„Effatba" en de blinde Kinderen.

Straks zal het 25-jzrig bestaan worden gevierd van bovecgenoemde vereeniging, die, zooals we mogen veronderstellen dat ons meelevend Christelijk publiek weet, ten doel heeft: „de bevordering van Christelijke opvoeding en onderwijs van doofstomme es blinde kinderen en j')ngelieden".

„Effitha", mogen we zeggen, beeft, althans ten deele, in eene dringende behoefte voorzien, en bexit een plaats in 't hart van ons Christenvolk. Ten deele, schrij - /en we Immers tot heden bdschikt ze wel over eene inrichting tot opvoeding en onderwijs van doofstomme kinderen, doch helaas nog niet o/er iets dergelijks voor onze blinde kinderen. Wel is „Eff*tha" steeds voorbereidend werkzaam geweest in die richting en hecfc zij ook eenige gelden daarvoor verzameld (ongeveer f 1300), maar thans gevoelt ze: er moet meer worden gedaan. Het moet komen tot op/ichting van een „instituut voor blinde kinderen en jongelieden" op Christelijken grondslag. Waarschijnlijk is een geschikt gebouw reeds gevonden — doch voor inrichting van een en ander en voor onderhoud daarvan is nu geld noodig. Daarom gaat van „Effiiha'b" bestuur de vraag uit: „'Vie helpt"?

Die blinde kinderen toch hebben naast de doofstommen in r'e eerste plaats onze hulp noodig en maken a.ii.spraak op onze Caristelijke liefde. Voor onze hooiende en ziende kinderen eischen we niet^ meer of minder dan een opvoeding en een onderwijs op Ciiristelijken grondslag. Zouden we 't dan nog niet veel meer verlangen voor once blinde kinderen, te maer nu er zulk een kostelijke inrichting te Dordrecht bestaat voor onze doofstommen?

Die blinde kinderen — zij missen een der kostelijkste gaven door God in Zijne Schepping aan den mecsch verleend, het gezichtsvermogen. Voor hun lichamelijk oog is 't altijd duisternis en donkerheid. Welnu, zijn we dan niet geroepen, broeders en zusters, voor die kinderen zooveel mogelijk te doen, opdat hun geestesoog verlicht worde? Moeten we hen in de eerste plaats niet opvoeden en onderwijzen in de leer, die naar de Godzaligheid is?

Hun aantal ook ia ons landj; is nog belang rijk genoeg. Vin dezen worden sommigen verpleegd in 't Bündeninstituut te Amsterdam; anderen elders in dergelijke inrichtingen; weer anderen zijn nog thuis. En al hebben we nu ook een open oog voor It goede van dergelijke inrichtingen, we mogen voor onze kinderen uit Christenouders geboren, daarmede niet tevreden zijn. Voor hen, evenzeer als voor de doofstom men, verlangen we een icsaiuut, waar Cnristus wordt erkend als de Heere, en de opvoeding en het onderwijs naar bet Woord Gods gepaard gaat met het gebed om de werking van den Heiligen Geest. Dankbaar moet worden erkend, dat er in onzen tijd gewerkt wordt voor de blinden. „EffUha" bezit reeds een aardige bibliotheek in blindt nschrift, o.a. 2 volledige exemplaren der Heilige Schrift. In Amsterdim is eene vereeniging die ook in die richting ijverig werkzaam is. Dat is heerlijk, maar — we voegen het in een adem ei bij — 't is niet genoeg.

Daarcm, broeders en zusters, vragen we van u: la& t de zaak der blinden een vooiname plaats in uw hart hebben. Gedenkt haar vooral in den gebede. Bedenkt, wat groot voorrecht God u schonk, wanneer Hij u en uwen kinderen een normaal gezichtsvermogen gaf, en toont, dat ge dit op hoogen prijs stelt, door ook geldelijk deze zaak te steunen, opdat het zoo spoedig mogelijk kome tot oprichting van een instituut op Cuistelijken grond.ilag, om een zoozeer gewenschte opvoeding en verzorging te kunnen geven aan onze blinde kinderen, 't Zou zulk etn schoon geschenk zijn op den 25 in verjtardüg van „Effitha", die DV. lójOctober zal gevierd worden. Neige de Heere de barten van ons Christenvolk ten gunste van dese gewichtige zaak!

Men kan zich bij een der onderoeteekenden en bij den penningmeester vjn Eff, den heer W. L B. den Biaau^ven, 's Hage, Antonie Duyckstraat 49, opgeven als lid of begunstiger met een jiarhjksche bijdrage, naar eigen verkiezing te bepalen. Ook giften of toezeggingen daarvan zullen gaarne worden aangenomen. I K

De Commissie van „Eiïitha" tot oprichting eener af«onderlijke Vereeniging voor blindenverzorging: P

Ds. VONK, te Maassluis, Voorz.

Ds. H. FEIJKÏS, te Dordrecht. J. H. VERLEUH, te Amsterdam.

Ds. J. D. WiELENGA, te Middelburg. 2

J. DiENSKE, Maassluis.

DR. J. G. VAN ES, te Leiden, Secr.Penn. 1 3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen