„Het Hoofd niet behoudende”.

En het Hoofd niet behoudende, uit hetwelk het geheele lichaam, door de samen voegselen en samsnbicdiDgen voorzien en samengevoegd zijnde, opwast met Goddelijken wasdom, Colossenseu 2 : 19.

Op tweeërlei wijs hangt in elk lichaam 't leven van elk lid aan het hoofd. Direct en indirect.

Als ge blind zrjt, en dus het oog in uw hoofd u niet waarschuwen kan tegen gevaar dat ge loopt, kunt ge op eena: aal in een diepen afgrond neerstorten, en kan lid na lid van uw lichaam worden vermorzeld, omdat uw hoojd niet voor u waken kon. Dat is de directe zorg van het hoofd yoor 't lid.

Maar ook is een heel ander geval denkbaar. Het hoofd zorgt ook indirect, laat ons zeggen, voor uw arm of voor uw voet, en dit wel door heel uw lichaam heen, daar het zenuwstelsel het bewustzijn in uw hoofd, met ai de leden en deelen van uw lichaam verbindt. Bedrinkt nu iemand zich, zoo dat bij waggelt, en alle stuur over zijn lichaam verliest, dan doet dit zijn hoofd; maar de uitwerking ervan is, dat door heel 't lichaam heen, het hoofd alle stuur over voet en hand verliest, en dat de voet stoot tegen een pin en bezeerd wordt, of de hand door een stuk glas gaat, en bloedt.

Van die tweeërlei beteekenis van het hoofd voor de leden van het lichaam w«et zelfs een kind, dat nog pas even tot zelfbewustzijn ontwaakte. Het hoofd kan een lid van het lichaam voor gevaar behoeden of in gevaar brengen rechtstreeks, indien b, V. van het oog de actie moet uitgaan; maar het hoofd kan ook op eeu lid van het lichaam doorwerken indirect door heel het lichaam heen.

Is het nu zoo in het beeld van het lichaam en het hoofd, dan is het evenzoo gelegen, zegt de apostel, met uw inzijn als een lid in het mystieke Lichaam van Christus en met uw staan onder Christus als uw Hoofd.

Ook van Christus, die ons Hoofd is, gaat op u en elk lid van 't Lichaam langs tweeerlei weg werking uit.

Direct of indirect.

Als Christus op u het oog richt, voor u bidt, u genade toezendt, gaat dit alles tusschen u en Christus om, buiten tusschenkomst van anderen. De Heere doet dit dan rechtstreeks. De genade-uitzending van Christus ten uwen behoeve is direct. Al denkt ge u voor een oogenblik alle andere geloovigen, en dus heel het mystieke Lichaam, weg, diezelfde actie van Christus zou toch voor u en op u uitgaan. Het is, als ge zoo wilt, alsof g^ met het Hoofd van het lichaam alleen in de wereld waart.

Maar daarnaast is er ook een indirecte actie van uw Hoofd op u en andere leden. Zoo was het in de dagen der Reformatie, toen er een actie in heel het mystieke Lichaam was, toen de Christus heel z^n Kerk aangreep, en toen de Christus door heel die Kerk heen werkte en invloed oefende op de enkele leden die tot zijn Kerk behoorden. Ook toen immers kwam de actie, de invlosd van en door Christus, maar niet rechtstreeks, niet als een zaak die tusschen Hem en u afloopt, maar als een actie, die heel het Lichaam in beweging zet, en zoodoende ook u, omdat ge een lid van dat Lichaam zqt, bereikt.

Bij den arts ziet ge geheel't zelfde onder scheid.

Als uw heup, of eenig ander gewricht of lid van uw lichaam, verstqfd is door rheumatische aandoening, kan de arts tweeërlei geneesmanier aanwenden, direct of indirect.

Hij doet 't direct en plaatselqk, zoo hg op de plek waar ge de pgn voelt, een warm compres aanlegt. Maar bij doet het indirect, zoo hij u salicyl laat innemen, dat in uw mond ingaat, en door heel het lichaam heen de pijnlijke plek bereikt, niet rechtstreeks, maar als actie op heel uw gestel.

