GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Aan lof en waardeering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aan lof en waardeering

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 20 Nov. 1914.

Aan lof en waardeering heeft het onze jongste Generale Sj'node in de kerkelijke pers niet ontbroken. Algemeen is de indruk, dat de Synode in korten tijd haar agendum heeft afgewerkt en daarbij uitnemenden arbeid heeft geleverd. Er is principieel gediscussieerd over de belangrijke vraagstukken, die in ons kerkelijk leven aan de orde waren; er zijn belangrijke beslissingen genomen, die voor onze Kerken ten zegen zullen blijken, en wat niet 't minst verblijdend was, trots verschil van inzicht bleef tot het einde toe de goede toon en de broedelijke liefde bewaard. Zelfs een neutraal blad als de Telegraaf wees in zijn kerkelijk overzicht op de treffende tegenstelling tusschen de beide Synodes, die zoo kort na elkaar te 's Gravenhage vergaderden, de Synode der Hervormde Kerk en de Synode onzer Gereformeerde Kerken, en de vergelijking tusschen beide viel niet ten nadeele van onze Synode uit.

Voor dien goeden afloop komt in de eerste plaats dank toe aan God den Heere, die door zijnen Heiligen Geest onze S}-node leidde, maar dan ook aan den uitnemenden voorzitter. Dr. de Moor, die met zooveel tact en vastheid den praesidialen hamer wist te hantéeren. Voorts was het geen kleine winste, dat op deze Synode mannen als Dr. A. Kuyper en Dr. H. Bavinck, die we op vorige Synodes zoo noode gemist hadden, weer op het appel waren en door hun machtig, welsprekend woord en principieele uiteenzetting aan het debat hooger wijding gaven. Daardoor kwamen op deze S\"node momenten voor van zoo hoog geestelijk gehalte, dat men ver in de historie onzer Synoden terug moet gaan om er de weerga van te vinden. Ook deed het 't hart goed, naast het groot aantal jongere hoogleeraren, die als nieuwe aanwinst voor de Vrije Universiteit en de Theologische School op deze Synode hun entree maakten, nogmaals onze nestor Prof. Rutgers aan de tafel der adviseurs te zien zitten, wiens woord zoo dikwijls op onze Sj'nodes schier beslissend gezag had en die trots zijn hoogen leeftijd nog niets bleek verloren te hebben aan scherpte van logisch denken en aan kracht van argumentatie.

Eerst wanneer de acta dezer Synode in het licht verschenen zullen zijn, zullen de Kerken kunnen oordeelen over den arbeid die door haar verricht is. Het persverslag gaf alleen de conclusies, die de Synode genomen heeft, maar de rapporten der commissies, waarop deze conclusies steunen, en waarin voor een niet gering deel de arbeid der Sj'node is neergelegd, worden eerst door de acta gemeengoed der Kerken. Toch mag wel reeds thans op een enkel punt, dat voor de Kerken in het algemeen van belang is, nader worden ingegaan, ook om misverstand te voorkomen.

