GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk. Augagneur te Par ij s, ter verdediging van zijn gedragslijn op Madagascar. De drie groepen waarin de Fransche Gereformeerden ui teengaan. Offervaardigheid van Roomsche zijde.

De gouverneur van Madagascar, Augagneur, is tegen het eind van October te Parijs aangekomen en zoekt aldaar door het verleenen van interviews en ook door het uitgeven van een anonyme brochure, getiteld: „De Zending en het religieuse vraagstuk op Madagascar", de politiek van onderdrukking, die hij tot hiertoe volgde, te verdedigen. Daarin verdedigt hij niet alleen den door hem genomen maatregel, waardoor alle scholen die in kerkgebouwen gehouden werden, opgeheven zijn, onder voorwendsel dat daarin maar alleen de catechismus geleerd werd, maar kondigt hij nog scherper maatregelen aan. Er zijn op het eiland 3000 protestantsche . kerken, welke slechts door 200 Europeesche zendelingen bediend worden; de meeste kerken worden daarom door inlandsche helpers gediend. Nu moeten deze arbeiders in het Koninkrijk Gods verdwijnen. Augagneur wil de meening ingang doen vinden, dat de vergaderingen door inlandsche Christenen geleid, even gevaarlijk zijn als de vergaderingen der toovenaars die reeds verboden zijn. Hij beroept er zich op, dat de aristocratische stam der Hova's, die tot hiertoe door. de religie zulk een grooten invloed had, zich licht van den Godsdienst bedienen kan, om een „aethiopisch gevaar" ook op Madagascar in het leven te roepen; doch hij brengt geen enkel bewijs bij om die gedachte aannemelijk te maken. Hij wil op Madagascar evenals in Frankrijk het beginsel van neutraliteit bij het volksonderwijs toegepast zien; doch het ligt voor de hand, dat deze neutraliteit uitloopt op bestrijding der religie. Dat dit geen ijdele beschuldiging is, blijkt uit hetgeen Augagneur in zijn brochure schrijft. Daarin lezen wij: „Ik geloof in het geheel niet aan den beschavenden invloed van den Godsdienst. De beschaving is de dochter van den industrieelen en wetenschappelijken vooruitgang en is ontsproten uit den oeconomischen ommekeer, die door dezen vooruitgang in het leven geroepen is".

Hij zegt voorts, dat den inboorlingen volstrekt niet het algemeen Fransche recht is gegeven. Waarom zou hij dan niet het recht hebben te bepalen, dat de inboorlingen wel Europeesche Zendelingen mogen aanhooren, maar dat zij niet zelf mogen prediken en ook geen propaganda mogen maken voor het Christendom? Kortom, hij wil met alle geweld verhinderen, dat inboorlingen als predikers optreden. Het onderwijs, dat tot hiertoe door de zendelingen aan het volk gegeven is, wil hij slechts zeer spaarzamelijk door den Staat laten geven, maar de hoogere scholen wil hij den inboorlingen onthouden.

Augagneur heeft aan alle leden van de Kamer van afgevaardigden een exemplaar zijner brochure gezonden. Zal dit lichaam Augagneur's optreden goedkeuren? Wij vreezen van wel, want de meerderheid van de volksvertegenwoordiging van Frankrijk steunt het ministerie in zijn anticlericaal of liever anti-godsdienstig streven. Wij vernemen, dat. het bestuur van een Zendinggenootschap te Parijs een geschrift zal in het licht geven, waarbij dat van Augagneur wederlegd wordt. Of het baten zal?

In Frankrijk zijn door de wet op scheiding van Kerk en Staat de Gereformeerden in drie partijen verdeeld. De rechterzijde heet „de nationale unie van de Evangelisch Gereformeerde kerk"; het centrum noemt zich: „de unie der Gereformeerde kerken", en de linkerzijde nam den naam aan van „de unie der vereenigde Gereformeerde kerken." o Men heeft al lang het lan gekoesterd om vertegenwoordigers dezer drie groepen in ééne vergadering te laten saamomen, om de gemeenschappelijke belangen van et groote Protestantsche huisgezin, gelijk men it noemt, te behartigen. Daarvoor werd den d 23Sten October te Parijs eene vergadering van eputaten der drie groepen gehouden, doch men oest daar tot de overtuiging komen, dat er oorshands geen sprake zijn kan van eene veregenwoordiging van alle groepen in ééne veradering.

Reeds jaren van te voren was te verwachten, at het in Frankrijk, tot een finale scheiding an Kerk en Staat komen zou. De bisschoppen er Roomsche Kerk hebben er daarom bij de ongere geestelijken gedurig op aangedrongen, dat ze zich niet alleen zouden oefenen in de oodige Godgeleerde wetenschappen, maar ook dat zij zich een of ander handwerk zouden eigen maken, opdat, wanneer ter kwader ure de d Staat de bezoldiging der geestelijken mocht h inhouden, deze op eerbare wijze in hun onder­ bw houd zouden kunnen voorzien.

In Frankrijk zijn er thans een groot aantal geestelijken, die het moedig besluit genomen hebben om geheel onafhankelijk in eigen onderhoud te voorzien, door bij de behartiging van de geestelijke belangen zeker handwerk uit te oefenen. In de bladen is deze wijze van doen breedvoerig besproken en dit vraagstuk is systematisch behandeld door den abt Louis Baller in een werk, getiteld: „Handwerken geschikt voor den priester in, den tegenwoordigen tijd." Van den tijd af dat dit werk de wereld inging, is deze beweging al meer algemeen geworden.

Zeker geestelijke zegt: „Ik bekommer mij weinig om de vervolging. Ik herstel klokken, naaimachines, horloges, enz. Ik bind boeken in. Vijanden van de geestelijken begunstigen mij. Ik breng hun minder in rekening dan anderen, ten bewijze dat een priester een goed mensch is."

Dit is iets anders als hetgeen wij van som­ s mige predikanten der Methodistische kerk in b N.-Amerika mededeelden, namelijk dat zij hun mbt neerlegden, omdat zij niet genegen waren r het te blijven bedienen bij een al te karige bezoldiging. De gemeenten die hunne predi­ M kanten niet van behoorlijk onderhoud voorzien, D zijn zeker niet te prijzen; maar evenmin de g redikanten die het VVoord Gods niet meer m willen bedienen omdat hunne bezoldiging al te g chraal is. Zeker staat er geschreven: „den d orschenden os zult gij niet muilbanden", maar z ok heeft Paulus uitgeroepen: „wee mij, indien m k het Evangelie niet verkondig".

China. Bestrijding van de Opium. Gedurende de laatste maanden heeft de Chineesche regeering getoond dat het haar ern t s met haar strijd tegen de verderfelijke opium.

Alle opium-kitten in steden als Peking, Tientsin, Paotingfoe, Foechow, Moekden, Shangai, Canton, Ningpo, Hangkoe, Nauchang en onlangs Hangchoe, met een bevolking van 800.000 zielen, werden gesloten. In Hangchoe geschiedde dit in September, Daarbij werd de geheele voorraad opium, dien men in de kitten vond, verbrand. De fiijpen werden tot bundels gebonden, het aantal bundels bedroeg 8 a 9000; de bundels werden tot twee groote pilaren opgestapeld en op het daarvoor bepaalde uur in brand gestoken, zoodat er tenslotte alleen asch overbleef.

Elke mail brengt berichten omtrent het sluiten van opiumkitten bij duizenden en het verbranden van pijpen bij tienduizenden. De handlangers der regeering treden daarbij zeer actief op; er worden anti opium-demonstraties gehouden, terwijl men hospitalen sticht voor de verpleging van de slachtoffers van den opium. Het is zeker beschamend voor Engeland en ook voor Nederland, dat een land waar het heidendom nog schier oppermachtig heerscht, als met één slag een volks-vergif weet weg te doen, waartoe Christelijke regeeringen voorshands nog geen kans zien.

Wat Engeland betreft arbeidt er reeds vier en dertig jaar eene „society" tot afschaffing van den opium-handel, gedurig daarbij getuigende tegen de Britsche regeering, die dezen handel liet voortgaan. Het schijnt wel dat men zich in Engeland gaat schamen voor het feit, dat het eenmaal China den oorlog aandeed, om den opiumhandel met dat land voort te zetten. Er is goede hoop dat de Engelsche regeering weldra het voorbeeld van China zal volgen. Wordt het geen tijd dat men in Nederland krachtiger dan te voren ga getuigen, opdat in onze Oost-Indische bezittingen de opiumkitten worden gesloten?

N.-Amerika. De Protestantsche Episcopale Kerk herdoopt in de „American Church".

Deze kerk hield hare Conventie, die om de drie jaar saamkomt, te Richmond, Besloten werd om van het titelblad vaxihttFrayer-Book de woorden „episcopal" en „protestant" te verwijderen. Men wil „American Church" heeten, zeker in navolging van de Episcopale Kerk van Engeland, die den naam voert van The Church of England.

Verder besloot de Conventie om een presideerend bisschop te verkiezen, als de bisschop, die thans dit ambt bekleedt, uitgediend heeft.

Tot nog toe was het regel dat de oude bisschop president was der conventie; maar een man op jaren is in den regel in Amerika niet zoo gewild. Men zegt van hen dat zij niet zoo „active" zijn.

Een der belangrijkste vraagstukken die ter tafel kwamen, was dat der negers of kleurlingen.

De Episcopale Kerk heeft in het Zuiden vele negers onder hare leden. Bisschop Bratton deelde mede dat alleen in Mississippi 9, 500 negers tot deze Kerk behooren. Uit Arkansas kwam een voorstel ter tafel om drie negerbisschoppen te wijden, en over te gaan tot de oprichting van een afzonderlijke Episcopale Kerk voor de Kleurlingen, Met groote meerderheid werd dit natuurlijk verworpen. Eveneens werd na breede • bespreking het voorstel verworpen om de negers in zendingsdistricten in te deelen met een neger-bisschop aan het hoofd. Eindelijk werd goedgevonden om het volgende voorstel over drie jaar aan de dan vergaderde Conventie ter goedkeuring voor te leggen: Ieder bisdom heeft het recht een suffragaan bisschop te verkiezen. Dit is een soort hulpbisschop, die wel met de bisschoppen in hunne vergaderingen saamkomt, maar zonder stemgerechtigd te zijn. Hem zal de zorg voor de negerkerken worden opgedragen.

Het kon dus niet lijden dat de negers gelijke rechten als de blanken in de kerk zouden hebben.

Ook werd bepaald dat alleen de leeraars der erk het Sacrament mochten bedienen, doch dat eeraars van andere kerken het Woord Gods ochten verkondigen.

Dr, W, H. Huntington van New-York stelde oor om de Geloofsbelijdenis cf de Negen en ertig Artikelen uit het Prayer-book te verwijeren. Hoewel dit voorstel nogal bijval vond, as de meerderheid toch van oordeel, dat een oo radicale stap wat te gewaagd was, zoodat esloten werd deze zaak te verwijzen naar eene ommissie, om over drie jaar te rapporteeren.

Dit voorspelt weinig goeds. Het is alsof men e belijdenis wil prijsgeven,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1907

De Heraut | 4 Pagina's