GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE BLINDE KUNSTENAAR.

II.

WEETGIERIGHEID.

Zooals ik de vorige maal zei, was Joseph's groote liefde voor muziek een reden te meer, dat knapen en ouderen zijn gezelschap zochten.

Ge moet weten, dat onze Joseph op zijn — tienden verjaardag van zijn oom een muziek­ t instrument ten geschenke had ontvangen, veel D gelijkend op wat wij een harmonica noemen. Mpeilijk had men den armen blinden jongen O gróoter genoegen kunnen bereiden dan met dit H geschenk. Het streelde bij bet speten zijn oor, het verschafte hem bezigheid en afleiding. Bijna zonder eenige hulp of nadere aanwijzing leerde hq zijn harmonica bespelen, al bleef hem ook vooreerst nog een raadsel, hoe zulk een ding in elkaar zat.

Weldra was hij in staat er een lied op te spelen, en zijn blijdschap was groot toen hij oom daarmee kon verrassen. Op het een volgde het ander. Weldra was blinde Joseph ­ met zijn harmonica bij velen een welkome gast. Hij speelde voor zijn makkers, maar werd ook menigmaal hier of daar in huis genoodigd om zich eens te laten hooren. En al deed onze vriend het niet om geld, toch kreeg hij vaak een belooning voor zijn spel, 't zij dan in geld of op andere wijs. Allengs leerde hij trouwens, geheel op 't gehoor af, zeer juist en zuiver spelen, en zoo mooi als op zijn altijd eenigszins gebrekkig instrument mogelijk was. Dikwijls zei oom bij zichzelf: had ik maa? geld, ik liet dien jongen voor de muziek opleiden. Daar zit toch zijn lust in en voor wat anders is hij kwalijk te gebruiken.

Geregeld woonde Joseph de diensten in de hoofdkerk bij. Vooral des Zondagnamiddags verzuimde hij nooit, wijl alsdan zeer veel gezongen werd en het orgel natuurlijk telkens dienst deed.

Hij had in de kerk een eigen plaats. Niet wijl hij een groot heer was, want zijn oom kon veeleer behoeftig heeten, maar omdat het plekje waar men hem een stoel had gegeven, toch voor niets anders te gebruiken viel. Het was namelijk zoo dicht bij het orgel, dat men van daar slechts het fraaie hekwerk zien kon, doch overigens alleen kon hooren wat in de kerk voorviel. Daarbij liep de blinde knaap, die aan een andere plaats toch niets meer zou gehad hebben, op de zijne geen gevaar van onaangename ontmoetingen met kerkbezoekers, die wellicht niet wisten dat het gezicht hem ontbrak, wijl dit aan zijn oogen niet zoo dadelijk was te zien.

Voor blinden Joseph echter was dat vergeten hoekje de heerlijkste plaats van alle, wijl hij er zoo dicht bij het geliefd groote kerkorgel zat. Nooit werd hij moede naar de heerlijke tonen en klanken te luisteren. Telkens vroeg hij zich af, hoe dat wonderlijk instrument er toch wel uit zou zien, en vooral hoe het werkte om zoo liefelijke geluiden voort te brengen. Zooals ik reeds zei, had men te huis reeds getracht zoo veel-mogelijk aan zijn weetgierigheid op dit punt te voldoen. Maar de uitlegging had onzen onderzoeker weinig bevredigd. Hij moest er meer van weten, en gaarne zou hij den organist of een van diens helpers om inlichting gevraagd hebben, indien hij maar gedurfd had.

Toch lieten hem zijn gedachten geen rust, en eindelijk besloot hij maar eens persoonlijk een poging te doen om achter de waarheid te komen. Daartoe bood zich onverwacht gelegenheid.

Ge moet weten, dat de hoofdkerk van Carlisle gelijk de meeste kerkgebouwen der Engelsche Staatskerk, ook op werkdagen op vele uren open stond, en men er vrij in en uit kon gaan. Dit laatste deed onze Joseph vaak, wijl hij toch veel vrijen tijd had. Nu gebeurde het, dat hij op een middag aan den maaltijd oom koorde zeggen dat deze straks de stad uit moest, en eerst den volgenden dag zou terugkeeren. Hierop nu bouwde Joseph zijn plan, want hij wist dat er thans veel minder op hem zou gelet worden dan anders.

Toen oom was vertrokken en het avondeten gebruikt, wat destijds tamelijk vroeg geschiedde, L sloop onze knaap nadat het op straat stil was geworden, ongemerkt de deur uit. Met de straten en wegen goed bekend bereikte hij zonder moeite of ongeval de h^fdkerk en den ingang waardoor bij gewoonlijk'binnenkwam. Vandaar W naar het orgel wist hij even goed den weg als in het huis van zijn oom.

Hij zette zich op zijn gewone plaats en woonde den korten avonddienst bij. Van de weinige kerkbezoekeis — in de week waren die zelden talrijk — had waarschijnlijk niemand hem opgemerkt. In plaats van nu na het eindigen van den dienst, gelijk de anderen huis­ T waarts te gaan, bleef onze Joseph in de kerk, o en hield zich doodstil tot hij geen geluid van h eenigen voetstap meer hoorde en de deuren gesloten waren.

Toen stond hij zoo zacht mogelijk op en vond al tastende de trap, die, gelijk hij wist, naar het orgel leidde. Dat het stikdouker was hinderde hem natuurlijk in het minst niet. Nu bevond hij zich dan alleen op het orgel, dat hij steeds zoo vutig gewenscht had, van nabij te leeren kennen. Voorzichtig betastte hij elk gedeelte, voor zoover het bereikbaar was, want het groote instrument was ten deele gesloten. Met de vingers ging hij over de toetsen, daarna kregen het pedaal en de balken een beurt, en om kort te gaan, geen gedeelte dat onder zijn bereik was bleef onbetast. Reeds nu werd hem veel duidelijk, dat hij vroeger nooit begrepen had.

Ettelijke uren had de arme, blinde jongen voor zijn onderzoek noodig. Toen was hij doodmoe en zou gaarne zijn heengegaan, doch hij wist dat de deuren gesloten waren. Gelukkig zouden ze, daar het midden in den zomer was, den volgenden morgen vroeg weer open gaan. In het orgel was een met kussens belegde bank, die voor den organist diende. Van den nood een deugd makende, legde onze jeugdige onderzoeker zich op de kussens neer, en sliep weldra rustig in.

CORRESPONDENTIE.

.... te E. (postmerk Z.). Zooals meer ge zegd is, kunnen we op brieven van welke de fzender zich niet noemt, niet nader ingaan.

C. B. te A. — J. W. R. te A. in orde ontvangen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 augustus 1909

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 augustus 1909

De Heraut | 2 Pagina's