GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De uitspraak van den

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De uitspraak van den

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 4 Jan. 1907.

De uitspraak van den Haagschen kantonrechter inzake den eisch tot belastingbetaling door de Hervormde Kerk tegen een onwillig lidmaat ingesteld, mag niet zonder een woord van ernstig protest worden voorbij gegaan.

Dat protest geldt niet de conclusie van het vonnis zelf. Dat de man, die openlijk verklaarde met de Hervormde Kerk ge broken te hebben, niet gedwongen werd ­ kerkelijke belasting te betalen, was niet meer dan recht en billijk. Alle kerkelijke belasting is een onding in Christus Kerk, en vooral in dit geval sprong de hatelijk heid van dezen belastingdwang wel aan ieder in 't oog.

Maar wel geldt onze grief de gronden, waarop deze uitspraak rustte. Vooreerst toch verklaarde de kantonrech ter, dat de doop iemand niet tot lidmaat der Kerk maakte, want dat hiertoe een handeling noodig was, door den betrokken persoon zelf op meerderjarigen leeftijd ver richt. Zelfs de belijdenis des geloofs, op minderjarigen leeftijd afgelegd, was zonder meer niet voldoende om iemand ais lidmaat der Kerk te beschouwen. De gewone regels van een burgerlijke vereeniging werden hier dus op de Kerk van toepassing verklaard, zonder dat de rechter ook maar eenigszins rekening hield met het eigenaardig karakter dat de Kerk draagt. Hetzelfde wat de regee ring in Frankrijk heeft gedaan, toen ze de Kerk wilde oplossen in associations cultuelles Nauw daarmede in verband staat in de tweede plaats, dat de kantonrechter ver klaarde geen rekening te willen houden met de bepalingen door de Kerk zelf gemaakt, omdat deze voor den rechter geen beteekenis hadden en hij alleen gebonden was aan de regelen van het burgerlijke recht. Niettegenstaande de Staat erkent, dat er een eigen recht is op handelsgebied; een eigen recht voor de verhouding van heeren en dienstboden; een eigen recht voor de militairen; wordt alleen aan Christus Kerk het recht ontzegd om op haar eigen terrein bepalingen te maken, die de burgerlijke rechter te eerbiedigen heeft.

En in de derde plaats herhaalde deze kantonrechter weer het oude praatje, dat het reglement van 1816 wel onwettig was krachtens zijn oorsprong, maar dat het later toch wettig was geworden, doordat de leden der kerk er stilzwijgend in berust hadden; niettegenstaande onze knapste juristen — we herinneren alleen aan wat Prof. Fabius in zijn Reglement van 1852 schreef — op de meest afdoende historische en juridische gronden hebben aangetoond, hoe door en door onwaar deze stelling is. Veel zal er aan dit vonnis wel niet te doen zijn. De som, waarom het gaat, is te klein om hooger beroep toe te laten. Maar des te meer is het roeping en plicht der Christelijke pers, om over deze uitspraak scherp recht te doen. Dit vonnis tastte Christus kerk in haar xvezen aan.

Onze openbare onderwijzerswereld is in last.

Het vuur hebben ze zich uit de sloffen geloopen in 1905, om aan de liberale coalitie de overwinning te bezorgen.

Het „clericale" Ministerie moest vallen, omdat het 's lands schatkist openstelde voor de „secteschool" en het toelei op den ondergang der openbare school.

Onder een liberaal Kabinet zou de gouden eeuw voor hun troetelkind weer aanbreken.

Ze droomden reeds van een Kappeyne o redivivus. Van scherpe resolution tegen de n bijzondere school. Van paleizen voor de open­ t v bare. En vooral van salarisverhooging voor w henzelf, als dank voor bewezen hulpdienst s in den electoralen strijd.

Eilacy, hoe bitter ze zijn teleurgesteld. e Op hun jaarvergadering in Den Haag t regende het klachten. De regeering had w voor het openbaar onderwijs in 't afgeloo-v pen jaar „zoo goed als niets" gedaan. Erger g nog, ook voor de toekomst stond te vreezen, a dat dit Kabinet op onderwijsgebied „weinig m of niets" zal tot stand brengen.

En ondertusschen bloeide de secteschool. z Alleen in dit jaar werden zeventig scholen met den Bijbel gesticht. Als paddestoelen rijzen zé uit den grond.

En alsof al deze jammer niet genoeg was, komt een hunner schoolautoriteiten in de Tweede Kamer nog pleiten voor subsidie aan de bijzondere middelbare scholen, en stemmen de sociaaldemocraten in Amsterdam's gemeenteraad voor steun aan de bijzondere bewaarscholen.

'Is't niet om bij te huilen voor de arme frontmakers ?

Eerst de kastanjes uit het vuur halen, en thans met brandwonden aan de handen en voeten toezien, hoe een ander ze opeet. De oude historie van den slimmen aap en de domme kat.

Of de les helpen zal.?

Och, De Tijd merkte het dezer dagen nog zoo terecht op, de openbare onderwijzers zijn zoo bijster naief.

Als straks de verkiezingstijd in 't land komt, doen ze weer even hard dienst als gangmakers voor den liberalen of socialistischen candidaat.

Een roerend voorbeeld van altruïsme. Want den prijs krijgt, dat weet ge wel, de gangmaker nooit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 januari 1907

De Heraut | 4 Pagina's

De uitspraak van den

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 januari 1907

De Heraut | 4 Pagina's