GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Ze allen tot mij trekken.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Ze allen tot mij trekken.”

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En ik, zoo wanneer ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal ze allen tot mij trekken. Joh. 12 : 32.

Jezus trekt. Nu snoeren wij, aan wat we naar ons toe willen trekken, een stuk koord, een riem. een touw, een ketting vast; aan wat licht in wicht is, iets duns, aan wat zwaar en log is, iets stevigs. Maar altoos iets. Om wat het ook zij, naar ons toe te trekken, moeten we datgene, wat we naar ons willen toehalen, aan een band vast hebben.

Alleen de magneet maakt dat we, mits op niet te grooten afstand, iets van metaal naar ons toe kunnen trekken zonder zulk een band. Die band is er dan wel, maar zij is onzichtbaar, in de magnetische werking van stof op stof.

Zulk een magnetische werking gaat er nu ook soms van wat onzen zin toespreekt, op ons uit.

Dat heet dan, dat iets ons aantrekt. Zoo voelt de één zich aangetrokken door de zee, een ander door de bergen; de één door wat verheven, een ander door wat lieflijk en zacht is. En gelijke onzich baar trekkende macht gaat ook van mensch op mensch uit. Men zegt, dat een spreker veel volks trekt. Niet zelden ontmoeten we iemand, die onweerstaanbaar ons aantrekt, dat we ons oog niet van hem kunnen houden.

En niet slechts, dat die trekkende macht op één enkel persoon wordt uitgeoefend, vaak zelfs meer nog op de massa. Vooral in een drukke stad behoeft er maar weinig op straat te gebeuren, of ge ziet, hoe uit alle stegen en hoeken, de menschen naar de plaats van het ongeval getrokken worden, zóó getrokken zelfs, dat ze niet komen aanstappen, maar er heen snellen.

Zoo gaat er trekkende macht uit niet alleen van den magnetiseur, maar ook van mannen van hoog talent en genie. Van gioote denkers, van machtige poëten, van schoone zangers. En zoo is er, helaas, ook een trekkende macht der verleiding, dat het nog onbedorven hart tegenstribbelt en niet wil, en toch meegetrokken wordt naar het kwade.

En dit alles nu is geen beeldspraak, het is geen overdrachtelijk zeggen, maar volle werkelijkheid. Er heeft een trekken, een aantrekken, een meetrekken plaats. Alleen maar, de band waarmee getrokken wordt, ziet ge niet, omdat die niet stoffelijk, maar geestelijk is.

Er is een stoffelijk zichtbaar trekken, als er getrokken wordt met riem of koord.

Er is een wel nog stoffelijk, maar toch onzichtbaar trekken, als de magneet het ijzer aantrekt of de zon de bloem optrekt.

En eindelijk is er een geestelijk, eveneens onzichtbaar trekken, als het genie of de schoonheid, als wat edel of wat slecht is, de zielen trekt.

En in dien laatsten zin nu trekt Jezus. Ten volle werkelijk, maar ge ziet het niet. Immers de band, waarmee Jezus trekt, ligt onzichtbaar aan uw hart gesnoerd.

Dat trekken van Jezus mag in geen enkel opzicht verzwak.

Ge moogt dat trekken van Jezus niet oplossen in het oefenen van invloed op uw hart.

Ongetwijfeld oefent Jezus ook invloed uit.

Invloed door het relaas van zijn omwandelen op aarde, door het aangrijpend verhaal van zijn lijden en sterven. Zelfs door een schilderstuk van Golgotha, gaat er invloed van Jezus op uw gevoel, en door dat gevoel op uw hart uit.

Zoo ook oefent Jezus invloed op u door zijn voorbeeld, door zijn kerk, door wat van zijn werking en zijn geest onder menschen uitging.

Van dat alles vloeit iets in u. Een gedachte, een gewaarwording, een gevoelsaandoening, een beeld.

Ook kunt ge zeggen, dat Jezus indruk op u maakt.

Indruk door de onverwinlijke macht, waarmee hij zijn koninklijk gezag alle eeuwen door handhaaft, en allen tegenstand overwint. Indruk door de geesteskracht die zijn martelaars ten toon hebben gespreid. Indruk door zijn onvergetelijke woorden. Indruk door zijn strijd tegen het pharizeïsme. Indruk door kalmte in het bangste sterven. Indruk door zijn bekeering van een afgedoold zondaar in een kind van God. Maar al mag noch die invloed, die van Jezus uitgaat, noch die indruk dien alle herinnering aan Jezus maakt, gering geschat, toch put noch die invloed noch die indruk uit, wat het eigenlijke trekken van Jezus is.

