GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE TEGENHANGER.

VERZOEND.

(Slot):

Daar viel mijn blik op den bewusteloozen jongeling, 'die op het dek lag. Ik wist het, eer hij de oogen weer opsloeg zou hij in golven en vlammen begraven zijn. Daar ligt nu, zoo dacht ik, het gelukskind dat het ongeluk van mijn leven is geweest. Maar neen, Harry, zoo zult gij niet sterven. Haastig greep ik den bewustelooze, die trilde en zich wrong. Gelukkig vond ik een stuk touW, dat nog op het dek lag. Ik bond Harrij aan mij vast en nu vooruit. Ik bereikte de trap. De boot lag er nog en ik kwam er met mijn zwaren last behouden in. Voor 't oogenblik waren we gered.

Het hoofd van Harry die doodsbleek zag, rustte op mijn knieën. Ik trachtte met mijn zakdoek hem voor de brandende zon te beschutten. Eindelijk sloeg hij de oogen op, en het eerste wat hij aanschouwde waren de mijne, die hem bezorgd aanstaarden!

• Nauwelijks hadden wij beiden de boot bereikt, of het brandende schip verdween met den dooden kapitein in de diepte. Een kreet van ontzetting steeg uit ons op. Daarna verzonk ik voor enkele oogenblikken in diepe gedachten, en zag nauwelijks wat om mij heen gebeurde. Hoe wonderlijk was alles saam gèloopeni Mijn bittersten vijand had ik het leven moeten redden. Aan mij zou hij voortaan, hoe trotsch' ook, dank schuldig zijn. Toch was het dat niet 't welk mij hoofdzakelijk bezig hield. Ik gevoelde goed gedaan'te heb'oen met zoo te handelen, ook jegens hem die het geluk van mijn leven had verwoest. De lessen en leeringen uit mijn Jeugd, aan welke ik in de laatste jaren zoo weinig had gedacht kwamen .mij nu weer voor den geest; Ik gevoelde dat ik gehandeld had naar den wil des Heeren, en dat het einde, ioe dan ook, niet ongezegend zijn zou.

Krachtig kwamen mij de woorden voor den geest, die ik als kind uit den Bijbel had geleerd: Wentel uw weg op den Heere en vertrouw op Hem; Hij zal het maken. In stilte bad ik Hem mij en ons allen genadig te zijn. En ik kreeg zulk een vast vertrouwen, dat het mij volstrekt niet deerde dat heel het sommetje geld in tien aar met moeite verdiend, met het schip te gronde was gegaan.

Het vervolg van mijn verhaal zal kort zijn, gelijk meermalen met het beste deel eener geschiedenis het geval is.

Door de goed hand des Heeren bereikten wij behouden, schoon afgemat en uitgeput, de Spaansche kust. Van daar ging ieder zijns weegs. Harry echter koiT niet; hij was ernstig ziek geworden en' moest naar een gasthuis gebracht. Ik kon niet besluiten hem onder vreemden aan zijn lot over te laten. Met veel moeite kreeg ik gedaan dat ik hem mocht blijven oppassen en verder andere diensten bewijzen, waarvoor ik den kost en woning tot loon hebben zou. Ik schreef zoo spoedig mogelijk naar Hamburg om te vragen wat te doen. Maar mijn eerste brief raakte zoek, gelijk later bleelj: . En zoo duurde het geruimen tijd eer_ ik geld en nadere aanwijzing ontving. Gelukkig geloofde men mij, als ik zei wie Harry was, en hoe alle onkosten vergoed zouden worden. Zoodra mogelijk wendde ik mij ook tot onzen consul, die mij een groote steun was.

Intusschen vereischte Harry ai mijn zorg. Het duurde verscheidene weken eer er van eenige beterschap sprake was. Na twee maanden konden wij eindelijk de t'huisreis weer aanvaarden. De consul had het noodige geld voor ons ontvangen. Zoo kwam alles in orde, en wij reisden af.

Een paar weken later zat ik voor het eerst in vele jaren weer in het kamertje mijner moeder, wier hand in de mijne rustte. Ze was zeer verouderd, waartoe ook mijn^ lange afwezigheid zal bijgedragen hebben. Thans echter scheen haar gelaat te glanzen van genoegen, terwijl haar vriendelijke blauwe oogen op mij gevestigd waren. Zij kon, zoo zeide zij, met hartelijke blijdschap niet nalaten mij telkens weer aan te zien en zich over den aanbhk te verheugen.

»Ge ziet er nog wat bleek en overwerkt uit mijn jongens, sprak' zij, «maar dat zal wel over gaan. Ge blijft nu vooreerst bij moeders. Ik knikte.

»Ja« ging zij voort, »ik zie wel dat ge nog het liefst t'huis zijt. Uw oogen staan zoo helder en vroolijk dat ik, er alles van begrijp. Uw hart is blij, dat zie ik.

En zoo was het. Wel had de zee al wat ik met moeite bespaard had verslonden, wél had ik thans geen betrekking en geen inkomsten, maar toch was mijn hart meer verruimdt, dan ooit. Vaiji de dagen mijner kindsheid af had iets als een zware last op mijn hart gelegen, als een ban. Het was de bittere haat jegens hem in wien ik den vijand van mijn geluk zag. Maar dit alles was nu door Gods genade van mij geweken, in de ure toen ik met eigen levensge-' vaar Harry van Salteren uit de vlammen had gered. Ik leerde nu verstaan wat de apostel bedoelt, als hij spreekt van het hobpen van vurige kolen op het hoofd eens vijands.

Ik gevoelde mij weer zoo geheel t'huis in de kleine, gezellige bovenkamer van het groote huis dat mij van jongsaf bekend was, en dat nog altijd door den heer Lehman en de zijnen werd bewoond. Ook mijn moeder had haar woning en taak in het huis behouden. Hoeveel viel er te praten. Hoe moesten wij erkennen, dat God de Heere voor ons beiden, ook in de jaren der scheiding, had gezorgd.-'Wat ik door mijn dwaasheid bedierf, had Hij weer goed gemaakt. Thans konden wij Hem dank zeggen en vertrouwen dat Hij ook verder zorgen zou, al wisten wij niet hoe.

Plotsehng ging de deur open en binnen trad... Harry, die zooals men weet in hetzelfde huis woonde. Warm en hartelijke begroette hij tnijn moeder. Toen keerde hij zich tot mij, en zei met den innemenden lach die hem zoo vele harten won:

»Ik wil u niet aan uw moeder ontrooven, , die u zoo lang heeft moeten missen en nu zoo blij is u weder te hebben. Maar als ge kunt, kom dan zoo straks voor een oogenblik bij ons beneden.

„Ik kom dadelijk", antwoordde ik, maar n)ag ik moeder meebrengen".

„Zeker".

Weinige oogenblikken later zaten moeder en ik inde fraaie, mij zoo vv'el bekende huiskamer. Daar zaten ook mijnheer Lehman, zijn zuster en Harry. Wie het meest verblijd was van óns allen.? Men heette ons hartelijk welkom.'Toen sprak Harry trillend van aandoening:

„Vriend Hendrik, mama en oom brandden van van verlangen om, u te danken voor al wat gij op het schij) en later in Spanje voor mij hebt gedaan. En weel gij, Hendrik, wat oom het meest verheugt. Eerlijk dit: dat ik door uw trouw en opoffering geheel den dwazen standtrots verloren heb, waarin ik als jong kind was opgewassen."

't Was een onvergetelijke avond vol licht en vrede. Zondag daarop gingen wij allen saam aan de tafel des Heeren, waaraan ik met de schaduw op mijn ziel sinds mijn belijdenis doen niet was geweest. — 't Werd nu anders!

Sinds zijn vele jaren voorbij gegaan. Zelf sla ik nu aan het hoofd van de firma Lehman en Wolters. Mijn oude patroon, met wien ik nog menig gelukkig jaar heb samengewerkt, rust reeds in het graf. Harry is met goedvinden van zijn oom uit den handelsstand getreden^.van welken hij nooit hield eu is üaar zijn lust soldaat geworden, gelijk eens zijn vader. Hij heeft het reeds tot generaal gebracht en innige vriendschap verbindt mij nog altijd met hem. Wel mag ik zeggen:

De Heer heeft alles xcet gemaakt.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 juni 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 juni 1916

De Heraut | 4 Pagina's