Het voornaamste punt, dat op de S\node aan de orde kwam en dan ook het meest de aandacht trok tijdens de discussies, was het doctoraat. Reeds van de S\-node van Amsterdam af was dit punt aan de orde geweest in onze Kerken, doordat destijds van de professoren der Theologische School een verzoek was uitgegaan totde Generale S}-node om aan de Theologische School het jus promovendi te verleenen. Wees de S\-node destijds dit verzoek van de hand om allerlei practische redenen, maar zonder principieele uitspraak te doen over de quaestie zelve, op de Zwolsche Synode was het vraagstuk opnieuw aan de orde; thans niet door een voorstel van de professoren, maar door een verzoek, dat uit den boezem der Kerken zelf opkwam. Ook deze S}-node ging echter niet op dit verzoek in, wederom zonder een principieele beslissing te nemen, alleen op grond dat zoolang het aantal professoren te Kampen nog zoo gering was, aan de instelling van het doctoraat zeker niet kon gedacht worden. Thans stonden de zaken geheel anders. Doordat het aantal profes-soren te Kampen tot vijf was uitgebreid, was de afwijzingsgrond van Zwolle vervallen en moest de Generale Synode wel tot een principieele beslissing komen. Een drietal l^irticuliere .S\nouen ((.ïnMiingen, Drenthe ril Overijsel) stelden aan ilc Generale Sjnode . voor, aan de Theologische School het doctoraat te verleenen, en verschillende andere particuliere Synoden drongen er op aan, omtrent deze quaestie ditmaal een principieele beslissing te nemen. Ook ons kwam het voor, dat de tijd voor een principieele beslissing thans rijp was en het niet aanging, den hoofdslag nog langer te ontwijken door achter het bolwerk van practische bezwaren of opportuniteitsoverwegingen ' zich te verschuilen. Gelukkig heeft de Generale Synode er dan ook niet anders over gedacht en is door haar een besliste en principieele beslissing genomen, waardoor dit vraagstuk thans wel voor goed tot oplossing zal zijn gebracht. De aanzienlijke meerderheid toch, waarmede de Synode haar beslissing heeft genomen en die vermoedelijk nog wel grooter zou geweest zijn, wanneer ieder lid vrij had kunnen stemmen zonder onder zekere pressie te staan van de particuliere Synode die hem afvaardigde, heeft getoond, dat onze Kerken den weg van het kerkelijk doctoreeren niet op willen. En nu de Synode op dit punt zoo ondubbelzinnig zich heeft uitgesproken, mag verwacht worden, dat daardoor voor langen tijd dit vraagstuk in onze Kerken van de baan zal wezen. Het zou toch beneden de waardigheid onzer Kerken zijn, wanneer, nadat de S\-node principieel had uitgesproken dat ze dit promotierecht niet verleenen mag of kan, omdat "ze daartoe ten eenenmale onbevoegd is, 0]3 een volgende Synode wederom het verzoek tot haar gericht zou worden om toch dit promotierecht aan de School toe te kennen. Zoo zou nooit de rust en vrede in onze Kerken kunnen worden bewaard. Wie in een eerlijken slag verloren heeft, moet dit ook ridderlijk weten te erkennen.

Het heeft ons daarom wel leed gedaan, dat in énkele persorganen, zelfs eer de Synode nog gesloten was, de voorstelling werd gegeven, alsof er geen principieele beslissing was gevallen, en voorts geklaagd werd dat de quaestie op de Synode zoo vertroebeld was geworden, dat zelfs van een zuivere stemming geen sprake was geweest. Ter wille van de eere der Synode moet tegen dergelijke voorstellingen worden opgekomen. Principieel is hare beslissing ongetwijfeld geweest, want de Synode heeft in de eerste plaats uitgesproken, dat zij aan het verzoek om het doctoraat te verleenen, niet kon voldoen, wijl »de Sj'node der Gereformeerde Kerken als zijnde een kerkelijke vergadering en geen wetenschappelijk college, de bevoegdheid mist om zoodanig recht te verleenen«, en ten tweede wijl »de Theologische School in de qualiteit van eigene inrichting der Kerken tot opleiding van dienaren des Woords ook blijkens het eenparig getuigenis der historie op zoodanig recht geen aanspraak kan maken.« Iemand moet wel willens blind wezen om te ontkennen, dat in deze beide conclusies een principieele uitspraak ligt uitgesproken, en dat zoolang de wet der continuïteit in ons kerkelijk leven geldt en de eene S)'node niet weer onderstboven werpt wat een vorige beslist heeft, thans als gemeene overtuiging onzer Kerken te gelden heeft, dat de S}node de bevoegdheid mist om het doctoraat te verleenen, omdat ze een kerkelijke vergaderingen geen wetenschappelijk college is. Vooral voor deze beslissing zijn wij dankbaar, omdat daardoor het gevaar voorkomen is, dat een geheel valsch beginsel, dat bij Rome en niet bij het Protestantisme thuis hoort, in ons kerkelijk leven zou binnengeslopen zijn.

