GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEE WERELDEN.

TELEURSTELLING.

XXV.

Een paar dagen later beproefde Rika eenj een handwerkje te doen. 't Was zoo vervelend Êtltijd ledig te zitten, en het denken over vele dingen maakte haar erg moe.

Het handwerkje vlotte tamelijk wel. Maaf toen zij, hierdoor aangemoedigd, zich twee dagen later weder aan een boek waagde, ging het net als den eersten keer. Ze moest het lezen al spoedig opgeven.

Doch kon zij dan al zelf het niet doenj mevrouw was bereid haar voor te lezen, en deed dat ook trouwens meer dan een uur lang. Toen de dame vertrokken was, trachtte Rika zich

al het gehoorde nog eens te herinneten. Maar dat ging bijster slecht. Het meeste was zij nu reeds weer vergeten of warrelde in haar hoofd dooreen. Wel had zij, gelijk we weten, ook vroeger moeilijk iets lang kunnen onthouden, maar toch viel wat zij thans ondersrond, haar bitter tegen. Zij begreep het niet, wijl ze nu toch weer loopen kon, ea allerlei dingen doen.

„Je hoofd zal nog te zwak zijn, mijn beste, " zei mevrouw, aan wie zij haar nood klaagde. „Van een ziekte zegt men terecht: Het komt te paard, het gaat te voet."

Dat was nu wel een troost, maar gaf geen beterschap. Twee weken later was die nog niet gekomen. Rtka had al drie maal beproefd aan broer Kobus te schrijven — vader en moeder bezochten baar nu en dan, maar hij woonde te ver — doch het gelukte maar niet. Overigens was zij allengs den stoot weer te boven gekomen en ging uit en in als andere menschen. Maar van verder leeres kon natuurlijk nog geen sprake zijn.

De directeur der school echter, die trotsch was op de vorderingen die het meisje onder zijn leiding gemaakt had, zag haar heel gaarne terug, en sprak er over met mijnheer Brandwijk, Deze evenwel beriep zich op den dokter, die niet wilde dat Rika zich vooreerst veel zou inspannen. De directeur sloeg toen voor, eens een professor er over te raadplegen.

Dit geschiedde, en de geleerde heer bracht aan Rika een heel lang bezoek. Daaarna kwam hij nog eens, en zei toen: „Vooreerst moet ge nog heel rustig wezen, Dan zullen we zien."

Doch na een maand bij een derde bezoek, was zijn raad ten slotte dezelfde. Rika werd bitter ontmoedigd en teleurgesteld. Eindelijk vroeg zij mijnheer Brandwijk dringend, dat hij eens van den professor zou gaan vernemen, hoe het met haar stond.

En zoo geschiedde.

„Rika, " zei mijnheer, een paar dagen later, „ik heb g-daan wat je me gevraagd hebt. 't Spijt me, dat ik je geen beter boodschap kan brengen. De professor zegt, dat al voel js je ook gezond, je hoofd toch nog te zwak is. zoodat je zeker opnieuw ziek zoudt worden, als je dade lijk weer aan de studie gingt. Je nroet, zegt hij, een poos de buitenlucht hebben, en niets lezen of schrijven of leeren. Dan kan alles nog best terecht komen."

Maar toen een half uur later, mevrouw Brandwijk, die Rika ontmoet had, haar man vroeg wat de pTofsssor eigenlijk had gezegd, luidde zijn antwoord wel een weinig anders dan het eerste.

„Ik vrees, " zei mijnheer, „dat on^e Rïka de school nooit meer bezoeken zal. Ik heb haar dat natuurlijk niet willen zeggen, maar ik merkte heel goed, dat hij volstrekt geen hoop gaf op haar herstel. Alles is mogelijk, maar als zij weer begint, kon zij opnieuw instorten en dan misschien voor goed. Haar hoofd, zoo zei hij, is wel helder, maar niet berekend op zooveel als van haar gevorderd wordt."

„Maar wat dan? " vroeg mevrouw.

„Ja, 'i ii duidelijk, dat Rika mettertijd zich, als zij bij haar plannen bleef, telkens voortdu rend zou mo-jtea iusp& naen, en dat zou immers moeten misloopeu. Daarom beter ten halve gekeerd, dan geheel gedwaald. Voorloopig moet zij rust nemen m haar stille dorp. Later zullen we dan wel verdsr zien."

Hoe Rika onder dat alles was kunt ge begrijpen. Tekurstelling en droefheid vervulden haar hart. Zooveel tijd en moeite en zorg had zij besteed om zoo ver te komen als zij nu was; zooveel hadden anderen voor haar gedaan, - en nu werd het zoo eensklaps afgesneden. Wie kon zeggen, hoe lang 't duren zou eer zij weer beginnen moc'.vi? En dan terug naar het dorp, waar zij in de laatste tijden liefst niet kwam, onder al die boersche menschen, zonder manie ren, zij die nu al een steedsche dame begon te worden, 'i Was heel pijnlijk, het krenkte haar trots, het griefde haar ook als zij dacht aan andere meifjes die haar nu van zelf ver vooruit zouden komen. Waarom moet dat nu ook gebeuren, dat juist haar treffen!

Doch op die 'laatste vraag kwam geen antwoord — al, hans niet aanstonds —en evenmin op zooveel andere, die in haar hart oprezen. Op 't oogenblik zag zij alleen voor zich een tijd van vervelitg en verdriet, van afwachten in hoop en viei; s, en haar hart werd daarbij on rustig en wrevelig. Zoo was zij dan ook weinig geneigd om troost te zoeken waar die te vinderj is, voor die bedroefd zijn, bij Hens die gebroke nea van hart heelt. Rika's hart was nist gebroken. Zij gevoelde zich veeleer als 't ware verongelijkt, dat haar, die toch steeds haar best had gedaan, die door allen werd geprezen, zuik een lot trof Zij vergat dat er tweeërlei lof is, en dat die welken de menschen geven, vaak een gansche andere is, dan die welke bij God gelilt. Ook bedacht zij niet hoe, al waren we in alles onberispelijk, we nog onnutte dieiïstknechten zouden zijn, die maar hadden gedaan wat wij schuldig waren.

Weldra kwam de tijd van Rika's afreis Mijnheer en mevrouw waren zeer aangedaan, en hoopten maar dat zij spoedig zou tcrugkeeren. „Want, " zei mevrouw, „je bent mijn rechterhand in de huishouding; denk daarom." De directeur zond een grooten mand bloemen, en zei, dat hij in Rika zijn beste leerling zou missen; ge lukkig, zoo hij hocpte, maar voor korten tijd. Ook vele medeleerlingen kwamen afscheid nemen; allen met een: „tot weerziens!" Doch hoe hartelijk dat nu ook was, Rika begon iets te begrijpen, 't Was als rekende men niet bepaald meer op haar terugkomst. En dia gedachte maakte het heengaan nog smartelijker. Juist die vele bloemen en geschenken die zij ontvicg, schenen haar een kwaad teeken. Doch ze hield zich groot en deed alsof ze vast geloofde wat allen verzekerden: „We zien je gauw terug."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 mei 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 mei 1907

De Heraut | 4 Pagina's