Al dat andere gaat door wat ge van Jezus leert, hoort, merkt; maar dat trekke7i is een rechtstreeksche daad, die van Jezus uit den hemel uitgaat naar u die op aarde zijt.

Hier ligt dan ook het verschil tusschen den kring der geloovigen en den kring der bewonderaars van den Rabbi van Nazareth.

Er is een verticale en er is een horizontale lijn, die van Jezus naar uw hart loopt.

De horizontale lijn is de lijn der historie, negentien eeuwen lang, die dwars door de geschiedenis van ons geslacht gaat. En die lijn houden de bewonderaars van Jezus hoog.

Maar er is ook een verticale lijn, die van boven naar beneden loopt, en die van den verheerlijkten Christus zich naar de zijnen op aarde toebeweegt. En het is die lijn, die de wereld niet kent, maar die gekend wordt door zijn verlosten.

Langs die horizontale, vlakke lijn der historie komen de invloeden en de indrukken; maar langs de verticale loodlijn komt het trekken dat de kinderen Gods beweegt.

Dat trekken heeft plaats door een band; door een band, die wel onzichtbaar, maar niettemin volkomen reëel is.

En wel door een band, die niet nu eens wordt aangelegd, en dan weer wordt losgemaakt; maar door een band, die eens aan uw hart aange bonden, er nooit weer afgaat, maar u altoos en onlosmakelijk aan Jezus blijft verbinden.

Het is niet één band, die allen saam vastsnoert, maar een speciale band voor elk kind van God afzonderlijk. En ook, het is een band, die in uw levenswortel zelf vastligt, want hij is aan u aangelegd in uw wedergeboorte. Het is een levensband.

Niet een zedelijke band, en ook niet een geloofsband, maar een bovennatuurlijke band, waaruit later èn de geloofsband èn de band der heiligheid zich uitspint.

Het is een band, gelijk in uw eigen lichaam elk van uw ledematen aan uw hoofd en in uw hoofd aan uw hersenen verbindt.

Dat ge een prik in den top van uw pink aanstonds gewaar wordt, is alleen omdat er van uw pink naar uw hersenen een onafgebroken zenuwweefsel is. Die zenuwband loopt door uw ruggemerg en komt in uw hersenen uit.

En daarom is elk punt van uw lichaam, elk lid en elk deel van een lid met uw hoofd verbonden.

En zoo nu ook is er in Christus, als uw Hoofd, eenaanknoopingspunt, van waar een band uitgaat, die door al de geledingen van het lichaam heen, in uw hart uitkomt, en u aldus persoonlijk aan Jezus verbonden doet zijn.

Als Jezus u nu trekt, dan trekt hij aan dien band, en aldus zijt ge in Jezus macht en beheerscht hij uw leven.

De afstand zegt hier niets. En ook zegt het niets, dat gij, noch iemand, dien band bloot kunt leggen.

Ook doet het er niet toe, of gij dien band voelt trekken.

Het eenige wat hier beslist, is het geestelijke feit, dat gij in het diepst uwer ziel aan Jezus vastligt; dat Jezus uw hart door dien band in zijn macht hetft, en dat hij door middel van dien band u zóó beweegt, zóó trekt, als dit voor zijn koninkrijk noodig is.

Dat trekken van Jezus nu is aldoor een trek­ ken naar boven. Niet plaatselijk, maar in geestelijken zin.

Gij blijft onder dat trekken waar gij zijt. Maar ge wordt er door opgeheven in geestelijken zin. Ge wordt van het lage en onedele afgetrokken, en gaat u in den hemel meer thuis gevoelen.

En dat trekken gaat voort en voort, tot eindelijk uw loop op aarde zal voleind zijn; en dan wordt heel uw wezen opgetrokken, en wordt ge overgezet in die zalen van het eeuwige licht waar Jezus zelf is.

Zoo echter, dat ge reeds nu, als Jezus trekt, kunt meegeven, of kunt tegenhouden.

En daarom zal het steeds uw bede zijn, dat ge dat trekken van Jezus niet slechts moogt ondergaan, maar ook gewaar moogt worden.

De zaligheid van Gods kind.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 maart 1902

De Heraut | 4 Pagina's

„Ze allen tot mij trekken.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 maart 1902

De Heraut | 4 Pagina's