Leestafel.

Door 's Heeren hand geleid. Ltvensschst» (met ortret) van WILLEM VAN LEEUWEN. Ia leven efenaar bij de Geref. Kerken in Nederland. et een woord vooraf van den Weleerw. heer . F. JONKERS, Bedienaar des Woords te Schiedan». OSTERBAAN KN LE COINTRE, GoeS, 1909.

Een boekje wel niet fraai van suji, naaar elangrijk genoeg van inhoud om er bier, en at zelfs eenigszins uitvoerig, de aandacht op te vestigen.

Zeker, Oefenaars, al zijn zij over het algemeen chtcnawaardife measchen, zijn nog _ gee° iKiiehen wier leven belangr^k geBo»g is o»» en behoeve yaa tijdgenoot en nageslacht, be-

rchreven te worden. Het wil mij voorkomen, dat ook Oefenaars bij de Gereformeerde Kerken in Nederland hierop geen nitïonderirig maken, lelf» ook wanneer jij onder zoo deerniswaardige omstandigheden den dood vinden als oefenaar VAN LEEUWEN, die op den iien November van 1908 „van een bezoek bij een zijner kinderen met de electrische tram van Rotter-(Jam komende, uitstapte in Schiedam, de plaats ïijoer woning, maar viel en door de traiq werd gedood."

Het belangrijke van den inhoud van dit boekje ïit dan ook niet hierin, dat het de Levensschets ran een Oefenaar is.

Ik leg bier nadruk op, want dat „In leven Oefenaar bij de Geref. Kerken in Nederland" op den titel, zou allicht doen vermoeden, dat de „Oefenaar" WILLEM VAN LEEUWEN onderwerp van een biographie is.

Maar zoo is het niet.

De heer VAN LEEUWEN is op het laatst van zijn leven eerst Oefenaar bij de Geref. Kerken in Nederland geworden, en daarvan wordt dan ook in zijn Levensschets, dit niet meer dan 48 bladzijden groot is, eerst op p. 46 verhaald.

Wilde men volstrekt acuter den naam een qaalueit, dan had er ook nog bij gekund Evangelist van de Vrienden der Waarheid", want ook dat is de hee'r VAN LEEUWEN, vóór hij O fenaar werd, sedert 1871 geweest. Mocht deze Ltvensschets een tweeden druk beleven, iets wat ik er van harte aan toewensch, dan zou ik ecbier ook déze toevoeging sterk ontraden.

En dat wel om dezelfde reden waarom ik dan de toevoeging „Oefenaar" zou ontraden.

Want zelfs een „Evangelist" van de Vrienden der Waarheid, — een term, die zooals mijn lezers bekend is, al evenmin als die van „Zendeling" in den haak is, doch dien ik nu maar gebruik omdat ik op het oogeublik geen beteren weet — die, als de heer VAN LEEUWEN, het prijzenswaardig werk verricht heeft van, in de dagen der doleantie, vele kerken tot reformatie te hebben gebracht, biedt na zijn dood nog geen stof voor eene, de belangstelling van hel Christelijk publiek wekkende levensbeschrijving.

Dat werk toch behoort tot het leven onzer plaatselijke kerken, moet in bare levensgescbie denis beschreven, door haar dankbaar worden gedacht. Dit laatste heeft tegenover VAN LEEUWEN inzonderheid te doen de Gereformeerde kerk van SCHIEDAM. Ook te SCHIEDAM toch, waarbij bet grootste deel van zijn leven gewoond heeft, was het, dat onder leiding van Ds VEDER, die daar in 1883 Hervormd predikant werd, mêe door den aroeid van VAN LEEUWEN, met de synodale organisatie gebroken werd. In het voorbijgaan zij bier opgemerkt, dat de geachte biograaf zich van ook zijn kerkelijk standpunt uit bezien, Iselijk verschreef met de door mij hieronder gecursiveerde woorden opp. ir. Daar toch lees ik: „Weinig kon hij — nl. VAN LEEUWEN — toen — dat was in 1836 — ver moeden dat bij, vijftig jaar later, op slechts korten afstand van de plaats waar hij — d. i. in SCHIEDAM — nu ter kerk was, zelve een gemeente zou voatgaMH (waarvan htf met anderen de stichter was), toen hij met anderen de reformatie der kerk had ter hand genomen."

