GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Transvaal.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Transvaal.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van Ds. Postma, te Pretoria, in Transvaal, ontvingen we onderstaand uitvoerig schrijven, waaraan we, uit gevoel van billijkheid, gaarne plaats verleenen.

Het luidt als volgt:

Geachte Redacteur!

In de Heraut No. 1004 kwam een stuk over Johannesburg onder mijne aandacht, waarop ik mij verplicht gevoel inlichting te geven, om misverstand en verwarring te voorkomen, en omdat het mij zeer zal spijten als de Gereformeerde kerken in Nederland, door eene verkeerde voorstelling van zaken, een verkeerden indruk over de kerk alhier zouden verkrijgen.

Ten eerste moet ik zeggen, heeft dat stuk mij verwonderd doen opzien, omdat ik daarin feiten duidelijk omschreven vindt, waarvan ik als consulent zeer weinig wist en waarin ik als consulent niet gekend was. Ik vond in dat stuk de acta eener vergadering, waarvan ik, zoo dicht bij Johannesburg, slechts bij gerucht wat wist, en niet eens zeker kon worden of er werkelijk zulk eene gemeente-vergadering zonder den consulent gehouden was. Die acta moest van over de zee voor het eerst onder mijne oogen komen.

Het verwonderde mij verder, dat bij ontvangst van den brief dier ouderlingen niet dadelijk de vraag opkwam bij de lezers in Nederland : »maar als dan te Johannesburg en elders de belangen der Gereformeerde kerk zoo verwaarloosd worden, hebben dan die broeders daarover niet geklaagd bij hunne Algemeene Vergadering of bij hunne Synode ? Welke redenen zouden die broeders dan hebben om zoo maar hunne eigene kerkelijke vergaderingen voorbij te gaan? " Te meer daar die broeders zelve geene melding hoegenaamd maken van eenige pogingen, hunnerzijds aangewend, om de Algemeene Vergadering of de Synode (die in Maart zitting hield) te bewegen zich den toestand van Johannesburg aan te trekken. Dit feit alleen was, dunkt mij, genoeg om de schrijvers vooreerst te verwijzen naar hunne kerkelijke vergaderingen. Of meenden wij, men zou zich eerst om inlichting gewend hebben naar de vergaderingen der Gereformeerde kerk in Z.-Afrika. Instede hiervan wordt de Gereformeerde kerk in Z.-Afrika door dat schrijven, en het plaatsen daarvan in de Heraut, aan beide zijden eenvoudig geïgnoreerd. Dit vooral spijt mij iimig, daar op die wijze nolens volens het gevoel der Gereformeerde kerk alhier gekwetst wordt, en de goede verstandhouding tusschen de kerk hier en in Nederland zeer geschaad wordt. Dat men ijvert is goed, maar laat alles met orde geschieden. Had men gedaan wat ik aangeef, dan zou men spoedig bevonden hebben, dat de juistheid van de voorstelling der zaken in het bewuste stuk heel wat te wenschen overliet en dat men in de geheele zaak overhaast, onordelijk en hartstochtelijk te werk gegaan is.

Maar nu over de zaak zelf Dit aanzoek is niet op wettige wijze, volgens onze Synodale Bepalingen en de Kerkenorde tot stand gekomen. Zooals in de gemelde notulen staat, was er op 24 Januari eene kerkex-aadsvergadering te Johannesburg onder leiding van Ds. Hamsrsma, die door mij verzocht was om aldaar de avondmaalsdienst waar te nemen. Ik had geen vermoeden dat er in die kerkeraadsvergadering het beroepen behandeld zou worden, ' daar dit volgens art. 38 onzer Synodale Bepalingen niet mag geschieden zonder overleg met, of medeweten van den wettigen consulent, of zonder behoorlijke opdracht van den consulent aan zijn plaatsvervanger. Daarenboven was ik als consulent juist bezig om schikkingen te treffen met den consulent van Krugersdorp, welke gemeente met Johannesburg meedoet in het beroep, om weder met beide kerkeraden eene gelijktijdige bepaling te maken voor het volgend beroep. In die vergadering bepaalde de kerkeraad eene gemeentevergadering, zonder dat den consulent geraadpleegd was of het hem mogelijk was daar tegenwoordig te zijn. De kerkeraad weet dat ik veel van huis ben, maar weet ook dat, als ik te huis ben, men spoedig met mij eene vergadering kan bepalen, daar men ineens overspoort naar Johannesburg. Ik kon toen aan I' de bepaling, door den kerkeraad gemaakt, niet voldoen, daar ik terzelfder tijd haar Rusfenburg moest. Aan den ouderling die mij in kennis kwam stellen met deze bepaling toonde ik aan, dat, volgens de Synodale Bepalingen, die vergadering niet kon doorgaan zonder consulent, volgens art. 38. Over het houden van die vergadering is rijpelijk door ons gesproken en ook door mij aangetoond, dat de Dordsche kerkenorde, volgens art. 37, geen wettigen kerkeraad kent zonder den dienaar des Woords. Ik heb dien ouderling ook aangewezen wat de wettige weg van handelen is, zoo er bij een groot gedeelte van de gemeente eene neiging voor eenen predikant uit Nederland bestaat. Ook dat met de vrije verkiezing door ons altoos gehouden, een besluit zooals die ouderling toen voorstelde om aileen uit Nederland te beroepen, niet overeenkomstig dat beginsel en het gebruik onzer Kerk was, en dan ook reden van verdenking tegen onze Theologische School geven zou. Bij mij had die ouderling toen afgezien van het houden van die gemeentevergadering, en vond het ook billijk dat eerst de afgevaardigden van Krugersdorp en Johannesburg tijdens de Synode met elkander de zaak zouden bespreken. Bij de Synode vernam ik geruchten van eene vergadering der gemeente, gehouden onder voorzitterschap van ouderling Dusenage. Maar ook nog zulke onzekere geruchten, dat een der ouderlingen van Johannesburg mij verklaarde, dat er eigenlijk geene vergadering gehouden was. Nu blijkt het toch dat er zeer formeele acta opgesteld zijn in die gehoudene vergadering en dat daarop gehandeld is. Zooals te Johannesburg de zaken gedreven werden, heeft eene gemeente geen consulent noodig. Waar in die vergadering alreeds over de nominatie van candidaten gehandeld is, kan de gemeente op die wijze ook wel zonder consulent een predikant beroepen.

