GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Tegen het vloeken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tegen het vloeken.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De optocht van Roomsche zijde te Brooklyn in het openbaar tegen het vloeken gehouden, gaf ons aanleiding er op te wijzen, dat zulk een publieke actie ten onzent van Roomsche zijde uitbleef.

Hiertegen ging een protest uit in de Residentiebode van dezen inhoud:

In het hoofdartikel van gisteren, lees ik in De Residenticbode een artikel van Dr, Kuyper, waarin hij zegt: „Als leden van het ongeorga-„niseerde anti-vloekverbond deden zich in ons „land, welbezien, alleen de steile Gereformeer-„den kennen, en althans onze Roomsche land-„genooten deden aan dezen socialen kruis-„tocht tegen de zonde der loslippigheid niet „meê enz. enz. De Roomschen gaan te Brook-„lyn in den strijd tegen het vloeken voorop, en „het zijn niet de fijnen, maar de Roomschen, '„die door openlijk protest het ellendige vloeken „willen uitroeien."

Dat Dr. Kuyper niet op de hoogte is, van wat er bij ons, Roomschen, in ons land geschiedt, zal niemand hem euvel duiden, maar juist omdat de man onder dat opzicht klaarblijkelijk in groote onwetenheid verkeert, dient hij te worden ingelicht. Men behoeft niet naar Amerika te gaan om een plechtigen optocht te zien, met wuivende banieren, een optocht tegen het vloeken. Verleden Zondagavond had in de schoone Mariakerk in de Elandstraat de jaarlijksche plechtige processie (optocht) plaats, tot eerherstel aan God, voor het ellendig vloeken en godslasteren.

Deze was de eereoptocht van het Geestelijk Verbond, dat sinds bijna twintig jaren in die parochie is opgericht en duizenden leden telt. Die leden ijveren, zoowel'door woord als door voorbeeld, tegen het vloeken. lederen eersten Zondag van de maand hebben zij hunne maandelijksche avondvergadering, waarin een woord ter opwekking van den kansel door den ijverigen directeur van het Geestelijk Verbond gesproken wordt. Bij den avonddienst (eens lof) wordt telkens in het openbaar gebeden tot bekeering der zondaren, die zich schuldig maken aan godslastering en het spreken van ontuchtige taal. Het verbond tegen het vloeken, wat zoo bloeit in de Mariakerk, bloeit in honderden parochieën van ons land, en genoten wij in ons klein landje dezelfde vrijheid van godsdienst als onze Amerikaansche geloofsgenooten genieten, dan zou spoedig dezelfde plechtige optocht, die nu binnen de kerkmuren zich moet bepalen, in allen luister openbaar door onze straten trekken, zooals dat nog in Noord-Brabant en Limburg geschiedt.

Dit strekke tot inlichting aan Dr. Kuyper.

Met de meeste hoogachting.

Een Zelatcur van het „Geestelijk Verbond"

De heer Mulder, pastoor te Bredevoort, deed echter nog beter, en zond ons het reglement van dit Verbond, dat voluit heet: Verbond ter uitroeiing van Godslastering, verwenschingen en onkuische gesprekken, en waarvan de eerste artikelen aldus luiden: w t s l H h

1. Al wie in deze vereeniging is ingeschreven, maakt een vast voornemen om zich vaii godslasteringen, verwenschingen, lichtvaardig zweren en het spreken van onkuische woorden, met de meeste zorgvuldigheid te wachten, daarom nimmer te lachen noch op eenige wijze daaraan deel te nemen. g t v

2. Ouders en oversten, leden van dit Geestelijk Verbond, zullen, voor zooveel zij kunnen, bij hunne kinderen en onderhoorigen, bij hunne dienstboden en werklieden, deze zonden door al hun gezag beletten.

3. Elk lid dezer vereeniging zal, bij hel hooren van godslasteringen, verwenschingen, lichtvaardig zweren of onkuische woorden, den plichtige met Christelijke liefde berispen, of zoo de voorzichtigheid het stilzwijgen mocht vorderen, ten minste in het hart tot God verzuchten: zeggende : de Naam des Jleeren zij gezegend, oigeloofd zij Jezus Christus, of, schep in mij o God.' een zuiver hart; daarenboven zal men naar omstandigheden op eenige wijze zijn misnoegen betoonen b.v. door zich te verwijderen, door van andere zaken te spreken, enz.

4. Elk lid zal dagelijks, tenminste-eenmaal het Onze Vader en Wees gegroet bidden voor de bekeering dergenen, die zich aan vloeken of aan ontuchtige taal schuldig maken.

5. Daarenboven zal voor de bekeering van die zondaren, of voor de volharding der rechtvaardigen alle Zondagen de Priester vóór of na tic H. Dienst bidden vijfmaal het Onze Vader en Wees gegroet met het Eer zij den Vader en den Zoon en den H. Geest, vooraf het volk daartoe opwekken door: laat ons bidden voor de bekeering der vijanden van Gods H. Naam, en voor de volharding Zijner getrouiue vereerders eu die zuiver van harte zijn.

