GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dereenigingsleden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dereenigingsleden.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN UITSTAPJE OP KERKELIJK TERREIN

I.

Aldus schrijven we ditmaal boven onze rubriek, om duidelijk te doen uitkomen, dat we hier een zaak behandelen, die, moge ze om praktische redenen ook al in de rubriek vereenigingsleven besproken worden, principieel daar eigenlijk niet thuis hoort. Dit zal ieder dadelijk toestemmen als we dej zaak noemen, die we ter sprake willen brengen, namelijk die van den evangelisatiearbeid der Gereformeerde Keiken in Noord-Brabant en Limburg.

Voor we van dien arbeid in het afgeloopen jur het een en ander mededeelen, geven we op verzoek gaarne het woord aan iemand, die namens deputaten voor genoemden arbeid zoo viiendelijk was, ons een uiteenzetting te zenden van de opvatting, dat de evangelisatie in N.-Brabant en Limburg ook uit historisch oogpunt een taak aller Gereformeerde Kerken in Nederland is.

Eenige maken. korte trekken mogen dit duidelijk

Ia den tijd, waarin in Nederland de Reformatie Vasten vorm kreeg, waren de landen bezuiden de Maas in dubbel opzicht in een buitengewonen toestand.

Eerstens hadden deze landen, het tegenwoordige N.-Brab. en Limb., niet, als elk der 7 provinciën, een eigen zelfstandig staatkundig leven. Voor een groot deel bezittingen van. den «Prince van Oranieën", voor het overig deel meer onsamenhangende kleinere landstreken, hadden zij geen Staten, die dat gebied bestuurden. Zij vormden geen provincie. Ze werden dan ook weldra „Generaliteitslanden", door de Generaliteit, d.i. de regeering der 7 geünieerde provinciën, geregeerd en bestuurd. Zelf had Brabant in het verband met de overige provinóën geen zeggenschap, zelfs niet over eigen grondgebied. Het stond als onmondig, onder voogden en verzorgers, en was dus afhankelijk van de macht en den invloed der Noordelijke provinciën op Staatkundig gebied. Ia zulk een toestand was zelfs het Landschap Drenthe niet!

Maar ook in een ander opzicht was de toestand buitengewoon. Op Godsdienstig gebied il. was geen der deelen van Nederland in droever conditie dan Brabant en Limburg. Door de Maas gescheiden van de 7 Provinciën, maar v»n het Zuiden uit op allerlei weg toegankelijk, waren zij het stootblok der Republiek tegen de Spaansche legers, die hier te allen tijde konden binnendringen en er dan ook bijna onafgebroken hunne kwartieren opsloegen.

Nu was de Reformatie er wel doorgedrongen, "laar nergens in heel de Republiek werd zij '< i(i fel bestreden en verjaagd als in Brabant, yóór het 12 jarig Bestand zijn slechts 11 plaatsen 'O heel Brabant aan te wijzen, waar Gerefor-Weetde Kerken en predikanten waren, nl. Geerkruidenberg sedert 1544, Venlo vóór 1572 sHertogenbosch sedert 1573, Klundert 1576, ^ilkmstad 1511, Fijnaard 1587, £reda 1590, jjooge Zwakwe 1603, Eten (bij Genderen) 1606, Ciêvecoeur 1607, De Made en Drimmelen 1607.

.De plaatsen, wier namen gecursiveerd staan, «'m meer in het Westen van Brabant, aan de Hollandsche grens gelegen, en waren bovendien •"eerendeels vestingen. Hoe de verstrooide Protestanten, zelfs zij, die in de genoemde plaat-*"> woonden, gedurig door den vijand, de '"lüisitie en de Spaansche regeering werden ver-'olgd en verjaagd, leert de geschiedenis dezer P'> its«n. Zoo dikwijls toch als de Spaansche troepen zulk een plaats innamen, volgde de inquisitie als hun schaduw en werd den gereformeerden het leven ondragelijk gemaakt. Velen zijn dan ook tijdelijk over de Maas Brabant ontvlucht, om eerst bij 't r2 jarig Bestand naar hun vroegere woon-of geboorteplaatsen terug te keeren. Daaruit laat zich het verschijnsel verklaren, dat aan „de Langstraat" (dus langs den Maaszoom) ca het Bestand de meeste gereformeerden zijn te vinden.

Toen de Spaansche dwingelandij, beteugeld door het Bestand, Brabant niet meer drukte als weleer, konden de Generale Staten op hunne Generaliteitslanden meer krachtigen invloed gaan oefenen. Daartoe opgewekt door de Keiken, — die, belaas! in dezen geheel steunden op den ­Staatsarm en de Staatskas, en niet zelf op Evangelieprediking tot reformatie uitgingen — hebben de Aii/fw toen gereformeerd! Maar hoe ? ! Schier Mohammedaansch!

Men zond naar de eene of andere plaatseen predikant, dcor de Staten daartoe benoemd. Veeltijds waren het niet van de voorbeeldigste predikanten, die uitgezonden werden, en deed Brabant dienst als een soort Strafkolonie.

De uitgezonden predikant wetd ondei miiitair geleide de betrokken plaats binnengebracht; de sleutels der Kerk werden opgeeischt; de zich in de Kerk bevindende voorwerpen, voor zoover k ze betrekking hadden op den Roomschen eeredienst, werden naar buiten gedragen door of op last der militaire macht, en dus de „Kerk gezuiverd" (I); op de markt werd afgekondigd een resolutie van de Staten tot reformatie, met verbod, den Roomschen godsdienst in 't openbaar uit te oefenen; de klok werd getrokken en zoo het volk saamgeroepen. Zoo tot zijn dienstwerk ingeleid, begon de predikant zijn werk, maar geen wonder, dat hij zelden grooter gehoor vond (maar ook meestal niet zocht) dan hen die de Landsregeering ter plaatse vertegenwoordigden.

Dat dit alles niet uitlokte tot het verlaten van de dwaalleer der Roomscbe Kerk, maar velen verbitterde, is duidelijk. Maar vooral is dif onloochenbaar, dat de Kerken van de 7 provinciën, die door den band aan Brabant er toe geroepen waren van Godswege, omjdeheer lijke Erangeliewaarheid in Brabant binnen te dragen, hierin te kort schoten en op hoogst droevige wijze zich daarvan hebben afgemaakt, nog erger dan weleer ten aanzien van de Indien.

Hadden de Kerken van Nederland toen gedaan, wat £Ü de zwakke Kerken van Brabant in 's Heeren kracht pogen te doen, Brabant en Limburg zouden op den dag van heden niet voor Ys deel den Roomschen godsdienst belijden.

Die oude schuld van het bezittende Nederland tegenover Brabant en Limburg als bezitting, moeten de Geref. Kerken van heel Nederland beginnen te gevoelen en — af te doen; ook in het belang van hun eigen vrede en welvaart, 't Geldt hier niet alleen de prediking des Evangelies aan alle creaturen, maar die aan de »< Z(Z.f/'gelegenen, die het eerst in aanmerking komen. Hier geldt het: „Van Jeruzalem uit." Nadst Indië — Brabant en Limburg! Niet: na Indie!

Z.

L. G. G.

Gaarne geven het bovenstaande aan de lezers van De Heraut in overweging. In een volgend artikel hopen we, zooals gezegd, van de werk zaamheden in het - afgeloopen jaar het een en ander te vermelden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1910

De Heraut | 4 Pagina's

Dereenigingsleden.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1910

De Heraut | 4 Pagina's