Nu, wat aangaat de voorstelling van de zwakke behartiging der geestelijke belangen der gemeente van Johannesburg, komen er verschillende onjuistheden in dat stuk voor. Al vóór de stichting van Johannesburg als gemeente, werd die gemeente eiken maand om de beurt bediend door mij en den predikant van Heidelberg. Ik gevoelde toen al de noodzakelijkheid dat daar een predikant moest zijn, maar toen telde de gemeente nog maar 70 leden, meest armen, zooals de schrijver in dat stuk zelf erkent. Daarom deed ik destijds in het Kerkblad een beroep op de kerk in het algemeen, om de gemeente te Johannesburg te steunen. Echter in zeer korten tijd groeide de gemeente aan tot 400 leden, en werd toen ook dadelijk tot eene gemeente gesticht, en ineens bij de stichting werden er plannen gevormd om een predikant te verkrijgen. Juist in dien tijd is er 10 maanden geen avondmaalsdienst geweest, hoewel de consulent plan gemaakt had, elke maand daar zelf dienst te doen of een anderen predikant daarvoor te verkrijgen. Oorzaak hiervan was de Jameson-inval, de kort daarop gevolgde dynamiet-ontploffing, waardoor het kerkgebouw, met veel moeite opgericht, vernield was en weer moest opgebouwd worden, en het uitbreken van de pokken. Om al deze redenen vond de kerkeraad het raadzaam de dienst uit te stellen, ofschoon de consulent zich telkens bereid verklaarde om over te komen. Zoodra deze moeilijkheden overgekomen waren, heeft de consulent weer geregeld gezorgd, dat er elke maand dienst was, en werden zonder eenig verzuim maatregelen aangewend, om met Krugersdorp een predikant te beroepen, terwijl intusschen plannen beraamd werden om eene pastorie te verkrijgen. Dit alles kon natuurlijk niet in één enkelen dag klaar komen. In December 1.1. werd een beroep uitgebracht op Ds. Snijman van Heidelberg, Z. A. R., die met het oog op de behoeften van de Z. A. R. in 't algemeen geene vrijheid had, zijn eigen uitgebreiden werkkring te verlaten. Ware een ander predikant beroepen, dan was thans wellicht al in de behoefte van Johannesburg voorzien.

Wat nu den predikantennood in de kerk in Z. A. betrett, menschen uit Europa, die slechts in Johannesburg en Pretoria leven, hebben geen begrip van het bestaan van onze kleinere gemeenten. In Europa kan eene gemeente van 100 leden gemakkelijk een predikant beroepen. Dit kan eene zeer gewillige gemeente van 100 leden hier niet doen, want waar die leden hier verspreid in een uitgebreid district wonen, kost het elk gezin ten minste wel £ 5, telkens als zij naar de kerk komen. Konden zij nu als in Nederland te voet 's morgens naar de kerk komen, dan kon al dat geld aangewend worden voor de kerkedienst, en zou zulk eene gemeente een predikant een ruim bestaan kunnen verschaffen. Maar men kan nu eenmaal deze toestanden niet veranderen, wel theoriën opbouwen, maar dat geeft niets. Wat doen wij dus ? Wij beijveren ons om kleine gemeenten op te bouwen en samen te doen werken, om een predikant te beroepen. En zoodra zulke plaatsen samen gereed zijn voor een beroep, waren er telkens proponenten van de Theologische school voor die plaatsen.

Menschen die hier niet de hitte des daags gedragen hebben, kunnen gemakkelijk spreken, maar groote theoriën te verkondigen, is iets anders dan werkelijk gemeenten te bearbeiden, en te verzorgen in uitgebreide districten. En als er dan in den omtrek, door mij vroeger alleen bearbeid, nu vijf predikanten zullen .zijn, wanneer Johannesburg en Nijlstroom hunne predikanten verkrijgen, dan moet men toch erkennen dat de kerk opgebouwd wordt.

Ten slotte wil ik nog alleen het volgende opmerken: als de kerk van Z. A. voor vele jaren alreeds de gemeente in het verre Humpata tegen groote kosten en opoffering, van een leeraar voorzien heeft, zal dan die kerk eene gemeente in haar midden verwaarloozen ?

Pretoria, 28 April 1897.

P. POSTMA.

V. D. M.

Ons is het ondoenlijk, uit de verte ten deze een onpartijdig oordeel te vellen.

Ook hierom is het zoo te betreuren, dat de kerken van Transvaal met onze kerken nog niet in nadere gemeenschap traden.

Maar na de besluiten der jongste Synode in Transvaal durven we hierop vooreerst nog minder hopen dan vroeger.

Altoos misverstand.

Zoo ook nu weer over het behoud van den naam van kerk in plaats van kerken.

En dit na al wat hierover breed en ampel inde Heraut en op Synoden verhandeld is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 juni 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Transvaal.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 juni 1897

De Heraut | 4 Pagina's