GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Toetsing.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toetsing.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VII.

Het besprokene saéimvattend, komt Dr. Kuyper dan tot deze conclusie :

En vraagt ge ten slotte, of dan toch de waarheid niet één is, en of het, zoo ze één is, wel aangaat, drie, vier voorstellingen van de waarheid, zij het al niet met gelijken rechte, naast elkander te plaatsen, ziehier dan ons antwoord. Dezelfde lichtstraal vallende door een venster van rood, van geel, of van blauw glas, kleurt wat in het vertrek staat op verschillende wijze, en waar wij, menschen, te beperkt zijn, om het witte licht kleurloos op te vangen, is dit verschil in lichttint van onze menschelijke beperktheid niet af te scheiden. In zekeren zin voegt het ons dan ook, steeds der waarheid indachtig te blijven, dat er bij anderen een deel kracht kan schuilen, dat wij niet grijpen konden. Maar zoover is het er van daan, dat we daarom op geestelijk gebied die andere richtingen als van gelijken rechte naast onze eigen overtuiging zullen plaatsen, dat veeleer ieder op zijn eigen standpunt, zoo het hem ernst is, niet anders kan noch mag belijden, dan dat zijn eigen belijdenis, v.oor zijn eigen overtuiging, de hoogste, de zuiverste, de meest adequate uitdrukking is van wat God ons in zijn Woord heeft geopenbaard.

Hier is een beeld ter opheldering gebruikt, en gelijk gemeenlijk, als men liefst op de zaak zelve niet ingaat, weidt de heer Lohman nu breed uit, om aan te toonen dat het in de besprokene zaak niet precies is zooals in het gekozen beeld.

Iets wat natuurlijk Dr. Kuyper ook niet beweert. Dan toch ware het geen beeld. Bij een beeld geldt nooit anders dan het derde van vergelijking.

Doch hoor hemzelven in zijn breede uiteenzetting :

Dr. Kuyper gevoelt blijkbaar, dat in zijn stelsel iets hokt. Wat toch is dit stelsel ? De Waarheid is één; wij willen de waarheid kennen, en leggen ons nu ten slotte toch neer bij voorstellingen van de waarheid, die wij dan ten rondslag gaan leggen voor verder onderzoek.

De verschillende menschelijke opvattingen der waarheid komen zóó in de plaats der waarheid zelve.

Nu tracht hij zijn stelsel aannemelijk te maken met beliulp van een beeld. Maar dit gaat niet op. De menschen die het licht opvangen, beweren niet dat het licht op zich zelf rood, lauw enz. is; zij weten zeer goed dat dit alleen zoo schijnt, omdat het valt door ge leurd glas. Indien de natuuronderzoeker zegt: ik weet niet hoe het licht er uit ziet, maar als het valt door dit glas ziet het er rood uit, dan is dit volkomen correct, juist omdat hij de kleur van het licht zelf, niet vaststelt. Maar sprak men nu evenzoo bij het onderzoek der waarheid, dan zou men eenvoudig blijk geven van volkomen onverschilligheid omtrent de vraag „wat is waarheid". Men zou zeggen: nu ja, niemand weet wat waar is; daar zoeken wij dus niet naar; maar de een is gereformeerd, dus krijgen voor hem alle dingen een gereformeerde kleur, de ander Lutheraan, dus wordt voor dezen alles Luthersch gekleurd, enz. Dat doet er niets toe. Ieder kan kijken door het glas dat hij verkiest.

Natuurlijk verwerpt Dr. Kuyper zulk plat indifferentisme; hij verklaart integendeel dat „het er verre van daan zou zijn, dat we daarom op geestelijk gebied die andere richtingen als van gelijken rechte naast onze eigen overtuiging plaatsen". Maar eilieve ! waar blijft dan uwe vergelijking? Acht de man, die het licht rood opvangt, zich nader bij „de waarheid" dan hij die het geel opvangt? Meent hij dat het licht rood is, als hij weet door een gekleurd glas te zien ?

Zoodra iemand „zijn eigen belijdenis, voor zijn eigen overtuiging, de hoogste uitdrukking acht van wat God ons heeft geopenbaard, " moet hij zich toch nog op iets anders kunnen beroepen dan... op zijn eigen „voorstelling van de waarheid" dus op zijn eigen overtuiging!