We erkennen gaarne, dat we met het bestaan van dit Verbond onbekend waren, en niet minder dat het bestaan er van ons een oorzaak van ongeveinsde vreugde is. Alles toch wat tot hooger eerbiediging van Gods heiligen Naam kan leiden, verdient niet alleen toejuiching maar zelfs dank.

Wat we echter betvv^ijfelen is, of dit reeds op één lijn kan worden gesteld met wat we uit Brooklyn meldden.

Reeds het feit, dat bij het groote publiek niets van het bestaan van dit Verbond bekend was, wijst het verschil uit.

Te Brooklyn en in heel New-York verkeerde een ieder onder den indruk van de machtige en indrukwekkende demonstratie, hier wist buiten den Roomschen kring niemand er van.

En wat de schrijver in de Residentiebode zegt, dat dit aan onze wetten ligt, want dat processiën in de noordelijke provinciën verboden zijn, heft dit verschil niet op.

Ook te Brooklyn was het volstrekt geen processie, maar een optocht, een manifestatie, van de 11, 000 leden van den Bond, en we zien niet in, waarom een burgemeester ten onzentMiet demonstreeren tegen het vloeken, door zulk een optocht van Bondsleden, beletten zou, met of zonder Kruis in het Vaandel.

Al handhaven we dus het verschil, toch vermindert dit in niets onze waardeering van dit Verbond, en het is ons een voorrecht, dat we door ons artikel het bestaan van dit Verbond meer algemeen ter kennisse ook van ons publiek mochten brengen.

We zijn geen eclectici en gaan niet mee met het Fransche zeggen: Jeprends vion bien, oil je Ie trouve, maar wel hopen we wat goed, en eerlijk is, en wel luidt, steeds ook in kerkelijke tegenstanders te blijven eeren.

Alleen in Limburg en Noord-Brabant schijnt nu en dan een manifestatie plaats te grijpen, die met het Brooklynsche demonstreeren meer op één lijn kon worden gesteld.

Althans in de Residentiebode van 21 Januari schrijft een Limburger dit:

Die optochten met banieren, wapperende boven de hoofden der honderden, somwijlen duizenden deelnemers — die brandende lantaarns bezijden het H. Altaargeheim — die grijsaards en kinderen — die heeren-en werkhedenvereenigingen met hunne banieren — die dames uit alle standen — die zang-en muziekveréenigingen — de geestelijkheid in volle kerkornaat— dat bidden — dat zingen van liedertafels — die statige en plechtige tonen der fanfares — die moeten een Christelijk gemoed wel treffen. Ik althans heb ze menigmaal in Limburg mogen bijwonen in de hoofdstad zelve.

En voorts:

Over „Vloeken" nog een woordje.

't Zal ongeveer veertien jaar geleden zijn, dat ik mij in de gemeente W. in Limburg bevond, ongeveer een half uur buiten de kom. 't AVas Augustus en het Augustuszonnetj e stond in volle pracht en kracht aan den onbewolkten hemel. Vermoeid van mijne wandeling nader ik Den Houteling, eene eenzame doch zindelijke herberg. Terwijl ik binnentreed om eene verfrissching te bestellen, valt mijn oog op een gedrukte vrij groote kaart. Nu zal menigeen zeggen: „Onze eafé's hangen soms wel vol gedrukte kaarten (reclamekaarten)". Ja wel, dat is ook zuiver waar. Maar zulk een kaart (noem ze vrij reclamekaart voor de goede zaak) tot tegengaan van „vloeken" heb ik nooit, noch in Z. Holland, noch in N.-Holland, noch in N.-Brabant, waar ik ook menigmaal vertoefde, aangetroffen. De letters hadden een hoogte van ruim een decimeter bij eene dikte van ruim een centimeter, zoodat het oog er aanstonds moest op vallen. Daarop prijkte onder het „Alziende oog" HIER VLOEKT MEN NIET.

Ook trof ik in dezelfde gemeente een schilderij aan, waarop de afbeelding van den gekruisigden Heiland met al de marteltuigen aan den voet des Kruises. Daaronder stond te lezen:

„HIER VLOEKT MEN NIET."

Die trof ik aan bij niemand minder dan een gepensionneerd officier.

Doch genoeg daarover. Ik wilde alleen doen? uitkomen, dat men zulke verre reizen niet be-' hoefde te doen om „optochten van Roomschen te zien en te bewonderen; " dat het tegengaan van „vloeken" onder Nederlandsche Roomschen in lange na geen nieuwtje is.

Dit was ons onbekend, en we willen er wel bijvoegen, dat wij het alleszins zullen toejuichen, zoo ook benoorden Moerdijk, in sociëteiten en eafé's, in kazernen en op oorlogsschepen, zulke borden met het opschrift: Hier vloekt men niet, kunnen worden opgehangen.

Zelfs onze volkstaal bezoedelt het, als gelijk nu, allerlei vloeken en vuile, ontuchtige woorden tot in den mond van onze; , ; vrouwelijke straatjeugd bestorven liggen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 januari 1899

De Heraut | 4 Pagina's

Tegen het vloeken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 januari 1899

De Heraut | 4 Pagina's