GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vereenigingsleven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vereenigingsleven.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

NOG EEN WOORD OVER JOGJA.

Nadat we pas het een en ander over den arbeid geschreven hebben, welke te Jogjakarta k verricht wordt, zouden we zeker niet nu reeds e daarop terug komen, ware het niet, dat daartoe p aanleiding gegeven wordt door het jongste z optreden van den heer Dr. J. G. Scheurer, die weinige dagen geleden zijn eerste lezing h met lichtbeelden gehouden heeft ten bate van de „Koningin Wilhelmina-School" te Jogjacarta v in het bijzonder en dan voorts in het algemeen b ten gunste van het Christelijk onderwijs aan d den Javaanschen adelstand.

In de lezing werd er ia de allereerste plaats op gewezen, gelijk dat reeds telkens en telkens ook door anderen gedaan is, zoo b.v. door den heer Colijn, den tegenwoordigen oorlogsminister, in lezingen, die hij destijds ia verschillende plaatsen des lands hield, dat de geest van opwaking, die als een levenwekkende wind ook over Java strijkt, oorzaak ervan is, dat, menschelijkerwijs gesproken, bet thans de meest geschikte tijd is om met meer kracht dan ooit te voren den zendingsarbeid op Java en elders . aan te pakken.

Wordt dit gedaan, dan ig het zaak, daarbij m de eerste plaats te letten op den grooten invloed, dien de Javaansche adel onder het volk van Jiva heeft. Kon men den adel f bewegen, tegenover de zending een welwillende, w een sympathieke houding aan te nemen of het Christendom rechtstreeks zelfs te bevorderen, e dan zou men daarmee veel gevorderd zijn, a aangezien dan als vanzelf het Javaansche volk lichter voor het Christendom zou te winnen zijn.

De groote vraag is evenwel, hoe de adel er toe gebracht moet worden, tegenover de zending in guDstigsn zin stelling te nemen. Het antwoord, hetwelk door onze zendingsautoriteiten op die vraag gegeven wordt, is gebaseerd op den regel, die allerwegen bevastigicg vindt, dazen regel namelijk, dat wie beslag legt op het kind, zich i machtigen invloed verzekert op den volwassen mensch, en het luidt mitsdien aldus, dat, zoo A er naar gestreefd wordt, hit Christendom ingang H te doen vinden onder den Javaanschen adel, getracht moet worden, de Javaansche adellijke i hinderen te brengen onder de bearbeiding van het Cttristelijk onderwijs.

Stemt men dit in het algemeen toe, dan zal wellicht toch gevraagd worden, waarom de in dezen zin verrichte arbeid begonnen is met zich te wenden tot de adellijke meisjes. Dit heeft een tweevoudige reden, In de eerste plaats is wel de poshie van de Javaansche adellijke vrouw een zeer nederige, afoankelijke eii slaafsche, maar vermag deze vrouw niettemin een grooten invloed ait te oefenen in de kringen, in welke zij verkeert. En in de tweede plaats is juist de ongunstige, en barer onwaardige, plaats, die de vrouw ook onder den adel inneemt, oorzaak, dat zij licht meer dan de man geneigd zal zijn, het oor te leenen aan de stem, die haar verlossing en verheffing predikt: een kreet om bevrijding steeg reeds uit den boezem van een edele Javaansche vrouw op, doordringende tot het oor van het Nederlandsche volk.

Wat het eerste aangaat. Dr. Scheurer gaf i meergenoemde lezing, die hij, naar te hopen is, ook wel op andere plaatsen als de Residentie zal willen honden, prachtige lichtbeelden te zien, betrekking hebbende op de postie van de vrouw in het leven van den Javaanschen adelstand, en deed daarbij omtrent deze zaak treffende mededeelingen. Hij beriep zich in den loop van zijn lezing herhaaldelijk op de edele vrouw, van welke zooeven gesproken werd, en het moge dan ook niet worden nagelaten, iets aan te halen van wat die vrouw schrijft. In het dit jaar verschenen boek: Door Duisternis tot Licht. Gedachten van Raden Adjeng Kartini, welk boek warm ter lezing moet worden aanbevolen, heet het dan o.a. aldus:

„Maar zie je den toestand niet een beetje te donker in? vraag je. 01 was het maar zoo! Ik ben zelfs optimistisch geweest door te zinspelen op een mogelijke uitkomst! Wil ik je wat zeggen? De levensweg der Javaansche meisjes is afgebakend en gevormd naar een en 't zelfde model. Wij mogen geen idealen hebben; de eenige droom, dien wij droomen mogen is; vandaag of morgen de zooveelste vrouw te worden van den een of anderen man. Ik tart hen, die dit weerleggen kunnen.... In de Gouvemementslanden hebben de vrouwen 't zoo hard niet te verantwoorden als hare zusters in de Vorstenlanden, Soerakarta en Djokjakarta. Hier zijn de vrouwen al doodongelukkig met een, twee, drie, vier bijvrouwen van hare mannen; daar in de Vorstenlanden noemen de vrouwen dat kinderspel. Je vindt daar bijna geen enkelen man, die maar één vrouw heeft; in de adellijke kringen, vooral in de omgeving van den Keizer, hebben de mannen tot over de 26 vrouwen.

„Mogen deze toestanden voortbestaan, Stella? Ze zijn er al zoo aan gewend, dat ze er niets meer in vinden, maar dat neemt niet weg, dat die vrouwen er ontzettend onder lijden. Bijna iedere vrouw, die ik ken hier, vervloekt het recht der mannen. Maar verwenschingen helpen niets; gehandeld moet er worden. Komt, vrouwen, meisjes, staat op, reiken wij eikaarde handen en laten wij samen arbeiden, om verandering te brengen in die onhoudbare toestanden".

Is het te veel gezegd, dat, indien er zulk een kreet van verlossing opstijgt uit den boezem der Javaansche vrouw, dit bewijst, hoe zeer het tijd is, om tot baar te gaan met het ware Evangelie, dat alleen blijvende bevrijding en echte beschaving brengen kan? Want wat komt er anders van zoodanige vrouwen? Niets anders, dan dat zij in vertwijfeUng geraken. Raden Adjeng Kartini schrijft zelf: „Als vader me op zoo'n manier uithuwt, dan maak ik me maar eenvoudig van kant". En dan hoopt ze maar op de beschaving, die uit Europa komen moet, doch op een beschaving zonder God, meenende, dat zoodanige beschaving bevrediging en ruste voor het hart schenken kan.

Het boek van deze Javaansche vrouw, eerst in den loop van het jaar 1911 verschenen, is een uitnemend bewijs voor de noodzakelijkheid om meer dan ooit met kracht te arbeiden aan de taak der zending onder het Javaansche volk, et name onder den Javaanschen adel, en in den kring van dien adel met name weer onder de vrouwen. Dat het boek ook een bewijs is, hoe zij, die trachten — reeds sedert enkele aren — in dezen arbeid nuttig werkzaam e zijn door onderwijs (en dan natuurlijk hristelijk onderwijs) te geven aan het Javaansche adellijke meisje, kan men zien uit deze woorden van Raden Adjeng Kartini:

„Het hoofddoel is: het mooie der Neder.^ andsche beschaving te geven aan ons volk, ten einde zijne zeden te veredelen, dat volk te brengen tot hooger zedelijk standpunt, als middel m tot betere, gelukkiger maatschappelijke toestanden te komen. Het middel, dat wij daartoe wenschten aan te wenden, is: oprichting van cholen voor Javaansche meisjes, Voorloopfg als proef en voorbeeld, een school, internaat, voor dochters van Inlandsche hoofden; het doel hiermede beoogd is: Java beschaafde, ontwikkelde moeders te geven, die - hare beschaving en ontwikkeling op hare kinderen zullen voortplanten; hare dochters, die weder moeder zuilen ijn; haar zoons, die eenmaal geroepen zullen zijn, mede te waken over het wel en wee van het volk".

Is er schitterender in-het-gelijk-stelling mogelijk van degenen, die reeds enkele jaren geleden de and aan den ploeg sloegen om te komen tot e oprichting van de „Kouingin-Wilhelminachool" voor adellijke Javaansche meisjes te ogja en die nog hun beste krachten besteden m die school in stand te houden en zegenrijk e doen werken? Moge het hun dan ook niet an den noodige steun ontbreken, maar overal elangstelling in hun heerlijken en schoonen rbeid rijzen.

N.B. Het adres van de penningmeesteresse an het comhé van bijstand is: Mej. J. H. uypsr, Kanaalstraat 5, Den Haag.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 november 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Vereenigingsleven.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 november 1911

De Heraut | 4 Pagina's