zonder deze laatste gering te schatten. Daarom moet die catechisatie zoo goed mogelijk zijn.

Wij zouden wel eens willen vragen, of onze jeugdige Dienaren des Woords, vóór zij de kerken gaan dienen, ook wel eens catechiseeren, en of zulks dan geschiedt onder toezicht van een praclisch deskundige? Ook al wordt de leervorm bestudeerd, dan is dat nog geen zelf onderwijs geven. Ik durf haast niet denken, dat de catechisatie zóó gering wordt geschat, dat voor het geven van dat onderwijs geen voorbereiding wordt noodig gekeurd. Men denkt toch niet: Als de dominé maar goed kan preeken, het catechiseeren komt vanzelf terecht. Dan waren die kerken, die meestal candidaten hebben, er waarlijk niet best aan toe. Ik zou het minstens even noodig oordeekn dat onze toekomstige Dienaren des Woords, zoo goed als in de practische predikkunde., zich onder goede leiding oefenden in de practische catechiseerkunde. Misschien heeft het zijn nut hierop eens de aandacht te vestigen. De zaak zelve toch is van het hoogste belang. Onze jeugd en jongelingschap zijn de hoop voor de toekomst. De strijd wordt al fijner en feller. En nu weet ik wel, dat Christus zijne kerk in stand houdt, en dat alle kracht en bekwaamheid in den strijd uit Hem. is, doch op ons rust de dure roeping, om onze jongelingen en jongedochters, die over enkele jaren onze plaatsen innemen, zoodanig te vormen en op te leiden, dat ze onder Gods zegen bekwaam worden in het hanteeren van de wapenen, gevonden in het tuighuis ïGods Woord" en alzoo kloeke strijders en strijderessen worden onder de banier van Konffig Jezus, voor de eere van onzen God,

W. (Fr.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 februari 1897

De Heraut | 4 Pagina's

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 februari 1897

De Heraut | 4 Pagina's