GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De nieuwe redactie der  Kerkenorde.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De nieuwe redactie der Kerkenorde.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De wijziging, die onze Kerkenorde op de Utrechtsche Synode onderging, moge v^^ei grootendeels daarin bestaan hebben, dat verouderde en in onbruik geraakte artikelen meer in overeenstemming zijn gebracht met den werkelijken gang van ons kerkelijk leven, maar dit neemt toch niet weg, dat het voor al onze Kerken van belang is te weten, hoe de nieuwe redactie van onze Kerkenorde luidt.

De Synode heeft daarom aan deputaten opgedragen bij de uitgave der Acta den thans officieel vastgestelden tekst der Kerkenordening te voegen met een kort woord van toelichting, waarom in enkele artikelen verandering is aangebracht.

Al mag van de activiteit dezer deputaten en van de scribae der Synode verwacht worden, dat de Acta spoedig in het licht zullen verschijnen, toch gaat hier altoos eenige tijd mee verloren, en voor de Kerken is het van belang reeds nu te weten onder de vigueur van welke bepalingen zij leven.

Het is daarom, dat wij die artikelen der Kerkenordening die gewijzigd zijn, hier laten volgen. De niet genoemde artikelen zijn overanderd gebleven. Stelt men dus in plaats van de hier genoemde artikelen den nieuwen tekst, door de Synode vastgesteld, dan heeft men de thans geldende Kerkenordening geheel.

De veranderde artikelen zijn de volgende;

ART. IV.

De wettelijke beroeping dergenen, die tevoren in den dienst niet geweest zijn, zoowel in de steden als ten platten lande, bestaat:

Ten eerste, in de ve' kiezing, dewelke na voorgaande gebeden geschieden zal door den Kerkeraad en de Diakenen, met onderhouding van de regeling, die daarvoor plaatselijk in gebruik of door den Kerkeraad vastgesteld is, en van de kerkelijke ordinantie, dat alleen diegenen voor het eerst tot den Dienst des Woords kuncen beroep n worden, die door de Classe, waarin zij wonen, praeparotoir geëxamineerd zijn; en voorts in Kerken met niet meer dan een Dienaar ook met advies van de Classe of van den hiertoe door de Classe aangewezen consulent, waar zulks tot nog toe gebruikelijk is geweest.

Ten andere, in de ^a: (j!»««a//i? of onderzoeking beide der leer en des levens, dewelke staan zal bij de Classe, aan welke de beroeping ter approbatie is voor te stellen, en geschieden zal ten overstaan van de gedeputeerden der particuliere Synode of eenige derzelven.

Ten derde, in de approbatie en goedkeuring van de lidmaten der Gereformeerde gemeente van de plaats, wanneer, de naam des Dienaars den tijd van vetitien dagen in de Kerk alge kondigd zijnde, geen hindernis daartegen komt. Ten laatste, m de openlijke bevestiging voor de gemeente, dewelke met behoorlijke siipulatien en afi^ragingen, vermaningen en gebed en oplegging der handen van den Dienaar, die de bevestiging doet (en van de andere dienaren, die mede tegenwoordig zijn), toegaan zal, naar het Formulier daarvan zijnde.

ART. V.

Nopens die Dienaars, die nu alreeds in den Dienst des Woords zijnde tot een andere gemeente beroepen worden, zal desgelijks zoodanige beroeping geschieden, zoowel in de steden als ten platten lande, door den Kerkeraad en de Diakenen, met onderhouding van de regeling, die daarvoor plaatselijk in gebruik of door den Kerkeraad vastgesteld is, en van de generale kerkelijke ordinantiën over de beroepbaarheid van hen, die buiten de Nederlandsche Gereformeerde Kerken gediend hebben, en over het meer dan eenmaal beroepen van denzelfden Dienaar in dezelfde vacature; in Kerken met niet meer dan twee Dienaren ook met advies van de Classe of van den hiertoe door de Classe aangewezen consulent, waar zulks tot nog toe gebruikelijk is geweest; en voorts in alle Kerken met approbatie van de Classe, aan welke de voorzeide beroepenen vertoonen zullen goede kerkelijke attestatie van leer en leven, en [met approbatie van de lidmaten der Gereformeerde gemeente van de plaats, wanneer, de naam des Dienaars den tijd van veertien dagen haar voorgesteld zijnde, geen hindernis daartegen komt; waarna de beroepenen met voorgaande stipulatiën en gebeden zullen bevestigd worden, naar hét Formulier daarvan zijnde.

ART, VII.

Niemand zal tot den Dienst des Woords beroepen worden, zonder dat men hem in eene bepaalde plaats stelle, ten ware dat hij gezonden worde om hier of daar kerken te vergaderen.