Maar dit nu daargelaten, ben ik denanoniemen biograaf recht dankbaar voor deze zijn levensschets van WILLEM VAN LEEUWEN.

En dat niet zoozeer om de beschrijving van wat deze - hoe belangrijk ook -als Oefenaar en Evangelist gedaan heeft, dan wel om die van boe bij Christen, in den intiemen zin van het woord, is geworden; van hoe bij daarbij en daarna „door 's Heeren hand geleid is".

Dat is wat dit boekje zoo belangrijk maakt; wat er mij zoo voor interesseert.

Ia zijn Woord Vooraf schrijft Ds. J. F. JON­ KERS van SCHIEDAM:

„R'eds vroeg had onze Broeder indrukken der Wiarheid, die echter pas op later leeftijd vrucht droegen in bekeering en toewijding tot 's Heeren dienst.

Van zijn leven wordt ons in de volgende bladzijden verhaald. Een vriendelijke hand heeft uit voorhanden zijnde bescheiden mededeelingen en herinneri gen dit boekje saamgelezen.

Gaarne voldeed ik aan bet verzoek om een woord vooraf te willen schrijven.

Vooreerst omdat ik met banden van broederlijke vriendschap aan den overledene verbonden was.

Dan ook, omdat ik wist, dat in de volgende bladzijde zuivere waarheid gegeven wordt.

Eiudeliik, omdat het een kleine bijdrage is tot de Christelijke Biographie, die maar al te weinig wordt beoefend.

Het leven van 's Heeren kinderen is toch wel waard gekend te worden".

Alzoo een bekeeringsgeschiedenis ? ....

Jawel.

En daarom nu juist van zoo groot belang voor öns.

Voor öns. Gereformeerden van dezen tijd.

Want naar bekeeringsgeschiedenissen is onder 6as weinig vraag; wij krijgen er dan ook weinig van te hoorec; en er wordt betrekkelijk weinig Over geschreven en gelezen.

Er zijn onder ons, die zeggen, dat dit zóo ook maar heel goed is, want dat dit vragen paar en hooren van en lezen of schrijven over iemands bekeering maar „methodisme" is.

En daarmee is het dan uit.

Mij Wil het echter voorkomen, dat het zóo allesbehalve goed is en dat men er met een: «maèr methodistisme" nog niet if is.

Ik raad u daarom in gemoede aan, daze LEVENSSCHETS van broeder VAN LEEUWEN eens te lezen.

Ook ik heb hem, toen ik in ROTTERDAM predikant was, door mijn vriend VEDER leeren kennen. Zijn portret, bij het boekje, riep hem iflij terstond weer voor den geest. Wat VEDER, uviens prediking geheel naar het hart van VAN LEEUWSN was", mij zoo nu en dan van hem vertelde, stemt geheel overeen met wat ik om treat zijn geestelijk leven tiit deze biographie vernam. Ik deel dan ook de overtuiging van Ds. JONKERS, uitgesproken in diens Woord Vootaf, „dat in de volgende bladzijden zuivere waarheid gegeven wordt."

En die waarheid is 200 eenvoudig in den zin van onopgesmukt; zoo aangrijpend voor nog onbekeerden; zoo bemoedigend en vertroostend voor zoekende zielen; zoo verheerlijkend voor de deugd van Gods trouw tegenover Zijn kind.

Broeder v. LEEUWEN was een christen, die verslag kon doen van hoe hij er aan gekomen was; die aan de menschen niet alleen kon ver-'dien hoe het wezen moet, maar ze ook den weg wist aan te wijzen waarin het komt.

Daarom kon deze Oefenaar zoo stichten.

Bilangrijk is dit boekje voor de praktijk van oet christen leven en daarom voor ons allen.

Belangrijk öok uit esn oogpunt vaa theorie.

Van de theorie van de „Vits Spriritualia" voor de „Ascetica", voor de „psychologie der 'Wigie", «Q dJlarom ook van belang voor theo-"ogen van professie en voor hen die het worden willen.

Het Js heuich itts aBders dan een lereaibe» ««htiJvSng van «eu Evangelint — of hoe goo'a broeder dan ook betten moet — van dt Vrienden der Waarheid, of van een Oefenaar bij de Gereformeerde Kerken in Nederland; het is een gulden boekje van een door's Heeren hand geleide ziel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen