GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Nu onze voedselvoorraad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nu onze voedselvoorraad

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 24 Mei 1918.

Nu onze voedselvoorraad al schaarscher wordt, afdoende hulp van buiten niet is te wachten en we de grootste moeite zullen hebben rond te komen, totdat de nieuwe oogst is binnengehaald, heeft de Regeering zeer strenge maatregelen genomen om' beslag te leggen op de voorraden, die hier en daar nog werden achtergehouden, vooral bij de boeren op het platteland.

Dat de rhilitairen, die met deze opvordering belast werden, niet altoos op even tactvolle wijze huiszoeking doen; dat zelfs kleine voorraden, opgespaard om in de behoeften van het eigen' gezin te voorzien, worden weggenomen en dat bij die opvordering niet altoos, naar het schijnt, volgens de wettelijke bepalingen is gehandeld, heeft bij de boeren ijiet geringe ontstemming gewekt. Zelfs hoorde men reeds het dreigemenj; , dat ze het te velde staande koren zouden omspitten om zich te wreken over het hun aangedane onrecht. Een bedreiging, die, wanneer ze werd uitgevoerd, de meest noodlottige gevolgen zou hebben voor heel ons volk. Maar zelfs al kwam het niet tot het uiterste, dan dreigt toch het gevaar, dat de boer, , in plaats van met alle kracht zich toe te leggen op het vruchtbaar maken van den akker en het vermeerderen van de productie der veldgewassen, die voor de voeding van ons volk noodig zijn uit halsstarrigheid verslappen zal in zijn ijver, of zijn land bezaaien zal met wat, omdat het niet door de maximumprijzen der Regeering gedrukt wordt, rijker winst belooft, maar voor de voedselvoorziening van het volk minder waarde heeft.

Nu ligt het zeker niet op den weg' van ons blad om in dit geding tusschen de Regeering en de boeren partij te kiezen. Dat de boeren, vergeleken bij de stadsbewoners, in veel gunstiger condities verkeerden en van den nood, die in de steden geleden werd, bij hen weinig te bemerken viel, weet ieder, die het platteland bezoekt. Terwijl in de steden schraalhans keukenmeester was, kon men op het platteland nog van den overvloed genieten. Er was dan ook een voortdurende sluikhandel om buiten de distributie om bij de boeren nog tegen hooge prijzen machtig te worden, wat in de steden niet meer te krijgen was. En het is te begrijpen, dat de Regeering bij den stijgenden geest van ontevredenheid bij de arbeidersbevolking der groote steden, daarom drastische maatregelen nam', om aan dien smokkelhandel een einde te maken en de boeren te dwingen hun achtergehouden voorraden af te geven. Of de Regeering daarbij met genoegzaam beleid optrad, is een vraag, die we in het midden kunnen laten. Hoeveel gegronde critiek men in dat opzicht op de handelingen der Regeering moge uitoefenen, toch m.ig niet vergeten worden, dat nu de noodtoestand van ons volk zoo dringend werd, de Regeering wel ingrijpen moest. Het gaat niet aan, dat het eene deel der bevolking overvloed heeft, terwijl het andere gebrek lijdt. De gemeenschappelijke nood moet ook gemeenschappelijk worden gedragen.

De gedachte alsof de boer heer en meester is van zijn eigen akker en daarom met de opbrengst van dien akker doen kan, wat hij zelf wil, is zeker niet in overeenstemming met onze Christelijke beginselen. Heel de aarde en hare volheid is des Heeren en Hij is het. Die door Zijn Goddelijken zegen het koren op den akker groeien doet, opdat Hij den hongerige brood geve. „Hij, zegt de Psalmdichter, doet het gras uitspruiten vO'Dr de beesten, en het kruid tot dienst des menschen, doende het brood uit de aarde voortkomen, dat het hart des menschen sterkt" (Psalm 104 : 14 en 15). Zelfs de wijsheid van den boer om door ploegen en eggen het land voor den bouw te bereiden, alle zaad een eigen plaats op den akker te geven en als de oogst is binnengehaald het veldgewas te dorschen, opdat het voedzame broodkoren van het kaf worde gescheiden, is niet een uitvinding, die aan den mensch te danken is, maar, zooals Jesaja het zegt: Zijn'G: 3 onderricht hem van de wijze. Hij leert hem; zulks komt ook-voort van den Heere Jer heirscharen: ij is wonderlijk van raad. Hij is groot van daad" (Jes. 25 : 26 en 29). Zoo heeft ook de boer, om in de taal onzer Belijdenis te spreken, een Goddelijk beroep. Hij is niet zijn eigen heer en meester, die doen kan met het zijne, wat hij wil, maar hij staat in dienst van den Heere onzen God. Hij is de huisbezorger door God gesteld, om het brood te bezorgen voor het volk. Het is door zijn arbeid, dat God het levensvoedsel ons scherit.

