GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Onlangs werd in een onzer Kerkbodes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onlangs werd in een onzer Kerkbodes

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 6 Februari 1914.

Onlangs werd in een onzer Kerkbodes de opmerking gemaakt, dat het aantal .studenten in de Theologie aan de Vrije Universiteit, die hunne studiën voortzetten om den doctoralen graad te behalen, in den laatsten tijd op bedenkelijke wijze vermeerderde. Er werd daarin zelfs een zekere degradatie gezien van den doctoralen titel, die aldus een vlag zou worden, die de lading niet meer dekte.

Nu was deze uitlating niet bedoeld als een onvriendelijkheid aan de Vrije Universiteit. Ze kwam zelfs voor in een pleidooi om het promotierecht niet aan de Theologische school te schenken, maar dit recht alleen aan de Vrije Universiteit te laten. Toch is het te begrijpen, dat een pers, ' die de Vrije Universiteit niet al te vriendelijk gezind is, deze opmerking terstond overnam. Er lag een stokje in, waarmede de Vrije Universiteit weer even kon worden geslagen.

Nu is het zeker waar, dat het aantal promoties in Theologische faculteit niet onbelangrijk is toegenomen. Terwijl van 1891, toen de eerste promotie plaatsvond, tot 1903, dus in een verloop van 11 jaar, 5 promoties plaats vonden, is dit getal van 1903—1914 geklommen tot 28. Hierbij mag echter drieërlei niet uit het oog worden verloren. Vooreerst, dat in dit laatste elftal jaren het aantal studenten in de Theologie veel grooter was dan in het voorafgaande tijdvak. Ten tweede, dat in deze periode de komst valt van tal van Afrikaansche en ook van enkele Amerikaansche studenten, die juist overkwamen met het doel om te promoveeren. En in de derde plaats, dat de groote behoefte aan predikanten, die terstond na de Doleantie zich gevoelen deed, en maakte, dat menig doctorandus voor de verleiding bezweek om een beroep aan te nemen, thans niet meer in die mate zich gevoelen^doet.

Maar ook afgezien . van deze factoren, die ongetwijfeld invloed hebben uitgeoefend, kan op zich zelf het nooit als een teeken van achteruitgang aan een Universiteit beschouwd worden, wanneer het aantal promoties vermeerdert. Eigenlijk behoort aan een Universiteit niemand te studeeren, dien het niet om den doctoralen titel te doen is. In de juridische en literarische faculteit spreekt dit ook zoo van zelf, dat wie zonder doctorstitel de Universiteit verlaat, als een niet afgestudeerd student wordt beschouwd. In de pas verschenen dissertatie van den heer Dr. R. Miedema wordt dan ook de stelling verdedigd, dat de verschillende Kerkgenootschappen niemand mogen toelaten tot de bekleeding van het predikambt, voordat hij het doctoraal-examen in de theologie met goed gevolg heeft afgelegd. Geen advocaat kan optreden zonder Meester in de Rechten te zijn; waarom zou dan voor het predikambt de doctorstitel niet evenzeer als eisch mogen gesteld worden, en alleen als een eeretitel voor zeer enkelen bestemd, moeten beschouwd worden ? Maar ook al zou het wellicht moeilijk vallen, een dergelijken eisch voor het predikambt te stellen, toch kan er zeker nooit een grief in liggen, dat het aantal candidaten, dat doorstudeert om doctor in de Theologie te worden, toeneemt. Eer zou er reden wezen, om daarmede een Universiteit geluk te wenschen. Eerst daardoor bereikt de Hoogeschool toch het doel harer opleiding.

Een grief zou hierin dan alleen schuilen, wanneer kon worden aangetoond, dat de doctorstitel verleend werd aan degenen, die dezen titel feitelijk niet ^verdienden. Dit nu kan alleen beslist worden door het gehalte der dissertaties, door deze doctoren geschreven. Nu spreekt het wel van zelf, dat wanneer het aantal promoties in een bepaald tijdvak zesmaal zoo groot is als over hetzelfde aantal jaren in een voorgaand tijdvak, er altoos kans bestaat, dat daaronder ook proefschriften voorkomen, die niet magna cum laude verdienen. De gaven en talenten zijn niet gelijkelijk verdeeld, ook niet onder hen die den docterstitel dragen. Maar wanneer de vraag gesteld wordt, of het gehalte der dissertaties, nu generaal genomen, daalde en de vergelijking met de dissertaties uit een vroegere periode, of om het nog objectiever te nemen, met die aan de openbare Universiteiten, niet doorstaan kan, dan meene'n we, dat het antwoord op die vraag voor de Vrije Universiteit niet beschamend behoeft te wezen. We willen niet, om met den Apostel Paulus te spreken, roemende onwijs worden, maar het zou waarlijk niet moeilijk wezen, uit de recencies, die in vakbladen en door deskundigen geschreven zijn, van de dissertaties ook in den laatsten tijd aan de Vrije Universiteit verschenen, een bloemlezing te geven, waaruit blijken zou, dat deze deskundigen, die geen voorstanders der Vrije Universiteit zijn, aan onze proefschriften een lof toekennen, dien menige andere Universiteit ons benijden zou.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 februari 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Onlangs werd in een onzer Kerkbodes

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 februari 1914

De Heraut | 4 Pagina's