Geen stap verder.
Amsterdam, 22 Juni I906.
Onze stille hoop, dat Ds. Heida ridderlijk erkennen zou, aan de Vrije Universiteit ongelijk aangedaan te hebben, toen hij publiek schreef, dat elke poging van de zijde der Kerken om met de Vrije Universiteit in nader verband te komen, op onwil van de Universiteit was afgestuit, is helaas niet verwezenlijkt.
Integendeel, het breede artikel, dat hij als antwoord schreef, vloeit over van personaliteiten, verdachtmakingen, advocatenhandigheden, maar gaat op de zaak zelve geen oogenblik in. Wil men een staaltje van deze soort polemiek.' De besprekingen op de jaarvergadering te Arnhem leidden tot geen vast resultaat en tellen dus niet mee. De belangrijke concessies, die de Vrije Universiteit voor en op de Arnhemsche Synode brengen wilde, dienden alleen om den Kerken zand in de oogen te strooien en aan de Theol. School een paar knappe professoren te ontfutselen. De belangrijke wijzigingen in de Statuten later aangebracht betroffen een inwendige reorganisatie der vereeniging en hebben met de Geref. Kerken niets uitstaande gehad, niettegenstaande toen besloten werd, dat alle Directeuren, Curatoren en Prof. in de Theologie lid der Geref. Kerken moesten zijn. En de bescheidenheid van den Senaat om in zake de wijziging van het contract aan de Kerken het eerste woord te laten, wordt voor onwil uitgekreten om het contract te herzien.
Verder op deze polemiek ingaan doen we niet.
Hier is geen redelijk oordeel maar blinde partij-hartstocht aan het woord. En iemand, die niet zien wil, kunt ge niet overtuigen. De Vrije Universiteit moet bij deze heeren nu eenmaal hangen. En al is ze aan de ten laste gelegde feiten even onschuldig als het lam uit La Fontaine's fabel, de wolf eet haar toch op.
We betreuren het, dat Ds. Littooy, die op zoo waarlijk gematigde wijze de redactiepen voert, aan een dergelijke tendenz-polemiek plaats gunde in zijn blad. Het Zeeuwsche Kerkblad staat voor zulk een polemiek te hoog.
Overigens zullen we rustig afwachten wat de Generale Synode in 1909 besluiten zal. De ervaring heeft geleerd, dat degenen die het meest uit den naam der kerken wanen te spreken, op onze Synodes het minst vertegenwoordigd zijn.
Waan en werkelijkheid zijn ook hier twee.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 24 juni 1906
De Heraut | 4 Pagina's