ART. VIII.

Men zal geen schoolriieesters, handwerkslieden of anderen, die niet gestudeerd hebben, tot het predikambt toelaten, tenzij dat men verzekerd zij van hunne singuliere gaven, godzaligheid, ootmoedigheid, zedigheid, goed verstand en discretie, mitsgaders gaven van welsprekendheid. Zoo wanneer zoodanige personen zich tot den Dienst presenteeren, zal de Classe hen (indien het de particuliere Synode goedvindt) eerst examineeren, en naardat zij hen in het examen bevindt, hen een tijd lang laten in 't privé proponeeren, en dan yoorts met hen handelen, zooals zij oordeelen zal stichtelijk te wezen, volgens de generale regeling, daarvoor door de Kerken vastgesteld.

ART. X.

Een Dienaar, eens wettelijk beroepen zijnde, mag de gemeente, aan welke hij verbonden is, niet verlaten, om elders eene beroeping op te volgen, zonder bewilliging des Kerkeraads met de Diakenen, en met voorweten van de Classe, gelijk ook geene andere Kerk hem zal mogen ontvangen, eer hij wettelijke getuigenis zijns afscheids van de Kerk en Classe, waar hij ge diend heeft, vertoond hebbe.

ART. XI.

Aan de andere zijde zal de Kerkeraad als representeerende de gemeente, ook gehouden zijn hare Dienaars van behoorlijk onderhoud te verzorgen, en hen niet uit hun dienst te ontslaan zonder kennis en approbatie van de Classe en van Deputaten der particuliere Synode.

ART. XV.

Hot zal niemand geoorloofd zijn, den dienst zijner Kerk onderlatende of in geenen vasten dienst zijnde, hier en daar te gaan prediken buiten consent en autoriteit der Synode of Classe. Gelijk ook niemand in eene andere Kerk eenige predikatie zal mogen doen, of Sacramenten bedienen, zonder bewilliging des Kerkeraads van die kerk.

Art. XIX.

De gemeenten zullen, voor zooveel noodig, arbeiden, dat er studenten in de Theologie zijn, die door haar onderhouden worden.

ART. XX.

In de Kerken, waar personen zijn, die volgens Art. 8 bekwaam zijn geoordeeld om tot den Dienst des Woords te worden voorbereid, zal men tot hunne oefening het gebruik der propositiën kunnen instellen.

Art. XXII.

De Ouderlingen zullen door het oordeel des Kerkeraads en der Diakenen verkozen worden, volgens de regeling, die daarvoor plaatselijk in gebruik of door den Kerkeraad vastgesteld is; bij welke regeling het naar de gelegenheid van iedere Kerk vrij zal zijn, van tevoren de ge meenteleden in staat te stellen op geschikte personen de aandacht ie vestigen, en voorts vrij zal zijn, voor de verkiezing zelve zooveel ouderlingen, als er van noode zijn, aan de ge meente voor te stellen, om van diezelve (ten ware dat er eenig beletsel voorviel) geappro beerd en goedgekeurd zijnde, met openbare ge beden en stipulatiën bevestigd te worden, of een dubbel getal aan de ger> eenle voor te stellen om het door hr»ar gekozen halve deel op dezelfde wijïC in den dienst te bevestigen, volgens het Formulier daarvan zijnde.

ART. XXVII.

De Ouderlingen en de Diakenen zullen naar plaatselijke regeling twee of meer jaren dienen, en alle jaar zal een evenredig deel aftreden. De aftredenden zullen door anderen vervangen worden, ten ware dat de gelegenheid en het profijt van eenige Kerk, bij de uitvoering van Artt. 22 en 24, eene herkiezing raadzaam maakten.

ART. XXXIII.

Die tot de samenkomsten afgezonden worden zullen hunne credentie-brieven en instruction, onderteekend zijnde van degenen die ze zenden, medebrengen, en deze zullen alleen keurstemmen hebten, ten ware in zaken, die hunne personen of Kerken in het bijzonder aangaan.

ART. XXXVII.

In alle Kerken zal een Kerkeraad zijn bestaande uit de Dienaren des Woords en de Ouderlingen, dewelke, althans in de grootere gemeenten, ten minste alle weken eens te zamen komen zullen, alwaar de Dienaar des Woords (of Dienaren zoo daar meerderen zijn, bij gebeurte) presideeren en de actie regeeren zal.

( Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 september 1905

De Heraut | 4 Pagina's

De nieuwe redactie der  Kerkenorde.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 september 1905

De Heraut | 4 Pagina's