GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor ditmaal nemen we uit de practische verklarbg, die Ds. Wielenga van hetHuwelijksformulier geeft, een stuk over:

Het heeft iets van een verademing, wanneer na het schier eentonig refrein: gij zult gehoorzamen, de vrouw ook op andere plichten gewezen wordt.

Gehoorzamen is lijdelijk zijn, maar het zou zijn miskenning van de vrouw, wanneer in het passieve leven alleen haar beteekenis werd gezocht.

Ook de vrouw wordt geroepen tot een leven van actualiteit (dadelijkheid) waardoor haar een plaats, niet onder, maar naast den man is verzekerd.

Het formulier zegt: DGij zult ook uwen man in alle goede en oprechte diiigen belmhaam zijn. op uwe htiishouding goede acht hebben, en in alle ingetogenheid en eerbaarheid, zonder wereldlijke pracht, wandelen, opdat gij anderen een goed voor beeld van zedigheid moogt geven.

Dit is weer een stukje taaigoud, waardoor ons formulier, ook al schijnt het hier en daar verouderd, dierbaar blijft.

In weinige woorden wo: dt hier de roeping der vrouw tegenover het leven Saamgevat.

Letterlijk uit de Schrift genomen is dit deel van het formulier niet, maar toch hooren we een nagalm van i Petr. 3, waar de apostel tot de vrouw zegt, dat, zoo eenigen het v/oord ongehoorzaam zijn^ dezea door den wandel der vrouwen, zonder woord, mogen gewonnen worden, «als zij zuilen ingezien hebben uwen kuischen wande! in vreeze«. En dan spreekt hij verder het reeds vroeger aangehaalde oordeel uit, dat het ware sieraad der vrouw niet bestaat in het vlechten van haar of omhangen van goud, maar in den verborgen mensch des harten, in het pnverderfelijk versiersel van een zachtmoedigen en stillen geest die kostelijk is voor God.

Blijkbaar heeft ons formulier drie plichten der vrouw op het oog.

Eerstens de plicht tegenover den man. - Zij moet hem behulpzaam zijn.

Ten tweede, de plicht tegenover het gezin. - Zij moet op haar huishouden goede acht hebben.

En ten derde tegenover de wereld. - Zij moet voor de wereld en toonbeeld van kuischheid en zedigheid zijn.

Strikt genomen zijn de beide laatste plichten indirect ook als plichten jegens den man bedoeld, gelijk trouwens uit de inleideide woorden blijkt; «Desgelijks zult gij, vrouwen, weten, hoe gij a naar het Woord Gods houden zult jegens uwen manu. Wij hopen straks aan te toonen, in welk opzicht de plichten der vrouw tegenover gezin en wereld indirect plichten jegens den man zijn.

Wij spreken thans eerst over den plicht der vrouw tegenover den man in directen zin.

Hier ligt haar wezenlijke bestemming als huisvrouw, want God schiep haar Adam tot hulpe.

Waar reeds vroeger deze bestemming der vrouw principieel ter sprake kwam, behoef ik hier slechts ver de praktische zijde van dit onderwerp iets t« zeggen.

Het hulpe zijn der vrouw voor den man begint bij het eenvoudigste. Zij draagt zorg voor zijn spijze zijn huis, zij a kleed, - de dingen, die de buitenzijde van het leven betreffen. Wanneer da man er slordig uitziet, wordt daarvan, - en in zekeren zin terechtde vrouw een verwijt gemaakt. God gaf der vrouw ver het algemeen een fijnen smaak en aesthetischen anleg, waarmee zij den man dienen moet Ea zij ient hem daarmede gaarne en is er trotsch op als haar man, ook wat zijn uiterlijk betreft, goed voor en dag kan komen.

Hoe groot de invljed der vrouw is in dezen, kan hieruit blijken, dat men den ongetrouwden man menigmaal aan zijn »uitwendigeninensch« herkent, n hoort: »Men kan zien, dat die man geen vrouw heeft«.

Veel verder gaat echter de roeping der vrouw wat betreft den arbeid des mans.

Arbeid en strijd zijn in dit leven niet zelden synoniemen. En nu wezen wij er reeds op, dat de verstandige man de zorgen omtrent zijn arbeid zooveel hij kan voor de vrouw zal verbergen, maar niet altijd kan hij dat en mag hij dat. Waarom heeft God hem anders een hulpe gegeven ? En hoe beerlijk kan het zijn felgeprangd hart verluchten, wanneer hij, in nood zijnde, zich eens voor een meegevoelend hart uitspreekt Wat kan een enkel oedgekozen woord van de vrouv/ hem opbeuren. Hoe fijn is haar takt, - want zij kent den man mmers in zijn zwakheid én in zijn kracht, - om oor het juiste geneesmiddel van liefdebetoon de rankheid van het hart te genezen.

In het huwelijk is de gelegenheid zoo schoon tot behartiging van Paulus' woord-: Draagt elkanders lasten, en vervult alzoo de wet van Christus» (Gal. 6:2),

Er zijn vrouwen, die dit niet goed begrijpen. In laats van in den arbeid des mans in te leven en zijn zorgen te verlichten, leggen zij hem nog onoodige lasten van het huisgezin bovendien op en overstelpen hem terstond bij zijn thuiskomst met klachten en bezwaren.

Na vervolgens uit den Trouwring van De Witt

Talmage een stuk te hebben aangehaald, gaat

Ds. Wielenga aldus voort:

Onnaspeurlijk is de vrouw in haar gangen, wan neer zij waarlijk lief heeft.

Voor het oog kan zij zelfs in haar liefde onredelijk zijn, en liefhebben hetgeen niemand anders beminnen kan. Grove gebreken in het uiterlijk voorkomen van den man, leelijke. fouten in zijn karakter, droeve misstapen in zijn levenswandel, — niets schijnt haar diepgewortelde liefde te kunnen verhinderen zich naar den man uit te strekken, om hem tot een hulpe te zijn.

In dit opzicht is er in haar liefde wel eens iets van de Goddelijke liefde, die het onedele en het verachte uitverkiest.

En dan, hoe menige man heeft hetgeen hij geworden is in de wereld aan zijn hulpe te danken.

Hoe menige man moet op het hoogtepunt van zijn leven erkennen: Ik zou nooit zoover gekomen zijn, wanneer ik deze vrouw niet had gehad.

Zou Luther zonder Catharina van Bora die Luther der Reformatie geweest zijn, wiens imposant beell thans nog voor het bewonderend oog van het Protestantsche Europa oprijst?

Maar een voorbeeld van een huisvrouw als Catharina van Bora doet ons ook zien dat in de z. g. conjugale affectie het geestelijk element niet mag ontbreken.

De christen-huisvrouw behoort den man behulpzaam te zijn ook op den weg naar het Jeruzalem dat boven is-Wanneer het waar^s, dat van het zwakkere vat op den man een vormende invloed uitgaat voor het tijdelijke leven, dan is zij niet minder het geschikte instrument tot opbouw van zijn geestelijk leven. De man moge priester zijn in het huis, — zij is de priesteres. En wat den man in zijn priesterlijke bediening voor het gezin mocht ontbreken, heeft zij aan te vullen of, als het kan, te genezen. Zoo zijn mij voorbeelden bekend van gezinnen, waar de vrouw door haar kloek en teeder optreden den man er toe bracht om te doen, wat hij eerst niet wilde of durfde, namelijk hardop kan den disch voor te gaan in het gebed en het lezen van Gods Woord. Zelfs weet ik van een vrouw, die, zoolang de man in deze taak tekort schoot, zelfs het gebed aan tafel deed, totdat de man beschaamd door haar voorbeeld, dit priesterlijk werk van haar overnam.

O, als de geschiedenis eenmaal al haar boeken openen zal, welke heerlijke bladzijden zullen daar blinken ter eere van de vrouw.

Gezegend de vrouw, die door liefdestriumfen den man aan zich bond door een band van de gemeenschap der heiligen.

Een band, die niet, gelijk de huwelijksband, door den dood wordt verbroken.

Een eenheid niet tot het vleesch, maar tot den geest.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 mei 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 mei 1908

De Heraut | 4 Pagina's