Doch dit is niet de eenige fout in de redeneering. Er is meer.

Zij die het licht opvangen krijgen een verschillenden indruk, naarmate van de kleur van het glas waardoor het valt. Niemand beweert nu, dat het licht óf deze kleur heeft óf wel een andere. De eene waarneming sluit de andere niet uit.

Maar bij het onderzoek der waarheid staat men veelal voor een „entvveder-oder”.

De zon draait om de aarde of zij doet dat niet.

Velen hebben lang volgehouden dat de zon draait om de aarde, zich daarbij beroepende op de Schrift.

Nu zou Dr. Kuyper alzoo moeten redeneereii: niemand kent de absolute waarheid; wij hebben te rekenen met het verschil van mensch en mensch, van volk en volk. De gereformeerde beginselen, zooals wij die in ons land kennen, laten niet toe dat de H. Schrift iets zou zeggen 't welk onjuist is. Derhalve eischen die beginselen vol te houden, dat de zon draait om de aarde. Maar wij mogen niet vergeten dat dit slechts eene „voorstelling is der waarheid." Zij die niet door ons glas zien, hebben wellicht een anderen kijk op de dingen. Natuurlijk is dit ook hunnerzijds slechts eene voorstelling. Niettemin blijven wij onzerzijds volhouden, dat onze voorstelling het dichtst komt bij de waarheid, aangezien de gereformeerde beginselen naar onze overtuiging de beste zijn.

De quaestie omtrent het draaien van de zon is nu zoo uitgemaakt, dat „de gereformeerden" niet in strijd geraken met hen die dit ontkennen. Maar er zijn tal van andere soortgelijke quaesties; bij voorbeeld : de tijd en wijze der schepping; de historie der bijbelboeken; enz. enz. Zal nu bij al die vraagstukken een man die de waarheid op alle gebied heeft te onderzoeken, — niet een kerk die „de Waarheid", d. i. Jezus Christus belijdt — kunnen volstaan met te zeggen: wij behoeven het hierover niet eens te worden; het zijn slechts „voorstellingen van de waarheid" waarmee wij te doen hebben, en die hangen saam met zekere voorstellingen, verschillend bij mensch en mensch, bij volk en volk ?

Hierop nu kan het antwoord kort zijn.

De waarheid is oneindig, wij, schepselen zijn eindig, en eindig is ons inzicht. Ons inzicht in de waarheid kan dus nooit identiek zijn met de waarheid zelve.

In onze beste, helderste oogenblikken zelfs hebben wij nooit anders dan een subjectief inzicht in de waarheid, dat altoos beperkt, onvolledig, en onzuiver blijft.

Waren nu alle menschen gelijk, dan zou jtenslotte ons beperkt en onvolledig inzicht pook bij allen hetzelfde zijn.

Maar zoo is het niet.

Wij verschillen, we loopen uiteen. Klimaat, geslacht, historie, omgeving, persoonlijke gaven doen ons inzicht verschillen.

Maar in die velerlei inzichten zijn toch lijnen, zijn richtingen te ontdekken. En nu wordt ieder onderzoeker niet enkel beheerscht door zijn persoonlijk inzicht, maar ook door het generale inzicht van zijn soortgelijken.

En daarom is het verstandig, is het geraden, is het alleen doeltreffend, zoo ge rekening houdt met die algemeene verschillen, en u aansluit bij wat het naast Wi_uw_soort hoort.

Hij daarentegen, die acht dat hij zelf, hij alleen, van alle deze invloeden vrij, nu eens zelf persoonlijk alle dingen, op eigen risico, kan gaan onderzoeken, en zich dan op den koop toe nog inbeeldt, dat hij niet een subjectieve voorstelling van de waarheid, maar de objectieve waarheid zelve gegrepen heeft, is eenvoudig ten prooi aan zelfbedrog, en heeft zich van de eerste eischen der ErMenMisstkeorie geen rekenschap gegeven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 januari 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Toetsing.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 januari 1900

De Heraut | 4 Pagina's