GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

VIJAND EN VRIEND.

IV.

NIET EENS.

Op een morgen bevond Piet, de leerjongen, zich al vroeg in de smederij, waar hij een en ander moest verrichten vóór de andere werklieden kwamen.

Tot verbazing van Piet trad echter, bijna vlak na hem, ook Kees binnen. Wat die hier zoo vroeg te maken had zou blijken.

„Piet, zoo begon Kees, «we zullen van avond een prettigen avond hebben. Ga je mee? „

„Waar is het, vroeg Piet.

„Natuurlijk in de herberg. Het is een verjaarspretje. We worden getracteerd, en het kott niets„.

„Maar we kunnen toch niet denheelen avond smullen. Wordt er ook weer kaart gespeeld en gedobbeld zooals laatst? „

Dat is wel mogelijk. Maar wie daar geen lust in heeft doet eenvoudig niet mee.

Piet zweeg een oogenblik. Toen beslist: sprak bij

Ik kom daar niet meer.

O, ik begrijp het al, sprak Kees, «Je wil wel maar je mag niet.

„Neen, ik mag niet en ik wil ook niet„.

Ja, ja, ik begrijp er alles van. Je vader heeft het je verboden. Zoo gaat het. Toen mijn vader en de jouwe jong waren zooals wij nu, hebben zij het er zeker goed van genomen. Maar nu zij zelf oud zijn, mogen wij niet doen wat zij deden. Ik ben maar blij dat mijn vader er anders over denkt, al geeft de baas hier hem ongelijk.

En ik geloof dat mijn vader gelijk heeft. Ik doe niet meer met jelui mee´.

O'wij zijn zeker te slecht voor jou» zei Kees.

„Nu ga je gang maar. En luister maar naar je vader dien ouden suffer.

Piet werd rood van drift en verontwaardiging, toen hij zijn vader zoo hoorde beschimpen. Kees die dit zag begon sarrend te lachen. Hij greep den leerjongen bij den schouder en schudde hem heftig onder den uitroep: «Word tpch wakker!

Maar Piet in zijn werk gestoord, was alles behalve gezind zich zoo iets te laten welgevallen. Hij rukte zich los en gaf Kees, eer deze er op verdacht was een oorveeg dat hij suizebolde. Woedend gaf hij een slag terug, maar ook Piet weerde zich wakker, hoewel de jongere, was hij toch misschien de-sterkste. Althans in bet gevecht dat volgde dolf Kees het onderspit, en lag weldra met een bloedenden neus op den grond.

Gelukkig kwam toen juist de baas binnen, die niet begrepen had waardoor het ongewoon geweld in de smederij en zoo vroeg veroorzaakt werd. De strijd hield nu dadelijk op; de knechts kwamen, en het werk begon. Doch om twaalf uur toen de schaftijd aanbrak riep baas Peter de jongelui bij zich, en wilde weten wat er dien morgen gebeurd was.

Dat werd met horten en stooten verteld, alles behalve duidelijk. De een gaf natuurlijk den ander de schuld. Het slot van de zaak was een scherpe berisping voor beiden, meest voor Kees als de oudste, die daarbij, als we weten, reeds meer op zijn rekening had.

Van dat oogenblik af was de vrede tusschen Kees en Piet verbroken. De eerste was woedend nu in het gesprek met den baas, door wat Piet verteld had, vanzelf was gebleken hoe hij. Kees nog den ouden, verkeerden weg ging, wat hij juist voor den smid had willen verbergen. Piet had hem »verraaien« zooals hij het dwaselijk noemde. In elk geval de vriendschap was uit, geheel, voorgoed.

Bestond er alzoo weinig gevaar meer dat Piet door Kees tot herbergbezoek of op verkeerde wegen zou gelokt worden, des te meer kreeg de goede jongen nu van den ander te lijden, die hem op alle manieren plaagde vooral in 't geniep, en zoo dat de baas er weinig tegen doen kon, vooral ook wijl er onder de knechts waren die voor Kees partij trokken, gelijk andere voor Piet. Maar deze laatste troostte zich met de gedachte dat hij zijn vader gehoorzaam was die den Heere vreesde, en diens wegen ook de beste vond voor zijn zoon.