Nu geldt zeker ook hier, dat „de dorschendeos niet zal gemuilband worden" — in het overnemen van dit beeld schuilt niets krenkends, want de Apostel gebruikt het zelfs van de Dienaren des Woords — of wil men nog liever, gelijk de Apostel zelf Jiet beeld verklaart: , Wie ploegt, moet op hoop ploegen en die op hoop dorscht, moet ook zijn hoop deelachtig worden" (i Cor. 9 : 9 en 10). De boer, die het land beploegt en bezaait, en straks, als het veldgewas rijp is, het binnenhaalt en dorscht, doet dit op hoop van zelf een deel van den oogst te ontvangen en mag in die hoop nief teleurgesteld worden. En niet alleen, dat hij recht heeft van zijn akker te leven, maar te karig mag zijn deel hem niet worden toegemeten. Anders dooft men den lust en de energie om den akker te bebouwen. Het was daarom zulk een ontactische maatregel, dat de heeren der distributie, die meer bureaucraten dan mannen zijn, die van het landleven verstand hebben, alle voorraden opeischten en dan aan den boer niet de vrucht, die hij zelf geteeld had, lieten houden, maar het voedsel voor hem zelf en zijn vee van een geheel ander district hem deden toekomen. De boer wil leven van zijn eigen land.

Maar al is dat zoo, toch neemt dit niet \vcg, dat die akker en de opbrengst daarvan U'^-cit door hem mag beschouwd worden a's zijn eigen goed, waarmede hij naar zijn goedvinden handelen kan, maar dat hij wel heeft te verstaan, dat die akker hem is toebeti juwd door God en hij nu, in dienst vari God, die alleen, den wasdom van het graan geeft, te zorgen heeft, dat het brood voor den eter er komt.

Zelfs de meest Itrenge maatregel der Regeering, al ware deze niet alleen krenkend en onaangenaam, maar zelfs onrechtvaardig voor den boer, geeft hem geen recht zich te onttrekken aan dezen door God op hem gelegden plicht. Hij kan boer-af worden en óf een ander bedrijf kiezen óf van zijn renten leven gaan, maar zoolang hij boer blijft en de akker zijne is, is hij geroepen door God om dien akker te bebouwen en het brood voor het - «olk te bereiden. Uit wrok over wat de Regeering deed, het te veld staande gewas om te spitten, opdat er van den oogst niets terecht zou komen, of als de oogst is binnengehaald, dien moedwillig te laten bederven, opdat, wanneer het voedsel daardoor voor den mensch niet meer ges.chikt is, de boer het voor zijn vee zou kunnen behouden, is niet alleen een misdaad tegen de maatschappij, maar een misdaad tegen God.

We kunnen ons dan ook nauwelijks voorstellen, dat bij een boer, die God vreest, zulke gedachten zouden opkomen in het hart. Maar waar ze opkomen — want ons hart is een arglistig ding, — daar behoort elk Christen ze als een Satanische verzoeking te vvederstaan.

Onrecht ons aangedaan mag nooit tot het doen van onrecht óns verleiden. En dat te minder, waar van dit onrecht niet de Regeering, maar het volk, dat daaraan geheel onschuldig is, het slachtoffer worden zou.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 mei 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Nu onze voedselvoorraad

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 mei 1918

De Heraut | 4 Pagina's