GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE COVENANTER.

XIII.

OP ONTDEKKING.

Het bevel dat CuUen ontving was, gelijk we reeds zagen, niet geschikt om hem aangenaam te stemmen.

Hij kreeg namelijk last het verblijf op te sporen en zich meester te maken van zekeren Ralph Douglas, een hoogst gevaarlijk man, die met de partij van Cameron de wapenen had opgevat tegen den koning, doch nu gevlucht k was, en zich ergens in 't land, waarschijnlijk h niet ver weg, moest schuil houden. Er was, o zoo heette het verder, alles aan gelegen, dien gevaarlijken oproerling in handen te krijgen.

Het eerste wat de officier deed was, dat hij k trachtte te weten te komen, wie die Douglas d eigenlijk was. Want hij had reeds geleerd, niet te veel te bouwen op hetgeen zijn: meerderen hem van de Schotsche Gereformeerden verhaal­ i den. Het gelukte hem echter niet, veel te weten r te komen. Blijkbaar wilden de menschen, al wisten zij ook iets, toch riet spreken. Wel was aan CuUen bericht, waar de vrouw en kinderen van Douglas woonden, maar de jonge krijgsman was gelukkig geen man als de verachtelijke Dalziel.

Zoo zwieif hij dan met zijn bende het land door, nu hier dan daar, niet wetend, hoe t dicht nabij de man was, dien hij zocht.

Op een morgen dwaalde hij met eenige zijner manschappen in een heuvelachtige streek rond, waar elk boschje werd onderzocht, elk pad nagespeurd, doch zonder gevolg. Op den middag toen het zeer heet was, ontwaarden zij in de verte iets dat op een hutje geleek. Ze spoedden zich er heen; een hond sprong grommend en blaffend hem te gemoet. Doch een forsche stem riep het dier terug.

Die stem kwam van een man, die nu uit het hutje te voorschijn trad, dat eigenlijk niet meer was dan een afdak van stroo op palen rustend, 't Bood althans een beschutting tegen zon en regen. Rondom graasden eenige scha­ H pen, die op de hei hun schraal voedsel vonden.

De man had een jachtgeweer bij zich liggen, en was blijkbaar bezig dat in orde te maken. Hij groette vriendelijk, en op de vraag van den officier, of hij ook iets voor hem te drinken had, haalde hij uit een gat in den grond een groote kruik en sprak:

„Ik kan u niets aanbieden dan water, maar het is ten minste helder en koel. Ik drink maar zoo uit de kan. Hebt gij een veldflesch bij u des te beter”.

De officier en zijn manschappen leschten — hun dorst en zett'en zich toen in de schaduw van het afdak neder, om een poos uit te G rusten.

„Ge hebt des konings soldaten een goeden H dienst bewezen, " sprak CuUen tot den herder: „ge zijt dus zeker hun vriend. Daarom kan ik u ook wel vragen, of ge ook zekeren Douglas kent, die tegen den koning heeft gevochten. r G We zoeken hem, en hij moet zich hier ergens ophouden.”

„Douglas, Douglas, ” sprak de ander. „Mijn goede beer, die oaam u soo algemeen in Schotland, dat iedereen hem wel kent. Maar hoe ziet die Douglas er uit? Kent ge hem? ”

„Neen, 't moet een man zijn in de kracht van het leven, maar ik heb hem nooit gezien.”

„Dan kan ik u niet helpen. Wilt ge bier nog wat vertoeven, ga uw gang. Ik moet nu naar de schapen zien.”

De herder groette de mannen en ging de hei op. Weldra zag hij ook den officier en de soldaten vertrekken. Zoodra waren zij niet buiten gezicht, of Lennie — want hij was de schaapherder — sprak tot zijn hond:

„Opgepast! Ik ga even weg.”

Het verstandige dier scheen zijn meester te begrijpen en joeg in een oogenblik de tien of twaalf schapen dicht bijeen. Lennie zelf ging, behoedzaam rondziende, den heuvel af, sloop een paar boschjes door en hield toen stil voor een armoedig huisje. Zonder aankloppen sloop hij binnen. Hij vond er de vrouw van zijn vriend Douglas en haar kinderen.

In korte woorden deelde hij hun mee wat hij gezien en gehoord had. Toen zei hij:

„Laat Ruth nu dadelijk naar vader gaan en zeggen, dat hij vooral van daag zich niet uit het hol waagt. Morgen in den ochtend kom ik hem spreken en nullen we zien wat het best is. Nu moet ik garw weer weg, want de soldaten konden terug komen, en als ze mij niet vonden ­ zouden ze licht achterdocht krijgen.”

Ook Ruth was spoedig op weg. Even voorzichtig als altijd ging het arme kind haastig voort. Als zij iemand zag aankomen school zij weg, tot de ander uit het gezicht was verdwenen. Eindelijk bereikte zij den grot en klom naar n binnen.

Vader ontstelde een weinig, toen hij zijn it dochtertje zag binnentreden, die er nog pas gisteren was geweest. Doch toen Ruth haar boodschap n had overgebracht, begreep hij alles en zei:

„Mijn lieve kind, de vijanden loeren op ons. Moge de Heere ons bewaren. Doch worden wij overgegeven tot den dood, dan weten we toch dat niets ons kan scheiden van de liefde Gods. Kus moeder en uw broertje voor mij. Misschien kan ik zelf nog eens hen weer ontmoeten. Maar zoo niet

Douglas kon niet voortgaan. De smart overweldigde hem. Hij oahelsde de kleine Rutb, en hield haar zoo een poos vast. Toen sprak hij:

„Ga nu heen, lieve. Anders wordt moeder ongerust.”

Ruth vertrok weenende. Zij kwam veilig weer thuis. Toch was moeder ernstig ongerust geweest. Want er waren weer ruiters voorbij het huisje gekomen, en zij hadden er naar gekeken en er op gewezen, 't Was duidelijk, dat zij den man zochten, wiens gezin daar woonde.

Den volgenden morgen kwam Lennie, trouw aan zijn woord. Hij ging het hol binnen, en een poos lang zagen de beide vrienden elkander aan, als David en Jonathan malkander moeten gedaan hebben, diep bedroefd. Toen zei Lennie:

„Lieve broeder, laten we ons sterken in den Heere onzen God, en intusschen zien wat ons te doen staat: of het beter is dat ge hier blijft, dan wel een andere schuilplaats zoekt.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 augustus 1906

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 augustus 1906

De Heraut | 2 Pagina's