GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Geen Confessie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen Confessie.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 6 Mei 1904.

Het streven van de heeren Knappert es om een moderne geloofsbelijdenis op te stellen heeft op de jongste vergadering der moderne theologen niet veel ^sympathie gevonden.

Prof. Cannegieter, kerkelijk hoogleeraar in de Dogmatiek aan de Utrechtsche hoogeschool, verklaarde ronduit, dat elke confessie en elk dogma in strijd was met de moderne geloofsbeschouwing. De religie was iets zöo teers, zoo mystieks, zoo individueels, dat zij alleen in de binnenkamer thuis hoorde. Elke poging om het religieuze leven in vaste formules te brengen moest daarom worden afgekeurd. Hier stond of viel elk zijn eigen heer.

En de indruk van deze rede was zoo overweldigend, dat zelfs de heer Knappert een oogenblik den moed opgaf, gelijk hij achteraf met schuldbekentenis in de Hervorming aan zijn vrienden meedeelt.

Nu is op zichzelf de gedachte, dat een vergadering van theologen, zonder eenig kerkelijk mandaat saamgekomen, een dogma of confessie zou vaststellen natuurlijk een ongerijmdheid. Zoolang het woord dogma of confessie nog in historischen zin gebruikt wordt, is het alleen een Kerk die de macht heeft om dit te doen. Indien Prof. Cannegieter van dat standpunt uit critiek had geoefend op het streven van de heeren Knappert c. s. dan zou deze critiek juist zijn geweest.

Maar dit principieele bezwaar daargelaten spreekt het wel van zelf, dat wij in deze worsteling veel meer sympathie gevoelen voor hen, die het modernisme voor een geheele doorvloeiïng bewaren willen dan voor de apostelen van een individualisme, dat het religieuze leven aan de willekeur prijs geeft.

Hoe volkomen juist het is, dat de religie wortelt in het diepst van het zieleleven van den geloovige, toch heeft de historie geleerd, dat alleen in den band der gemeenschap het religieuze leven tot zijn volle ontplooiing komen kan. Zonder kerk, zonder dogma, zonder cultus kan de religie niet bloeien. Wie dat alles verwerpt houdt ten slotte niets dan een vage, mystieke aandoening der ziel over, die zonder inhoud of vorm, zonder kracht of leven is. Zulk een religie sterft aan bloedarmoede weg.

Dat is de grondfout, waarom het modernisme nooit invloed op het volksleven krijgen kan. Men kan kerk en dogma en cultus wel verwerpen, maar van bloote negatie leeft het geloof niet. Comte zag dit terecht in, toen hij den christelijken godsdienst verwerpende, zelf als stichter eener religie optrad, waarbij hij als hoogcpriester dienst deed voor het altaar van den nieuwen god, dien hij zelf had uitgedacht. Het modernisme, dat den vorm verbrak om den geest te behouden is juist oorzaak geweest, dat in steeds breeder kring het religieuze leven is verzwakt en ten onder gegaan.

Bij een deel der modernen zijn allengs de oogen voor dit gevaar opengegaan. Eenerzijds zag men hoe een jonger geslacht, op den weg der negatie steeds verder voortschrijdend, het geloof aan God, aan de onsterfelijkheid der ziel, aan het bestaan der ziel zelf ten offer bracht óp het altaar der moderne wetenschap. Rechts kon men de grens afbakenen; zelfs aan de evangelischen kon geweigerd worden om deel te nemen aan de vergadering der Eriesche vrijzinnige theologen. Maar links was geen grenslijn te trekken; eerst werden de socialisten geduld; nu kreeg zelfs een anarchist recht van spreken. Is het wonder dat de ernstiger mannen onder de modernen deze debacle moede een bolwerk wilden oprichten tegen wat in hun oog schennis van de heiligste tradities van het modernisme was.-”

En anderzijds voelde men, dat het modernisme geen vat had op het volk. Waar moderne predikers optreden, stroomen de kerken leeg. In onze groote kerken beroept men reeds lang geen moderne predikanten meer. En het publiek, dat de samenkomsten van den Protestantenbond bezoekt, bestaat uit enkele deftige lieden, die Zondags gaarne nog een „goed woord" hooren, maar het volk komt er niet.

Zoo heeft deze fractie op zelfbehoud bedacht willen redden wat te redden viel. Een moderne confessie zou de al te ver gaande elementen afsnijden. Een moderne liturgie aan het kerkelijk leven een vasteren vorm geven. De schare, die ongeduldig vroeg, wat het modernisme wilde, zou eindelijk een positief antwoord ontvangen.

Eilacy, ook deze droom bleek een fata morgana te zijn.

Prof. Cannegieter heeft het ronduit gezegd.

Modernisme en cofessie sluiten elkander uit. Wie een dogma wil heeft het moderne standpunt verlaten.

Zonderling is alleen dat deze moderne hoogleeraar nog steeds met zijn geweten overeen kan brengen kerkelijk hoogleeraar in de dogmatiek te blijven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 mei 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Geen Confessie.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 mei 1904

De Heraut | 4 Pagina's