Dat de Synode deze beslissing voorts niet overhaast en onder den indruk van een welsprekende oratie heeft genomen, maar na een langdurig en uitvoerig debat, waarbij de beginselen over en weer met groote helderheid en beslistheid zijn uiteengezet, verhoogt de waarde van deze principieele uitspraak niet weinig. Volkomen terecht heeft de Synode daarom ook geweigerd, de zaak nogmaals aan deputaten ter overweging toe te vertrouwen, die dan eerst over 3 jaar rapport zouden uitbrengen.

De zaak was toch principieel reeds voldoende toegelicht en de Synode oordeelde daarom terecht, dat het niet aanging, nu deze zaak reeds op twee Synodes aanhangig was geweest, de eindbeslissing wederom tot een volgende Synode uit te stellen, waardoor de onrust in onze Kerken noodeloos zou zijn verlengd. Ook het argument, dat de discussie vertroebeld was geworden en de stemming dientengevolge niet zuiver kon wezen, omdat de rapporteur Dr. Bavinck alleen melding had gemaakt van het gevoelen door Prof. Lindeboom voorgesteld.maar niet van dat der andere hoogleeraren te Kampen, snijdt geen hout. Zeker is op de Synode gebleken, dat onder de hoogleeraren te Kampen geen eenparigheid van gevoelen ten opzichte van deze quaestie bestond; er was groot verschil van inzicht èn omtrent het karakter van het doctoraat, dat men voor de School wenschte èn omtrent de gronden, waarop men het begeerde. Met name Prof. Hoekstra en Prof. Bouwman namen te dezen opzichte een ander standpunt in dan Prof. Lindeboom, terwijl Prof. Ridderbos weer een ander standpunt innam, dat zich evenzeer van dat van Prof. Lindeboom als van dat van Prof. Hoekstra en Prof. Bouwman onderscheidde. Intusschen had de Synode, met hoeveel belangstelling ze ook naar de uiteenzetting varj deze gevoelens der verschillende hoogleeraren van de Theologische School luisterde, toch daarover geen uitspraak te doen, omdat deze gevoelens niet in een concreet voorstel belichaamd bij de Kerken waren ingediend. Wel hadden de hoogleeraren te Kampen zes jaar geleden — toen nog eenparig van gevoelen — een voorstel bij de Curatoren aanhangig gemaakt, dat de Synode aan de School te Kampen het doctoraat verleenen zon, maar Ciiraloren. waren met dit .voorstel de.stijcls niel meegegaan en ook de Synode van Amsterdam had het op practische gronden afgewezen. Dit voorstel was dus niet meer aan de orde. En op deze Synode was noch door Curatoren noch door Hoogleeraren der Theologische School een nieuw voorstel in genoemden zin ingediend. Het voorstel om aan de School| het jus promovendi te verleenen was afkomstig van de particuliere Synoden van Groningen, Overijsel en Drenthe en voorts van enkele dassen en plaatselijke Kerken. Alleen over deze voorstellen had de Synode derhalve te beslissen. In welken zin deze voorstellen nu bedoeld waren, kon alleen blijken uit den inhoud dezer voorstellen zelf en voorts uit de nadere toelichting door de afgevaardigden dezer particuliere Synoden gegeven. Vandaar dat in de Commissie van praeadvies met opzet vier afgevaardigden van deze pju-ticuliere S)node waren gekozen, waaronder zoo invloedrijke mannen als Ds. Elzenga van Kampen en Ds. Kok van Bedum. Het is het gevoelen van deze afgevaardigden, en volstrekt niet alleen van Prof. Lindeboom, dat met zoo groote getrouwheid en duidelijkheid door Prof. Bavinck in zijn rapport is weergegeven en waartegenover hij het gevoelen van zichzelf en de andere leden der Commissie van praeadvies heeft gesteld. Het feit nu, dat op de Generale Synode bleek, dat van de vijf hoogleeraren te Kampen een tweetal op andere gronden en ook op een andere wijze het doctoraat voor de School wenschten dan in dit rapport is aangegeven, kon voor de S)"node zeker geen beletsel wezen om een uitspraak te doen over de voorstellen door de particuliere Synodes 'van de genoemde provinciën op haar agendum gebracht. Van eenige vertroebeling, waardoor de stemming onzuiver zou geworden zijn, is derhalve geen sprake geweest. De conclusies, die door Prof. Bavinck werden voorgesteld, waren glashelder, lieten geen de minste onduidelijkheid over en klopte geheel op de voorstellen, die ter Synode waren ingediend. Deze voorstellen nu hielden in, dat de Generale Synode het jus promovendi verleenen zou aan de Theologische School zooals ze thans be-" stond, d. w. z. aan de eigen inrichting der Kerken tot opleiding van Dienaren des Woords, En daarop heeft de S)'node tweeërlei verklaard : vooreerst dat zij niet bevoegd was het jus promovendi te verleenen en ten tweede, dat het jus promovendi naar haar oordeel aan onze Theologische School in haar qualiteit van opleidingsschool niet toekwam. In de eerste beslissing ligt een afwijzing voor goed van elk voorstel ook in de toekomst, om door de Generale Sjnode het jus promovendi te laten uitreiken. En de tweede conclusie diende om te voorkomen, dat de Theologische School nu uit zich zelf tot de instelling van het doctoraat zou overgaan, want de School, die van de Kerken uitgaat en door haar bestuurd wordt, kan geen bevoegdheid zich toekennen, die haar lastgeefster, d.w.z. de S\node, haar uitdrukkelijk heeft ontzegd.

Het eenige, waar de Synode geen uitspraak over heeft gedaan en waartoe ze ook niet geroepen was, is de vraag, of het denkbaar is, dat een school van wetenschap, die slechts één bepaalde faculteit omvat, en die geheel los staat van de Universiteit, het jus promovendi uitoefent, niet krachtens opdracht door een S}'node haar gegeven, maar dan jure suo. Over dit vraagstuk door Prof. Hoekstra te berde gebracht, kon echter door de Synode niet beslist worden, omdat het geheel buiten hare competentie omgaat. Juist omdat ze. geen wetenschappelijk college is, en dus over wetenschappelijke quaesties niet kan oordeelen, gelijk ze zelf terecht verklaard heeft, kan ze ook over dit puur wetenschappelijke vraagstuk nimmer een uitspraak doen. Hierin ligt dan ook, naar het ons voorkomt, de fout van hetgeen door Prof. Hoekstra op de Synode voorgesteld is. Zelfs indien het juist ware, dat de Theologische School geheel haar seminaristisch karakter heeft afgelegd en nu als zelfstandige inrichting van wetenschap het recht zou bezitten om doctorale graden te verleenen, dan behoefde ze juist deswege niet aan de Synode de bevoegdheid gaan vragen om dit recht te mogen uitoefenen. De eenigq juiste solutie zou dan wezen, dat de School voortaan een geheel zelfstandige plaats tegenover de Kerk innam, aan haar curateele zich onttrok en dan jure suo dit jus promovendi ging uitoefenen. Zoolang ze echter in haar tegenwoordige gestalte blijft voortbestaan, d.w.z. als opleidingschool der Kerken, die van de Kerken uitgaat en door haar bestuiird wordt, kan ze het jus promovendi niet uitoefenen zonder dat de Synode het recht haar daartoe schenkt en de Synode heeft thans zelf verklaard, dat zij de bevoegdheid mist om dit recht te verleenen.

Het was ons doel niet om over de beslissing der Synode na te pleiten, wat ook niet behoeft, maar wel om de beslissing der Synode nog eens in helder licht te plaatsen. Iets wat wel noodig was, omdat in een enkel persorgaan voorstellingen werden gevonden, die niet gelïeel juist waren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 november 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Aan lof en waardeering

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 november 1914

De Heraut | 4 Pagina's