GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Collectanten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Collectanten.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het ingezonden schrijven van Siiedrecht's kerkeraad inzake de „beroepscollectanten", heeft van verschillende kanten weerspraak gevonden.

Wij willen den bezwaarden broeders gaarne het recht gunnen hunne bedenkingen in het midden te brengen en geven daarom het woord aan broeder Parlevliet uit Wierum:

Hooggeachte Redactie!

Het artikel in het laatste nummer van uw blad, voorkomende en ingezonden namens den Raad der Geref. Kerk van Sliedrecht, mag, naar het mij voorkomt, niet zonder een woord van protest blijven.

Aangenaam zou het mij daarom zijn, zoo gij het volgende, dat door mij ook reeds in De Bazuin is ingezonden, ook in uw blad wildet opnemen.

Ik kan niet anders zeggen, dan dat het bedoelde artikel een smartelijken indruk op mij heeft gemaakt, daar het mijne overtuiging is, dat door een dergelijk advies de Christelijke actie in den lande eer belemmerd dan bevorderd wordt.

Het bezwaar van de broeders in Sliedrecht is, volgens hun schrijven, bepaaldelijk gericht tegen beroepscollectanten.

En niemand zal terecht kunnen ontkennen, dat deze wijze van collecteeren metterdaad hare bezwaren heeft.

Toch echter .geloof ik niet, dat men er wel mede doet, met over deze wijze van collecteeren zulk een vernietigend vonnis te vellen en met de Kerken tot eene gemeenschappelijke actie hiertegen op te wekken.

Men vergete toch niet, dat bijvoorbeeld voor vele schoolvereenigingen de uitzending van een bezoldigd collectant, ten slotte het eenige redmiddel is.

Voor vele school-of andere vereenigingen toch is het eenvoudig eene onmogelijke zaak, om een collectant te verkrijgen, die dit werk verrichten kan, zonder bezoldiging te ontvangen.

Ook kan men, in dezen, met circulaires werken. Maar met alle respect voor de offervaardigheid der Kerken, is 't toch een feit, dat die wijze van coHecteeren niet zooveel pleegt op te brengen, dat zij, in zeer vele gevallen, genoegzame bate zou afwerpen. En waar er gewoonlijk geen andere, betere weg meer open is, ziet zich daarom eene financieel zwakke schoolvereeniging of andere corporatie, niet zelden door den drang der omstandigheden genoodzaakt, om tot de uitzending van een beroepscollectant over te gaan. ,

En dan blijkt het, in niet weicige gevallen, dat zulks ook met gewenschten uitslag wordt bekroond. Ik kan in dezen uit eigene ervaring sj. reken.

Ook in onze huidige woonplaats bestond reeds sinds geruimen tijd eene „schoolvereeniging op Geref. grondslag. De financieele krachten zijn hier echter veel te zwak om, uit eigene middelen, tot den bouw eener Cfirist. school over te gaan.

De toestanden zijn hier evenwel van dien aard, dat wij, om velerlei redenen. Christelijk onderwijs inzonderheid ook hier eene hoogst noodige zaak oordeelden, waarom wij ons ook geroepen achtten om in dezen te doen, wat onze hand vond om te doen.

Na rijp beraad zijn wij daarom in April van 't vorige jaar tot uitzending van een collectant overgegaan, die door ons bezoldigd wordt, omdat wij niet in de mogelijkheid zijn, noch waren, om een onbezoldigd collectant te verkrijgen.

En wij mogen betuigen dat, onder den zegen des Heeren, dank zij de offervaardigheid der broeders en zusters, deze poging tot hiertoe zeer gewenschte resultaten heeft opgeleverd, zoodat wij, wanneer het aldus mag voortgaan, in dit jaar eene Christ, school alhier hopen te bezitten.

Met 't oog op genoemde overwegingen zie ik daarom grootelijks bezwaar in den wenk, door de broeders uit Sliedrecht gegeven. In vele plaatsen toch wordt nog reikhalzend naar eene Christelijke school uitgezien. Maar door dien weg te volgen, zou men arme gemeenten, , in dezen, gewisselijk veeltijds het laatste redmiddel uit de handen nemen, 'tgeen toch in strijd is met den eisch der Christelijke liefde. En in dien weg ook zou de Christelijke actie in den lande, naar 't mij voorkomt, worden belemmerd.

Van harte spreek ik daarom den wensch uit, dat de overige Kerkeraden in ons vaderland, in dezen, den wensch van den Raad der

Geref. Kerk van Sliedrecht, met mogen op volgen. Ook in dezen gelat het apostolisch woord: „Dient elkander door de liefde

U intusschen dank zeggende, mijnheer de Redacteur! voor de verleende plaatsruimte, teeken ik mij hoogachtend,

UwEd. Dw.

Wierum, 14 Jan-I902.

Ook naar het ons voorkomt, is het besluit van den Kerkeraad van Sliedrecht, omdat het te algemeen is, niet navolgenswaardig.

Want wel heeft de Kerkeraad alleen besloten geen officieele aanbeveling aan beroepscollectanten te geven, maar in de practijk komt dit hier toch op neer, dat de collectanten bij de leden der gemeente te Sliedrecht voor een gesloten deur zullen aankloppen. En al stelt de Kerkeraad zich nu voor, jaarlijks een algemeene collecte te houden, die dan pondspondsgewijze over de noodlijdende kerken en scholen zal verdeeld worden, men kan op de vingers wel narekenen, dat zulk een collecte lang niet zooveel zal opbrengen als een persoonlijk bezoek aan de huizen door den gewraakten collectant.

Het bevel des Heeren, dat wij elkanders lasten zullen helpen dragen, maakt, dat rijkere gemeenten de aanvrage om hulp voor arme kerken, scholen en inrichtingen van weldadigheid niet mogen afwijzen. Ook Paulus collecteerde bij de kerken in Griekenland voor de arme gemeente van Jerusalem. Hoe wenschelijk het ook zou wezen, dat zulk een collecte altijd geschiedde door personen, die dit om niets deden, zoodat de ingezamelde gaven uitsluitend ten dienste kwamen van het beoogde doel, toch leert de practijk dat dit niet altijd mogelijk is. Een broeder, die zelf arm is, en toch zijn arbeid en gezin een tijdlang verlaat om gelden in te zamelen voor een noodlijdende school, kan niet gedwongen worden zelf nog zijn reiskosten en onderhoud te betalen. Een deel der ingezamelde giften behoort wel hem ten goede te komen. Zelfs kan niet ontkend worden, dat vereenigingen, die algemeen christelijke belangen behartigen en daartoe den steun noodig hebben van heel ons Christen-volk, het recht hebben vaste collectanten aan te stellen, die dan, juist omdat zij heel hun leven aan dezen dienst des Heeren wijden, ook recht hebben op een bezoldiging, waarvan zij leven kunnen. De arbeider is zijn loon waardig. Ook zulk een collectant moet met zijn gezin kunnen leven, en de Vereeniging die hem in dienst neemt, behoort te zorgen, dat hij en zijn gezin geen gebrek lijden, waar hij anderer gebrek tracht te lenigen.

Intusschen neemt dit niet weg, dat dit collecteeren door vaste collectanten voor allerlei hulpbehoevende scholen, kerken, vereenigingen enz. allengs proportion heeft aangenomen, die de vraag doen_ opkomen, of het wettig gebruik hier niet in misbruik is ontaard. Met name in onze groote steden gaat geen week, soms geen dag voorbij, dat bij de rijkere ingezetenen geen collectant voor de deur staat met het onvermijdelijke boekje gewapend, die u om een gave voor een arme school, kerk of vereeniging vragen komt. Het „Christelijke fatsoen" brengt mede, dat men zulk een collectant niet ledig laat heengaan, en men kan, wederom fatsoenshalve, niet minder teekenen op een lijst, die ieder onder de oogen komt, dan broeder A of B heeft gedaan. Zoo is er allengs een „Christelijke belasting" ontstaan, die wel niet met deurwaardersexploit wordt opgeëischt, maar die toch veler finantieele draagkracht te boven gaat, en maakt, dat men voor de behoefte van eigen kerk en school niet geeft wat men anders geven zou. Vooral personen met beperkte inkomsten, als predikanten, onderwijzers enz., wier positie toch medebrengt, dat de collectant bij hen in de eerste plaats aanklopt, gaan dikwijls onder deze toestanden gebukt. En in elk geval lijdt de eigen kerk en school onder den stroom van gaven, die wegvloeit naar buiten.

Nu zou dit nog niet zoo erg zijn, wanneer deze gaven alleen ten goede kwamen aan kerken en scholen en vereenigingen, die werkelijk noodlijdend waren en waarvoor in den naasten omtrek geen hulp te krijgen was. Maar de practijk leert het anders. In sommige streken van ons vaderland wordt geen school gesticht en geen kerk gebouwd, of de collectant gaat het pad op en vischt alle wateren af. Alle eigen energie om er zelf te komen, is weg. Het middel van een coUectereis is zoo goedkoop en levert zooveel op, dat men zich zelfs niet meer inspant, om in eigen kring het benoodigde te vinden. Ja, de gevallen zijn niet zoo zeldzaam, dat vereenigingen van zuiver lokaal belang in aanzienlijke handelssteden, waar geld als water verdiend wordt, nog buitenaf om hulpe komen vragen.

En dit is niet de eenige schaduwzijde aan deze collecterei zen verbonden. Collectanten, die naar de groote steden gaan, weten de adressen niet der „goedgeefsche Jui" en daarom is er een heele dienst voor dat collectewerk ingericht. Men heeft vaste „wegwijzers", die natuurlijk wederom rijkelijk beloond moeten worden en per dag meer verdienen dan menig eerzaam arbeider. Allerlei kunstmiddeltjes om de gaven op te drijven, zijn in zwang gekomen. Men vraagt aan de eersten, die men bezoekt, een veel hooger bedrag in te vullen dan zij werkelijk geven; het is dan te doen niet om de gave, maar om het hooge inzetcijfer. Als straks het boekje gepresenteerd wordt bij mijnheer A en mevrouw B, zullen deze, de lijst inziende, niet al te veel durven zakken.

Het is daarom niet verkeerd, dat de kerkeraad van Sliedrecht, zij het dan ook op wat hardhandsche wijz? , de zaak der collectereizen eens aan de orde heeft gesteld. Er blijft bij deze reizen soms veel te veel aan den strijkstok hangen. Er wordt hulp gevraagd, waar deze niet strikt noodig is. Er wordt door deze collecten van buitenaf, schade gedaan aan het eigen kerkdijk leven.

Een goed geneesmiddel tegen dit kwaad is zeker niet gemakkelijk aan te wijzen. Omdat een been ziek is, amputeert men het niet terstond. Omdat van deze collectereizen misbruik gemaakt wordt, kan men ze niet verbieden.

Maar wel verdient het aanbeveling, dat de „vaste gevers" zich meer dan tot dusver vergewissen, of de gevraagde hulp werke'ijk noodig is. De hier en daar opgerichte informatie-bureaux hebben in dit opzicht reeds kostelij ken dienst bewezen. En bovenal stelle men zich als regel, waar de inkomsten beperkt zijn en de gave slechts eenmaal kan worden gegeven, dat de eigen kerk en school niet de dupe mogen worden van deze barmhartigheid jegens anderen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 januari 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Collectanten.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 januari 1902

De Heraut | 4 Pagina's