Het spreekt van zelf dat onze smid er niet meer aan behoefde te denken Kees te ontslaan als gevaarlijk vriend voor Piet. Doch er kwamen nu andere zorgen. De strijd tusschen de jongelui ^sloeg ook over tot ouderen, en bracht verdeeldheid in de smederij, waar het dusver nooit luidruchtiger was toegegaan dan in een smidse behoorlijk is. De baas vond dit recht verdrietig doch wat hij ook deed het beterde niet. Kees zette zijn plagerijen voort en Piet leed er onder al zei hij ook weinig.

Op 't laatst besloot baas Peter eens t« zien wat hij bij de ouders van Kees kon uitwerken. Zonder bericht vooraf te zenden ging hij hen eens des avonds opzoeken. Hij vond wel hen t'huis maar hun oudsten zoon niet. Dat kwam aan den eenen kant gemakkelijk, maar was anderzijds toch geen gunstig teeken.

Heel lang duurde het gesprek niet. Want toen de smid zün beklag gedaan had over Kees en gezegd had dat die op verkeerde wegen liep, werden vader en moeder tegelijk ernstig boos. Het was als werd Kees een groot onrecht aangedaan waarin ook zij zelf deelden. Hun zoon, zoo zei de vader, was een oppassend jongmensch, ieder hield van hem. Hij was — dat had de baas zelf gezegd — willig en vlijtig en zou een flink werkman worden. Hij deed niemand kwaad. Wat was er eigenlijk op Kees te zeggen? Dat hij soms in zijn vrijen tijd wat ontspanning zocht was toch geen kwaad. Dat hij soms een uurtje in de herberg zat, nu ja daar was hij jong voor. Maar overigen's ieder mocht willen dat hij was zooals Kees. En de vrouw sprak evenzoo. Zij hoopte dat haar twee jongere zoons mochten worden als Kees nu was.

Hiertegen baatten alle redeneeringen weinig. Dat Kees aan het begin stond van een gevaarlijk pad konden zijn otiders niet inzien. Eu toen onze smid tot de oorzaak van de kwaal kwam, namelijk dat de jonge man niet liefde in de vreeze Gods, riep de moeder verbaasd uit: »Maar baas, er is geen braver jongen dan mijn Kees. Hij is toch geen ouderling en kan niet altijd in de kerk zitten. Hij doet zijn plicht en daar zal onze lieve Heer wel mee te vreden zijn.”

Ontmoedigd ging de smidsbaas heen. Hij wist EU dat hij bij de ouders geen steun zou vinden, wijl zij hun zoon als uiterst braaf beschouwden, en blind waren, misschien wel willens blind, voor het gevaar dat hij liep. Toch was begrijpelijk dat het zoo ging. Wie niets hoogers kent en zoekt dan wat men in de wereld deugd en braaiheid noemt, mist het hoogste nog en ziet het voorbij. Braafheid en deugd zijn zeer goede dingen, maar de vraag is altijd waaruit ze voorkomen. De Bijbel zegt ons dat de bron van alle goed is God zelf, en het goede worden wij deelachtig door 't geloof in Hem. Onze deugd en onze braafheid kunnen ons niet behouden voor de eeuwigheid. Dat kan alleen de gerechtigheid van den Heere Jezus Christus, Daarom zegt de dichter De Liefde zeer te recht:

Wie zich met eigen braafheid vleit, Kent niet zijn hart van binnen. Wie' waarlijk braaf is zal altijd Met God den Heer beginnen.

Maar dat juist vergaten, gelijk we zagen, zoowel de ouders van Kees als hij zelf.

De eerstvolgende weken waren geen aangename in de smederij. Het twistvuur smeulde onder de asch, maar brak telkens weer uit. De baas die wel merkte dat zijn knecht op den ouden verkeerden weg voortging, kon niet nalaten hem van tijd tot tijd ernstig te vermanen en te waarschuwen. Kees hoorde het aan, zei weinig of niets, maar werd er door geprikkeld en inwendig verbitterd.

Dat was dwars zult gij zeggen, en ge hebt gelijk. Kees geleek op den dommen jongen die toen hij ziek lag boos werd op den dokter die em een bitter drankje gaf. En toch van nature ijn wij geen van allen beter.

BRIEFWISSELING.

De nog wachtende vragen open, weldra aan dé orde. komen, zoo we

HOOGENEIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 november 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 november 1918

De Heraut | 4 Pagina's