Nu is een arts zooveel als een hulp-hoofd. Zoo ge uzelf niet mesr helpen kunt, helpt hij; maar de zaak blqft één. Wie op de hoogte is, zou zelf de compressen aanleggen of salicyl nemen, en zoo hrj 't zelf deed, zou ook hier het hoofd het doen, en zou zijn hoofd hand en arm richten.

Steeds gaat alzoo dezelfde onderscheiding door, zoo dikwijls ge met een hoofd en met leden te doen hebt. Het hoofd kan altoos öf rechtstreeks 't kwaad pogen te verhelpen, ^f het kwaad bestrijden door een actie in heel uw lichaam op te wekken, die dan vanzelf ook het kranke deel bereikt. En niet anders nu is het met u als lid in het mystieke Lichaam van Christus, die uw Hoofd is. in aanmerking komen. Ook Christus, uw Hoofd, kan op uwerken óf buiten alles om, óf door alles heen, maar hoe dit ook toega, altoos is het de actie van Christus als uw Hoofd, (Ue u dsn zegen brengt.

Doch nu kan er iets heel anders intreden. Het kan namelijk gebeuren, dat niet uw Hoofd u in den steek laat, maar dat g^* u zelf buiten uw Hoofd stelt, en het is op dat laatste nu dat de apostel doelt, als hij spreekt van iemand, „die 't Hoofd niet be­ houdt."

Letterlijk zou dit beduiden, dat ge uw hoofd van uw lichaam afscheiddet, zoo dat alleen de romp van het lichaam overbleef, en in dien volstrekten zin zou 't natuurlijk nooit op uw verhouding tot Christus als uw Hoofd toepasselijk kunnen zijn.

Als Christus als uw Hoofd op u werken wil, zal hg dat doen, ook al verzet gq er u tegen. Zijn voorbede zal voor u uitgaan, al weet gij er niets van. En ook door het mystieke Lichaam heen zal de Christus op u werken en u zegenen, of gg 't wilt of niet.

Alleen maar, en hier doelt de apostel op, ge kunt die actie van uw Hoofd bevorderen en in de hand werken, of er tegen ingaan, j

Christus uw Hoofd werkt niet op u als op een stok of een blok, maar als op een. levendgemaakte ziel. Uw zin, uw bewustzijn, uw gevoel, uw wil, uw neiging kan zich dus in de hand van uw Hoofd stelles om dankzeggend zijn volle inwerking te ondergaan. Maar ge kunt ook tegenwerken] door zonde toe te laten, door verstrooiing te zoeken, door u in de dingen der wereld te verliezen, en alzoo de bewuste gemeenschap met uw Hoofd te verz%vakken, ea dan komt ge in het booze geval waarop de apostel doelt: Dan behoudt ge uw Hoofd niet. Daa raakt ge uw Hoofd kwijt.

Niet letterlijk, dat spreekt vanzelf, want Christus is en blijft altoos uw Hoofd, maar in gelijken zin waarin we ook in het dagelijksche leven zeggen: „Ik was mijn hoofd geheel kwijt".

Het doelt er dan op, dat ge dagen ec weken doorleven kunt, waarin ge voor uw bewuste leven buiten Jezus hebt verkeerd; de gemeenschap met uw Heiland niet heb) gekweekt; u niet door Hem als uw Hoofd hebt laten leiden; en ten slotte belijden moest: „Gelijk een schaap heb ik gedwaald in 't rond, dat onbedacht zij a herder heeft verloren".

Dat berouw was een rechtstreeksche werking van uw Hoofd op u ais lid. Maardao ook haalt ge dezelfde gevaren over u, zoo ge u van het leven van Jezus onzichtbare Kerk, d.i. van zijn mystiek Lichaam, afzondert, verdoolt in de secte, en den band met uw Hoofd door het lichaam heen verliest.

Dan verarmt uw ziel, uw leven gaat kwijnen, en ge derft den zegen van uw Heiland. Tot ge het inziet, weer voelt waar de schuld lag, en dan aanstonds terugkeert en weer smeekt met den Psalmist: „Gun leven aan mijn ziel, dan looft mijn mond uw trouwe hulp, o, m^n Heiland".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen