GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zoowel de Von Medic.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zoowel de Von Medic.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoowel de Von Medic, als de Geneeskundige Courant voor het Koninkrijk der Nederlanden hebben naar aanleiding van onze opmerking, dat een gereformeerd doctor den nooddoop niet behoort te bedienen aan roomsche kinderen, enkele bedenkingen opgeworpen.

De eerste bedenking is, of wanneer een gereformeerde niet mee mag werken om een bijgeloovige handeling te verrichten, hij dan wel mee mag werken om het toedienen der roomsche sacramenten mogelijk te maken, bijv. door te kennen te geven, dat een kind in levensgevaar verkeert, opdat het door een ander gedoopt worde.

Ons antwoord hierop is, dat een gereformeerd doctor zeker niet tegen zijn conscientie handelt, wanneer hij aan de betrokken personen mededeelt, dat het kind in levensgevaar verkeert. De ouders hebben recht om dit te weten, en de vraag, wat ze met het kind zullen doen, staat voor hun rekening. Maar zulk een mededeeling is geheel wat anders, dan dat de doctor zelf actief optreedt en een handeling verricht, die hij volgens zijn conscientie niet verrichten mag. Niemand heeft er ooit aan gedacht, een doctor te verbieden aan een roomsche mede te deelen, dat zijn stervensure naderende is, ook al weet men, dat een roomsche van die mededeeling gebruik zal maken om het laatste oliesel van den priester te ontvangen. Dit laatste oliesel mag naar protestantsche opvatting geen sacrament, maar een superstitie wezen, — de patient zelf moet weten, of hij dit laatste olifsel ontvangen wil of niet.

Een tweede vraag is, hoe de ouders, voor wie het wellicht gedurende geheel hun leven een wroeging zou wezen, als een hunner kleinen ongedoopt gestorven was, in zulk een geval kunnen geholpen worden ? De Heraut, zoo zegt de Geneeskundige Courant, dient toch zoo hoog te staan, dat hij niemand iets, wat dezen heilig is, zal ontnemen, zoader er minstens evenveel voor terug te geven.

In de eerste plaats antwoorden we hierop, dat de roomsche Kerk volstrekt niet alleen aan den doctor, maar aan ieder het recht toekent den nooddoop te bedienen, en de vraag, hoe de ouders kunnen geholpen worden, dus niet moeilijk te beantwoorden s. Het geval, dat alleen de medicus het kisd zou kunnen doopen, zal zich wel zeer zelden voordoen. In verreweg de meeste gevallen zal de nooddoop, wanneer de uders dit verlangen, door een der roomsche anwezigen kunnen geschieden.

En in de tweede plaats hangt volgens ns protestanten de zaligheid van het kind iet van het gedooptzijn af, zoodat het ontbreken van den doop in werkelijkheid geen verschil kan maken. Het eenige bezwaar s, dat roomsche ouders in zulk een geval aan de zaligheid van hun kind zouden twijfelen. De schuld van die wroeging, elijk de Geneeskundige Courant het noemt, ust niet op den protestantschen doctor, aar op de roomsche Kerk, die de ouders cjuist heeft onderwezen. Maar in geen eval volgt hieruit, dat een protestantsch octor verplicht zou wezen, ten einde deze roeging te voorkomen, tot een handeling ver te gaan, die naar zijn conscientie hem ngeoorloofd is.

En wat de laatste opmerking van de eneeskundige Courant betreft, dat Christus ns gepredikt heeft, dat we onzen naaste oeten liefhebben als ons zelven en dat de licht van den medicus medebrengt, om et leven van zijn naaste niet te verduisteren oor een beroep op een kerkelijke leersteling, zoo doet het ons zeker genoegen, dat e Geneeskundige Courant zoo hooge waarde oekent aan de woorden van Christus, maar d e vergat daarbij, dat Christus aan dit ebod voor de naastenliefde een ander en o ooq; er gebod heeft laten voorafgaan, n.l. e liefde tot God. Niet een kerkelijke leertelling, gelijk de Geneeskundige Courant et noemt, maar het Woord Gods verbiedt n aar onze overtuiging den protestant, om o ede te werken tot een superstitie der k oomsche Kerk, en de eerbied voor het h oord Gods staat voor ons hooger dan m e liefde tot den naaste.

Overigens hebben we in geneeskundige ringen nu juist niet opgemerkt, dat er ltoos zooveel eerbied wasvoor wat iemand ersoonlijk geloofde of hem heilig heette. er kwam meermalen de klacht ons ter ore, dat ongeloovige doctoren vrij ruw onden spotten met wat zg bijgeloof achten, n dat met name het misbruik van Gods aam in tegenwoordigheid der zieken vaak ergernis gaf.

Te eigenaardiger is het daarom, dat deze elfde doctoren zoo eerbiedig uit den weg aan voor enkele voorschriften der roomsche erk. Of dit uit belangelooze naastenliefde eschiedt, betwijfelen we. Een protestantsche octor zei ons dezer dagen rpnduit, dat de rotestantsche genecshceren dit wel doen' r v g K i d ( oesten, anders ging er een gebod uit vaa en pastoor en raakten ze plotseling al hun oomsche patiënten kwijt. Nu zal dit eldelijk motief wel niet het eenige wezen. e gelcoven gaarne, dat bij menig doctor aarbij ook de overweging komt, dat hg iefst elke opwinding of ontroering verijden wil, die het niet doopen van haar ind bij de kraamvrouw ten gevolge zou unnen hebben. Maar dit medische belang ag toch zeker niet zwaarder wegen dan et reiigieuse belang.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 januari 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Zoowel de Von Medic.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 januari 1911

De Heraut | 4 Pagina's