GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Objectief onderzoek.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Objectief onderzoek.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen de Kerkelijke courant onlangs een alarmkreet slaakte over het toenemend aantal juristen aan de V. U. en meende, dat daarin voor de Hervormde Kerk een gevaar school mede in verband met de zoogenaamde Utrechtsche School van juristen, die volgens haar aanstuurt op ondermijning van de rechtsbevoegdheid der Hervormde Kerk op het bezit. en gebruik der kerkelijke goederen, oudtijds het eigendom van de Gereformeerde staatskerk, omdat bij een toekomstig proces deze juristen de Hervormde Kerk wel eens in 't ongelijk konden stellen, vroegen we haar, of zij dat gevaar dan wilde voorkomen door aan de juristen te willen verbieden aan de V. U. te gaan studeeren, of door aan Prof. Rengers Hora Siccama, het hoofd dezer Utrechtsche school, ontslag als hoogleeraar te verleenen wegens deze propaganda?

De Kerkelijke courant, die blijkbaar de ironie, die in deze vraag lag, niet gevoelde, merkt op, dat ze het zóó niet bedoeld en ook niet gezegd heeft, maar dat ze als middel tegen dit gevaar alleen aangeraden had dat »ook onder de leden der Hervormde Kerk meer (bedoeld zal wel wezen : meerderen) de kerkelijke kwesties van juridisch standpunt bestudeereri zullen, opdat zij straks een tegenwicht kunnen vormen tegen die schare aan de V. U: gevormde juristen": wat ze thans nog nader toelicht door te zeggen:

Laten bekwame juristen grondig de kwestie voor alle provincies onderzoeken! Maar waar het duidelijk is, dat de met Dr. Hora Siccama begonnen strooming onder juristen beïnvloed wordt door wat voor Gereformeerde belangrijk is, daar is het onze wensch, dat Hervormde juristen ook eens grondig studie van deze materie maken zullen, opdat zij in staat mogen worden de heeren Hora Siccama c. s. na te rekenen., en indien zij tot andere resultaten komen dan de Utrechtsche school, dit op wetenschapelijke gronden kunnen aantoonen. Wat we wenschen, het is, dat de juristen aan de V. U. gevormd, niet geheel en al de toongevers worden in deze materie, en een tegenwicht vinden mogen in even bekwame, even der zake kundige geleerden, die geen belang er bij hebben de opvatting in deze materie van de Gereformeerden te steunen. Alleen een t'^/if'^fe/onderzoek, zonder apriorisme naar de ééne of andere zijde, mag in dezen de beslissing geven.

Natuurlijk zijn we volkomen bereid deze verklaring aan onze lezers mede te deelen, maar de Kerkelijke courant maakt de zaak daarmede heusch niet beter. Indien de studenten aan de Vrije Universiteit zich bijzonder op deze rechtsquaestie hadden toegelegd en door historische studiën hadden trachten aan te toonen, dat de Hervormde Kerk ten onrechte aanspraak maakte op deze goederen, dan zou haar voorstelling nog eenigen schijn van grond hebben.

Maar ze weet zeer*^oed; dat deze aan de V. U. gevormde juristen zich dusver met deze rechtsquaestie al zeer weinig hebben bezig gehouden en de V. U, allerminst kan verweten worden, dat zij in dat opzicht propaganda drijft. Het gevaar voor de Hervormde Kerk schuilt dan ook niet in deze aan de V. U. gevormde juristen, wier getal nog altoos in vergelijking met degenen, die aan de Rijksuniversiteit studeeren, uiterst gering is en die bij een toekomstige procedure zeker geen het minste gewicht in de schaal zouden leggen, maar in de Utrechtsche school van juristen, aan wier hoofd Prof. Hora Siccama staat. Het is deze school, die, op grond van diepgaande historische studiën tot de Conclusie kwam, dat de dusver bij de rechtbanken geldende theorie omtrent de kerkelijke goederen niet in overeenstemming is met de feiten. Dat deze Utrechtsche school op de vorming der toekomstige juristen grooten invloed heeft en het daarom wel eens een gevolg van haar invloed kon wezen, dat bij een toekomstige procedure de rechtbank een andere, uit.spraak deed dan in 1 886, spreekt wel van zelf. Maar het gaat niet aan te insinueeren, dat deze school daarbij'beïnvloed wordt door wat het belang der Gereformeerden is, of dat zij aanstuurt op ondermijning van de rechtsbevoegdheid der Hervormde Kerk. Prof. Hora Siccama en de door hem gevormde leerlingen behooren, met één uitzondering, tot de Hervormde Kerk, en dat ze desniettemin tot bovengenoemd resultaat kwamen, is daarom niet uit voorliefde voor de Gereformeerde Kerken te verklaren, maar geeft alleen blijk van de oprechtheid en de eerlijkheid van hun onderzoek.

Natuurlijk hebben we er niets geen bezwaar tegen, dat de Kerkelijke courant de juristen, die aan haar zijde staan, opwekt om de resultaten van dit historisch onderzoek na te rekenen. Of die taak zoo heel gemakkelijk zal wezen, zal hun wel blijken.

Maar het voegt haar niet tegenover mannen, als Prof. Hora Siccama, , , en de leerlingen in zijn school gevormd, de voorstelling te geven, alsof deze geen objectief en eerlijk onderzoek hebben ingesteld..

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 december 1915

De Heraut | 4 Pagina's

Objectief onderzoek.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 december 1915

De Heraut | 4 Pagina's