Voor kinderen.

AAN VRAGERS.

Onlangs las ik, schrijft B., dat het Turksche rijk, nog vóór twee eeuwen zoo groot als een der oude wereldrijken, thans in Europa niet veel meer gebied heeft dan Montenegro, de kleinste der Balkan-Staten.

Is Turkije dan zoo groot geweest?

De Turken die omstreeks 1300 onder Osman uit Midden-Azië westwaarts togen, veroverden eerst het Aziatisch gedeelte van het Grieksche rijk, Zuid-West-Azië. In het midden der vijftiende eeuw staken zij over naar Europa, vielen ook daar het Grieksche rijk aan, en veroverden het stuk voor stuk, tot zij in 1453 door de inneming van Constantinopel het geheel in hun bezit kregen.

Tot aan de Donau reikte nu hun heerschappij, die zij vervolgens ook trachtten uit te breiden over Hongarije en Oostenrijk. Tegen het einde der 17e eeuw waren de veroveraars zoo ver

doorgedrongen, dat zij Weenen belegerden. Gelukkig verhoedde de Heere, dat Europa onder de Mohamedaansche overheersching kwam. De Poolsche koning Jan Sobiesky dwong de Turken het beleg op te breken en af te trekken.

Hiermee begon het verval der Turksche macht, voor welke zelfs de dichter Vondel in zijn kousenwinkel in de Warmoesstraat te Arasterdam zeer schijnt gevreesd te hebben. In het Noorden verhief zich een nieuwe macht, de Russische, onder Peter den Groote, die voor Turkije gevaarlijk werd. Aan de noordkust der ijwarte Zee moest het voor Rusland plaats maken. Oostenrijk dreef de Turken terug tot de Donau.

In de negentiende eeuw maakte eerst Griekenland zich vrij omstreeks 1820., Ruim een halve eeuw later werden ten gevolge van oorlogen met Rusland, dat ook weer Turksch gebied verkreeg, verscheiden stukken van het Turksche rijk afgescheurd. Er ontstonden nieuwe staten, zooals Servië en Bulgarije, terwijl ook Oostenrijk een deel kreeg.

Tenslotte verklaarden nu kort geleden Montenegro, Griekenland, Servië en Bulgarije tegelijk Turkije den oorlog. Het gevolg hiervan is geweest, dat een groot deel van wat van Turkije nog over was in Europa, door dit land moest worden afgestaan om daarmee de vier genoemde rijken te vergrooten. Ook vele eilanden in den Archipel, o. a. het belangrijke Creta, gingen voor Turkije verloren, dat thans werkelijk in Europa niet grooter is, dan in het begin is gezegd. In Azië bezit het echter nog een uitgebreid gebied, dat Klein-Azië, Syrië, Palestina, Mesopotamië en een deel van Arabic omvat.

G. R. vraagt verklaring van deze regels:

Nu loopt het gansche volk te hoop, Men roept; Daar komt hij, d'oliekoop! Dat is de groote wonderman. Die alle kwaal genezen kan.

Een vijftig jaar geleden werd ons land vaak bezocht door kooplieden uit Hongarije, die men oliekoopen noemde. Zij droegen nl. op den rug een groote tasch, waarin fleschjes met olie en andere stofftn ter genezing van ziekten.

Zij boden hun waar te koop aan, onderzochten wat iemand scheelde en, zeiden hem dan - wat iemand koopen moest. Reeds lang echter is dit bedrijf hier te lande verboden. Trouwens, zekerheid dat de oliekoop de rechte middelen gaf, had men in het minst niet.

J. D. S. te H. schrijft: Zoudt gij mij ook eenige ophelderingen kunnen geven over het verheerlijkte lichaam van Jezus, waar .Hij zich vertoonde aan de Emmaüsgangers, en met hen aanzat, en toen plotseling verdween uit hun gezicht.

Vertoonde Jezus Zich toen onzichtbaar? Soms lezen we dat hunne oogen gehouden werden dat zij Hem niet kenden, of zouden wij hieraan moeten denken?

De vraag zooals die hier gedaan wordt, is ver van duidelijk. Wat b.v. bedoelt de vrager met: Vertoonde Jezus Zich onzichtbaar?

Wij weten dat Christus na zijn Opstanding op aarde gezien is in een verheerlijkt lichaam, met hetwelk Hij ook ten hemel is gevaren. Dit lichaam was zóó, dat wie Hem vóór zijn sterven had gekend Hem na zijn opstanding ook herkennen kon.

Van de Emmaüsgangers weten wij uitdrukkelijk, dat hun oogen gehouden werden, dat zij Hem niet kenden. Ware er geen beletsel geweest, dan zouden zij Hem dus wel gekend hebben. Dat zien we ook aan de discipelen, wier oogen niet gehouden werden. Bovendien, dat Christus een verheerlijkt lichaam heeft en ook de Zijnen eens zulk een lichaam krijgen blijkt duidelijk uit Phil. 3 : 20, 21 : Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker vei%achten, namelijk den Hëere Jezus Christus; Die ons vernederd hchaam veranderen zal, opdat het gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam, naar de werking, waardoor Hij ook alle dingen Zichzelven kan onderwerpen.

Hoe zulk een verheerlijkt lichaam nu is, dat weten we nog volstrekt niet volkomen. Toch blijkt uit hetgeen de Schrift 'ons meedeelt, dat zulk een lichaam niet zal gebonden zijn aan datgene waaraan het onze onderworpen is. Want wij hebben een aardsch lichaam dat vergankelijk is. Dit lichaam nu wordt verheerlijkt en onsterfelijk, gelijk wij weten uit 1 Cor. 15 In dit lichaam kon de Heere Jezus binnen komen, hoewel de deuren van het huis gesloten waren; kon Hij van de aarde opvaren ten hemel. Zulk een lichaam is aan geen ruimte of tijd gebonden. Het behoeft ook geen onderhoud, al kan het voedsel tot zich nemen gelijk Christus' voorbeeld ons leert. Meer kunnen we hier er niet over zeggen. We hopen dat het onzen lezer althans iets duidelijker zal zijn geworden.

BRIEFWISSELING.

j. B. M. |te H, (D). Uw vragen m'oeten nog wachten. Zoo mogelijk volgt het antwoord eerstdaags.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen