Overheid en Kerk.

Burgemeesteren Wethouders vaa een onzer dorpen hebben met het oog op het ernstige gevaar, dat de besmetting door de Spaansche griep oplevert, een verbod uitgevaardigd tot het saamkomen van tïienschen in scholen, catechisatiën en Zondagscholen, zoodat, gelijk de bekendmaking luidde, deze ïvan heden af tot nader order niet kunnen gehouden worden«.

Een dergelijk verbod, nog wel in de krant, bekend gemaakt, schijnt ons een niet geoorloofd ingrijpen op het terrein van de Kerk.

Indien de Overheid oordeelt, dat het saélmkomen van menschen gevaar voor de volksgezondheid oplevert, dan mag ze zeker maatregelen nemen, om dit gevaar tegen te gaan. Ze kan het sluiten der scholen gelasten. Maar tegenover de Kerk behoort de Overheid niet aldus optetreden. Hier dient de Overheid zich tot den Kerkeraad te wenden, dezen op het gevaar, dat in deze samenkomsten ligt, te wijzen en, den Kerkeraad daarom in ernstige overweging te geven, om voor een tijd de catechisaties te laten stilstaan.

Bleek een Kerkeraad naar zulk een verzoek niet te willen luisteren, en was er metterdaad dringend gevaar voor verdere besmetting der bevolking, dan zou de vraag eerst aan de orde kunnen komen, of de Overheid niet geroepen was andere maatregelen te nemen.

Maar in geen geval gaat het aan, dat de Overheid, zonder den Kerkeraad er in te kennen, zulk een maatregel neemt. Straks zou de Overheid nog verder kunnen gaan en ook de godsdienstoefeningen verbieden, of bepalen dat bij het Avondmaal met het oog op de volksgezondheid niet meer de gemeenschappelijke beker mag gebruikt worden.

In ons vrije Nederland zijn we van zulke dwangmaatregelen niet gediend.

Verzet tegen zulk een besluit van de Overheid zouden we daarom met aanraden. Op zich zelf is er zeker iets voor te zeggen, dat het catechetisch onderwijs tijdelijk stilstaat, nu zulk een ernstige epidemie in deze streek woedt. Het beste zou daarom wezen, dat de Kerkeraad afzonderlijk een besluit nam, om met het oog op het gevaar van besmetting de catechisaties een tijdlang te schorsen, daarvan officieel aan Burgemeester en Wethouders kennis gaf, en ben uitnoodigde om, wanneer weer dergelijke gevallen voorkomen, met den Kerkeraad hierover in beraad te treden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen