GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De begrafenis van Prof. Biesterveld.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De begrafenis van Prof. Biesterveld.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tegen twaalf uur waren Vrijdag 1.1 meer dan duizend menschen saamgestroomd op de Oosterbégraafplaats om getuigen te zijn van de teraardebestelling van Prof Bias terveld. En de inenigte groeide nog aldoor aa-. Te ruim twaalf uur naderde de lijk stc.t. De kist werd gedragen door studenten van de Theologische faculteit der Vrije Uai ers'teit, en de massa schaarde z'ch n usscben in wijden kring rondom de geopende groeve.

Allereerst nam Prof. Geesink —-pas van zware krankheid hersteld — het woord, om te spreken namens Directeuren, Cura torea en Hoogleeraren der Vrije Universiteit. Een officieel woord dus; veel liever zou hij meer een intiem woord uit het vriendenhart doen hooren. Spr. herinnerde wat Prof. Blesterveld in den kring der Hoog leeraren was geweest en in den kring zijner studenten. Als Hoogleeraar in 6^^ ambtelijke vakken en in de Wetenschap van het N. T. aan de Vrije Universiteit aangesteld, heeft men zich nimmer over deze keuze te beklagen gehad, en in den breede zitte de spr. uiteen, hoe Blesterveld had gearbeid, en alles heeft gedaan om zijn leerlingen lief Ie voor de studie.in te boezemen. Vooral de wetenschap van het Nieuwe Testament werd door hem zoo ijverig beoefend, dat gerust mag worden gezegd dat hij haar tot een hoogte bracht als waarop ze aan onze Universiteit dusver niet had gestaan. Hij was onze Nieuwe Testamenticus bij uitnemendheid.

Wat zijn arbeid voor en met de studen ten aangaat, Spr. zou daar veel van kunnen zeggen, maar straks zal dat door henzelven worden gezegd.

En nu is dat alles van ons weggenomen ; die mond spreekt niet meer; het oog schittert niet meer van geestdrift; ons blij f £ over hem te gedenken en God te danken voor het vele, dat Hij in Blesterveld schonk. God de Heere schonk dezen man aan onze Universiteit, die in de gunst Gods deelen mag. Blijven wij gelooven, dat wij te doen hebben met een God, die onze Universiteit liefheeft.

Toen trad Prof. Bavinck naar voren, die een woord van den vriend deed hooren Naarmate iemand rijker geleefd heeft, naar die mate is het gemis te zwaarder, dat bij zijn heengaan wordt geleden. Zoo ook hier Dat korte leven was zoo rijk. In hem gaat heen' een liefhebbend echtgenoot, een zorgvoJle vader, een innig trouw vriend, een hartelijk ambtgenoot, een gevierd prediker, ja, wat niet al.

Spreker en prof. Biesterveld gevoelden zich innig aan elkander verbonden; ze had den denzelfden blik op het leven, dezelfde gedachte betreffende de oplossing van talrijke problemen, die 't leven biedt. Spr. heeft hem innig liefgehad om den adel vian zijn karakter, om zijn trouw hart, om de vurigheid en frischheid van zijn belijden; en om zooveel meer als dezen man sierde.

Tegenover de strenge en onverbiddelijke majesteit van den dood worden wij hier geplaatst; maar het oog van ons geloof ziet dieper en verder; het aanschouwt reeds het lichtgioren van den nog ongeboren dag en het hoort ook over deze groeve rulschen het woord van den Heiland: Ik ben de opstanding en het leven, die in Mij gelooft zal leven al ware hij ook gestorven.

Geloof gij dat.' — vroeg spr. Zalig wie 't belijden mag: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods. Wie dat belijdt, vindt het leven na den dood; na den strijd den vrede; na den arbeid de ruste tot in eeuv/ighcid.

Da heer W. G. Harrenstein, theol. student, sprak vervolgens met oogen vol tranen over den geliefden leermeester, die niet alleen groote gaven had als man van wetenschap, maar vooral een trouw hart voor zijn studenten. Hoe verkwikte hij hen met zijn gezonden humor; hoe bemoedigde hij hen wanneer z^ in moeilijke uren tot hem kwamen; de avonden in zijn studeerkamer doorgebracht, zullen nimmer worden vergeten.

Het studentencorps heeft den rouw aangenomen ; dat is meer dan een uiterlijk teeken; in ons hart is een leegte, omdat we hem moeten missen. Waarom juist hij van ons weggenomen.' Die vraag klimt in ons hart op, we konden hem niet missen. Laat ons God bidden, dat hij het door dezen beminden Hoogleeraar gestrooide zaad doe ontkiemen en vruchten dragen, opdat we tot eere van Gods Naam mogen wandelen.

Als deputaat van de Kerken voor het verband met de Theol. faculteit der Vrije Universiteit werd toen door Ds. Klaarhamer uit Utrecht gesproken.

Biesterveld was wel een man der wetenschap ; maar ook een dienaar der Kerken. Ea met hoeveel litfde diende hij haar; hoevelen zijn er door zijn woord getroost; hoeveel neergebogenen opgeticht; hoevelen beeft hij den weg des levens gewezen.

Bij de smirt die ons hart verscheurt, zeggen we: God beeft dat gedaan. Hij, die ons dezen man schonk, Hij deed zijn dienaar op zijn tijd ingaan in de ruste. Het werk door hem verricht, is niet ijdel geweest; het doel er mee wordt bereikt. Zijn leven, zijn arbeid, zijn sterven was in den Hecs-e; zalig zijn de dooden die in den Heere sterven. Wie als Biesterveld zich een arm zondaar voelt en eeniglijk rust op het getuigenis Gods, heeft de hoogste zekerheid; die God ons allen schenke.

Namens den Ketkeraad van Amsterdam sprak toen Ds. D. J. Karssen woorden van waardeering, liefde en broedertrouw. Er wordt in Amsterdam door dit heengaan zoo ontzettend veel verloren. Spreker bracht dank aan God, Die zooveel in Biesterveld geschonken had.

Namens den Kerkeraad van Gorirxhem sprak Ds. Lmdeboom een woord van herinnering. Men is daar nog niet vergeten wat Biesterveld als predikant in deze gemeente is geweest.

Ojk de Kerkeraad van RoUerdaBi gaf getuigenis van de liefde, die men in de IVIaasstad voor dezen prediker nog koesterde. Di. Landwehr bracht daarvan de verzekering over.

Toen f prak Prof. Honig namens Hoogleeraren en Curatoren en ook namens de leerlingen van de Theologische School te Kampen. Thans voor de derde maal is de theol. faculteit in rouw. Het was eerst bij bet sterven van Dr, v. d. Bergh; daarna rij dat van Dr. de Hartog, en nu, bij het heengaan van prof, Biesterveld. God de Heere Itidt de gangen van Zijn schepselen, ook van dezen man, wiens verlies wij allen betreuren. Hij aanschouwt nu „den Koning in Zijn schoonheid" ; schenke deze gedachte ons troost.

Namens Sonnevanck sprak daarop Dr. van Lonkhuyzen; hij prees Biestervelds werk op het gebied der phiianthropie en schetste hem als een tactisch voorzitter.

Namens de Gereformeerde Ziekenverp'eging frad tóen de grijze Ds, Gispen naar voren, en bracht een woord van dankbare herinnering, ook namens de pleegzusters, die in grooten getale tegenwoordig waren, aan het werk, dat Biesterveld ook voor deze instelling had gedaan. Laat ons amen zeggen: Geve God ons de genade om te doen wat van Aaron geschreven staat, toen d ze in zoo droeve dagen leefde : „en Aaron zweeg stil". Dat geve God ons allen.

Toen sprak nog Da, Vonkenberg, mede op verzoek van Dr. Grosheide, namens de oui-leerüngen, en namens den Geref, Jongelingsbord, waarvoor Prof, Biesterveld zooveel heeft gedaan. Hij sprak gaarne over de eeuwige jeugd; die is hem thans geschonken.

Nadat Ds, Van Schelven uit Wagèningen f-og gesproken bad voor Curatoren van h.t Zettensche Gymnasium, bracht Ds. de Jong van Heeg namens de treurende weduwe en dochter dank voor al het gesprokene. De Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen, de Naam des Heeren zij gelooft.

Toen kwam nog eenmaal Ds. Gispen, die de leiding had, naar voren. We hebben hier niets meer te doen, zei hij. De begrafenis is afgeloopen. Maar toch, laat ons niet heengaan zonder God te danken en zonder met elkaar een lied te hebben gezongen. Toen hief de grijsaard het hoofd omhoog en riep den Heere aan; daarna werd, onder teekenen van groote ontroering, gezangen:

Maar 's Heeren guust zal Oïer wie Hem vreesen, In eeuwigheid altoos dezelfde wezen.

Diep onder den indruk verliet toen de schare den doodenakker, waar de orde, niettegenstaande de groote menschenmassa, geen oogenblik gestoord werd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 december 1908

De Heraut | 4 Pagina's

De begrafenis van Prof. Biesterveld.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 december 1908

De Heraut | 4 Pagina's