GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

HollancUa schrijft naar aanleidiDg van de tweede brochure van Ds. Hulsman:

Ds. Hulsman trok indertijd als jong dorpspredikant de aandacht door een brochure tegen de Ethische richting. Hij kwam op tegen het meegaan der jongere Ethischen met de moderne Bijbelkritiek. Tegen heel de Bijbelbeschouwing der jongere Ethischen, die toch het geloof der Christelijke Kerk wilden handhaven tegelijk met de moderne Bijbelkritiek. Hel één was volgens Ds. Hulsman met het ander in strijd. En zijn conclusie was, dat de Ethischen, wilden ze oprecht zijn en met het geloof der Christelijke Kerk vereenigd blijven, de moderne Bijbelkritiek moesten loslaten.

Ds. Hulsman schreef deze dingen, terwijl hij zelf tot de Ethischen behoorde. Zijn geschrift werd door de geloovigen, die hun Bijbel trouw zijn, met dankbare blijdschap ontvangen. Men had verwachting van den jongen predikant. Men zag in hem een toekomstig ernstig pleiter voor het Christelijk geloof en voor den Bijbel als het Woord Gods. En men verwachtte, dat door zijn woord en invloed velen van de Ethische doolpaden zouden ferugkeeren tot den weg, waarin de Gemeente van Christus het Woord Gods bewaart.

Sinds is Ds. Hulsmam als predikant naar Gro ningen vertrokken. Daar kreeg hij omgang met Prof. Wildeboer. Prof. Van Rhijn, en Prof. Van Dijk, bekende Ethische hoogleeraren. En er ging invloed van hen op hem uit. Minder van hun Christelijk geloof. Maar meer van hun moderne Schriftbeschouwing. Die moderne Bijbelbeschouwing, aan Ds. Hulsman toch niet onbekend, werd door de Groningsche hoogleeraren nader voor hem in 't licht gesteld. Bij toeneming zag Ds, Hulsman, hoe onmogelijk het is, bij die Bijbelbeschouwing het Christelijk geloof te handhaven. Maar bij toeneming ook gevoelde hij zich tegenover die mo derne Bijbelbeschouwing machteloos tot verweer. Zijn Christelijk geloof met die moderne Bijbelbeschouwing vereenigen, dat kón hij niet. Maar zijn Christelijk geloof handhaven met verwerping van de moderne Bijbelkritiek, dat kon hij ook al minder. Ds. Hulsman leed schipbreuk van zijn geloof. Hij gaf zich in het eind aan de moderne Bijbelkritiek gewonnen. Maar hij gaf daarmee dan ook het geloof der Gemeente van Christus prijs. Hij werd modern, niet alleen in zijn Bijbelbeschouwing. maar ook in zijn geloofsovertuiging.

Sinds is Ds. Hulsman in Groningen modern pre dikant. De Ethischen hebben hem voor hun moderne Bijbelbeschouwing eindelijk geheel gewonnen. Maat ze hebben hem daarmee ook tegelijk geheel ver loren. Ds. Hulsman is nu niet meer Ethisch, maar modern. En hij heeft thans een tweede brochure geschreven, waarin hij van zijn overgang naar 't modernisme als overwonnene door de Ethische Bijbelcritiek rekenschap geeft.

Die tweede brochure /'«an Ds. Hulsman trekt thans zeer de aandacht. P< !? schrijver deelt daari» mee, wat de Ethische professoren en predikanten van den Bijbel als onbetrouwbaar boek, van de Bijbelverhalen en van de Bijbelfeiten denken. Hij laat uitkomen, hoe er voor deze Ethische theologen van de gebeurtenissen en van de uitspraken, in den Bijbel meegedeeld, zoo goed als niets vaststaat ; of dat eigenlijk alleen dit vaststaat, dat hei niet zóó is als het in den Bijbel staat. Hij deel; dit van vele BijbelvoorsteUingen in bizonderheden mee, en hij stelt vele uitspraken van E'hische geleerden met hun naam en toenaam in het licht

Voor wie op de hoogte is met den theologischen arbeid der Ethischen is in dit alles niets nieuivs Maar in de goedgeloovige Gemeente, waarin deze dingen niet bekend zijn, rijzen bij het lezen van de brochure van Ds. Hulsman de haren ten berge.

Sinds dertig jaren is men op allerlei wijze gewaarschuwd door mannen, die der zake kundig waren en die in beginsel en t> elijdenis het geloof der Gemeente deelden. Maar velen wilden niei hooren. Zij konden het niet gelooven. En zelfs van wie op beter weg waren geleid, keeren er in onze dagen weer met strykingen en met handjes naar de Ethischen terug, als naar mannen met wie men in beginsel kan samengaan.

Het is, zooals Ds. Hulsman schrijft: de Ethischen zijn en blijven in de mode. Zij zijn de fijne lui. Zij zijn de vrome mannen. Zij zijn de ware Christenen. AI het andere is maar surrogaat. Diepe denkers, principieele menschen en vrome getuigen van het Christendom zijn de Ethischen

Wij doen van deze mannen als menschen niets af. We gelooven, dat velen van hen te goeder trouw zijn. Mannen als de oudere Ethischen, de oude Chantepie en Gunning, stonden bij ons hoog En de bekoring waarmee Valeton van Utrecht de harten stal, kennen wij ook.

Maar de beginselen der Ethische richting, bepaald der jongere Ethischen, zijn wat de Godsopenbaring zoowel als wat de Schriftkritiek aangaat, zuiver modem. En ook wat de leer der waarheid betreft, al draalt hier bij velen de consequentie.

We begrijpen, dat Ds. Hulsman, zwichtende voor de Ethische Bijbelschouwing, modern word ook in zijn Christusbeschouwing en in heel zijn geloof.

Zoo zyn er reeds zoovelen bezweken, die met de Ethische Schriftbeschouwing ernst gemaakt hebben, — al schreven ze geen brochure, Vele Ethische predikanten zijn geheel bewust modern, — al noemen ze zich zoo niet, zoolang de menschen het niet hooren en ze een nadere verklaring ontwijken kunnen. Met de «geestelijke»; opstanding van Chritus is alles klaar. En met zijn »goddeIijkeci menschelijkheid. Precies zooals de modernen het gelooven. De opkomende generatie zal den mantel wel afwerpen van de verschoten ouderwetgche kleur en zich als pure Humanisten doen kennen.

De Regeering heeft in deze dagen wel een gewichtige taak te vervullen. Zoowel de katheder van Prof. Wildeboer te Leiden als die van Prof Valeton te Utrecht moet door een nieuwen hoogleeraar worden bezet. Beide leerstoelen voor de Oud-Testamentische vakken, al is de Leidsche voor de Literarische Faculteit. Moeten de jongelui, die ter Universiteit komen, onderwezen worden iii de Schriften of niet ? En dan door Ethische hoogleeraren, die hun de Schriften doen verliezen ei^ hen het Modernisme in de armen voeren?

We hopen van beter. We hopen, dat de Regeer ring den moed zal hebben, voor deze leerstoelen twee hoogleeraren te benoemen, die de Schrift niet breken, en die daarom het geloof zullen opbouwen in plaats van het te ondermijnen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 februari 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 februari 1912

De Heraut | 4 Pagina's