Nu we aan onze lezers

Nu we aan onze lezers voorlegden, wat de heer Roodhuyzen In het Vaderland axAwoordde op onze sommatie om z^n beschuldiging aan ons adres In de Tweede Kamer geuit, waar te maken, Is het ons aangenaam thans te kunnen mededeelen, dat de heer Roodhuyzen, in antwoord op een schrijven van Dr. H. H. Kuyper In het Vaderland, op rIdderlQke wgze zijn beschuldiging introk. „Gaarne, schreef h^, zal Ik de toegezegde nummers van de Heraut ontvangen, maar noodig zal het wel niet z^n. Ik neem nu b^ voorbaat aan, dat wat Prof. H. H. Kuyper schrift over de houding van de Heraut in zake de benoeming van Dr. Noordtz^ jtüst is”.

Wel voegde h^ hieraan nog toe, dat h^ et bedenkel^k bleef achten, dat de Heraut ch veroorloofd had, publicaties te doen mtrent voordrachten van een faculteit, ie geen publiek eigendom zi^n —' een erwijt In de Tweede Kamer ook door inister Heemskerk aan ons adres gericht maar dit verwet berustte evenzeer op njuiste inlichtingen. De Heraut heeft geen ndiscretie begaan, toen ze de voordracht an de Theologische faculteit besprak, ant de publicatie van deze voordracht as reeds weken vroeger in de liberale ers geschied en werd door heel de publieke n kerkelijke pers besproken eer de Heraut r nog met een woord van had gerept.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen