GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zoo langzamerhand begint zich

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zoo langzamerhand begint zich

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 13 Februari 1914.

Zoo langzamerhand begint zich reeds af te teekenen tegen den horizon van ons kerkelijk leven, welke vraagstukken op de Synode onzer Kerken, die dit jaar te 's-Gravenhage gehouden zal worden, aan de orde zullen worden gesteld.

Tot lof onzer Kerken moet getuigd worden, dat ze het aan een uitgebreid menu voor de Synodale tafel niet laten ontbreken. Over een schraal agendum zal ditmaal niet geklaagd kunnen worden; eer KOU er vrees kunnen bestaan, dat de kost Voor de maag onzer Synodale gedeputeerden wat zwaar blijken zal om dien behoorlijk te verwerken.

Onder de wenschen, die reeds thans op de kerkelijke verlanglijst gebracht zijn geworden, vindt men toch de volgende onderwerpen :

Ie. een geheel nieuwe Bijbelvertaling, jiit de oorspronkelijke talen getrouwelijk [ overgezet naar de eischen van de tegenwoordige wetenschap.

2e. een herziening van onze Belijdenisschriften met de bedoeling, deze uit te breiden met het oog op alle hedendaagsche dwalingen en ketterijen.

3e. de invoering van een Gezangenbundel naast onze Psalmen.

4e. een nieuwe regeling van onzen eeredienst, waarvan het gevolg natuurlijk zijn zal een herziening van onze liturgische formulieren.

Waarom hieraan nog niet toegevoegd is geworden de vraag, om ons tevens een nieuwe Psalmberijming te geven, is niet wel in te zien, Als men toch een nieuwe Bijbelvertaling maakt, de formulieren van Eenigheid herzien gaat, een Gezangenbundel invoert en onze liturgie op andere leest schoeit, zal het ietwat vreemd aandoen, dat alleen de Psalmen onveranderd blijven.

Dat onze Psalmberijming niet deugt, op menig punt den oorspronkelijken tekst verkeerd weergeeft en zelfs min of meer het decadentietijdvak van haar ontstaan verraadt met haar verheerlijking van de deugd, weet ieder kenner wel. Tegelijk met deze herziening men dan de moeilijke en lastige wijzen, waarop de Psalmen gezongen worden en die voor ons kerkelijk publiek een kruis zijn, kunnen vervangen door makkelijker melodieën. Wie zijn heele huis van top tot teen 'vernieuwen gaat, doet beter met niet een vleugel onveranderd te laten staan. Het verbeterde gebouw kan dan in één stijl worden opgetrokken. En voor de drukkers en uitgevers zal het veel gemakkelijker wezen, wanneer ze in eens een geheel nieuw kerkboek voor onze Gereformeerde Kerken kunnen drukken, dan dat ze over een paar jaar weer gedwongen zullen zijn om de Psalmberijming door een andere te vervangen. Ook met het oog op de aanschafifing dezer kerkboeken door de kerken en gezinnen, zou dit wenschelijk wezen.

Nu zijn al deze wenschen natuurlijk op zich zelf uitnemend; alleen, men dient d'kn ook wel te overwegen, welke de kosten zullen zijn, voordat men den toren bouwen gaat. Een dergelijke geheele vernieuwing van ons kerkboek mag natuurlijk niet met een Franschen slag gebeuren. Wie het oude gebouw tot den grond toe wil afbreken, om het door een nieuw te vervangen, dient althans te zorgen, dat dit nieuwe gebouw door kundige architecten wordt gebouwd en met degelijke bouwstoffen. Een revolutiebouw met éénsteensmuren, met balken van twee vingers breed, die doorzwiepen als ge eroverheen loopt, met daken die lekken, schoorsteenen die niet trekken en deuren die niet sluiten willen, mag het natuurlijk niet worden. Dan ware het nog beter in het ouderwetsche huis, dat, met al zijn gebreken, toch nog door en door soliede is, te blijven wonen. Zal men dus werkelijk tot vernieuwing van ons kerkelijk huis overgaan, dan zal de Synode daarvoor geen kosten mogen sparen. Zulk een arbeid op te dragen aan predikanten of hoogleeraren, bij al hun eigen arbeid, zou hun onmogelijke eischen stellen. Ze zullen jaren lang rustig aan dit werk zich moeten wijden. Zoo heeft de Synode van Dordt gedaan, toen een nieuwe Bijbelvertaling gemaakt moest worden, en de Synode kon daarbij beschikken over den invloed en de ruime beurs der Staten. Thans gaat het niet alleen om een nieuwe Bijbelvertaling, maar ook om een nieuwe liturgie, een revisie onzer belijdenis-schriften, een Gegezangenbundel enz. En waar het leven al zoo ingespannen druk en de taak al zoo zwaar is van onze stadspredikanten en onze hoogleeraren, is er geen denken aan, dat ze bij al hun arbeid ook deze reuzentaak nog verrichten kunnen, zelfs al zou de Synode den arbeid over verschillende commissies verdeden. Onze Kerken mogen daarom wel aan hare afgevaardigden ter Synode de boodschap meegeven, dat ze bereid zijn hare beste en voornaamste dienaren voor dezen arbeid gedurende enkele jaren af te staan, en dat ze de Synode blanco-crediet verleenen willen voor de enorme kosten, die dit alles zal meebrengen. Terwijl ook de Theologische faculteit der Vrije Universiteit en de school onzer Kerken er op bedacht zullen moeten wezen, dat ze den arbeid hunner beste professoren voor een geruimen tijd zullen moeten missen, wanneer de Synode van hun medewerking gebruik zal willen maken, gelijk toch niet onwaarschijnlijk is.

Of we, door op deze bezwaren te wijzen, onze kerken dan willen afmanen om deze wenschen bij de S)-node in te zenden?

We denken er niet aan.

Er niet één punt op dit wenschenlijstje, waarvan we de wenschelijkheid niet van harte beamen. Nu onze Gereformeerde Kerken, na drie eeuwen lang in dit huis gewoond te hebben, zonder ooit verbeteringen te hebben aangebracht, de behoefte evoelen, om niet stok-conservatief bij het estaande te blijven, maar het leven der erk aan het leven van onzen tijd willen anpassen, ligt hierin voor ons eer een erblijdend verschijnsel.

Wat leeft, kan niet stilstaan, maar moet roeien.

Alleen willen we waarschuwen, dat men de verwachting niet te hoog zal spannen. Men kan nu eenmaal niet verder springen dan zijn polsstok lang is. Dat is een gulden les van de wijsheid onzer vaderen. Onze Synode al die les wel ter harte nemen en met oorzichtigheid te werk gaan. Verkeerd is et daarom niet, dat men de Synode wijst p hetgeen verbetering behoeft. Mits men aar wel inziet, dat Keulen en Aken niet p éen dag gebouwd worden. Een overaaste verbetering zou aan ons kerkelijk even eer schade dan werkelijk voordeel rengen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 februari 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Zoo langzamerhand begint zich

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 februari 1914

De Heraut | 4 Pagina's