Voor Kinderen.

Een 250-jarige Kerstzang.

(NAAR DEN LOFZANG VAN MASIA).

Lukas 1.

Vroolijk hart maak groot den Heer Geef Hem eer. Halleluja zij mijn zangtrant Jeugdig hart en geest, verheugd, Prijst de deugd. Van mijn God, mijn RotSj mijn Heüand.

Arm, veracht, verschopt, versmaad Was mijn staat. Op mij zag Hij door de wolken. Zag en keerae zoo mijn druk In geluk, Dal verbaasd staan land en volken.

Groote, groote dingen heeft Hij die leeft, Aan mij, arme maagd, bewezen. Dat niet mij maar Hem de roem Heilig noem. Eeuwig zij Zijn naam geprezen.

Ach wat is Zijn goedheid groot, Die in nood Eeuw aan eeuw na deez' zal prijken. Want Hij wil dien, die Hem vreest In den geest Zonder aanzien gunst bewijzen.

Veel zijn 's hemels wonderdaan, Die gedaan Zijn, door Zijn almachtige arm, en, maar gering is al dat sterk Bij het werk-Van Zijn eindeloos erbarmen.

Wie dCijwijsheid en de moed Zwellen doet Door huu aardsch verstand tot hun lof Stormt des hemels grom gelaat Met hun raad En hun peinzen heen als dun stot.

Die verheven rijn in eer. Werpt Hij neer (Wondre God) en die verschoven Zijn, herstelt en richt Hij op, In den top; Daartoe komt Zijn Zoon van boven.

Al wie hongerig naar 't heü Hierop zeil Gaat, wordt hierdoor begenadigd, Al wie rijk en. hoog geëerd Niet en deert, Heengezonden onverzadigd.

Z^'ns knechts Israels geslacht, Hoe veracht, Heeft Hij goedighjk verheven, , Denkend aan het Heüverbond Dat Zijn mond Him voor eeuwig had gegeven.

Als Hij eens aan Abraham En rijn stam, Onze vadren, heeft gezworen Die Hij liefdrijk zonder peil T'ot dit heil Boven andren heeft verkoren.

Naar J. VAN LODSNSTEIN.

KERSTFEEST.

Weldra zal, zoo de Heerre wil, het Kerstfeest weer door jong en oud over heel de wereld worden gevierd.

We weten, het is de komst in het vlêesch van den Zoon van God, op welke ons het Kerstfeest wijst. Die komst was voorzegd reeds vóór duizenden jaren. Denk slechts aan Gen. 3 VS 15. En ik zal vijandschap zetten tusschen u en tusschen deze vrouwe, en tusschen uwen zade en tusschen baren zade.Datzelve zal u den kop vermorzelen en gij zult het de verzenen vermorzelen. Steeds werden die voorzeggingen meer in getal, en duidelijker. Zoo verwondert het ons niet te zien, hue een profeet als Jesaja zeven eeuwen vooruit kon aankondigen flat de Christus zou geboren worden. God was het, die hem deze dingen openbaarde.

Wij lezen Jes, 9 vs 5: Want een kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijp schouder; en men noemt Zijn naam WonderHjk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid. Vredevorst.

Gij riet dat de profeet spreekt alsof de dingen reeds geschied waren.

Hij zegt dat het Kind geboren, dat de Zoon gegeven is. Hij bedoelt sol geboren, gegeven •worden. Maar zoo zeker is hij dat het Woord des Heeren op rijn tijd komen zal, dat hij juichend uitroept: Wij hebben de gave Gods ontvangen.

Wie dat Kind, wie die Zoon is, weten wij allen... Het is de Zoon van God, vleesch geworden voor ons, arm geworden daar Hij njk was. Hij de Zoon van God en de Zoon des menschen, die God en menschen verzoenen zon.

Jesaja zegt dat Hij, Christus, de heerschappij heeft. Hem is alle macht in hemel en op aarde, en dan noemt de profeet de namen van het Kind die Zijn wezen uitdrukken.

Hij is wonderlijk door de groote dingen die Hij doet en doen kan, omdat Hij God is. Hij overwon den dood en den duivel, én toont Zijn wondermacht ook in wonderen van genade, als zondaren bekeerd worden. Hij heet Raad, omdat bij Hem raad en wijsheid te verkrijgen is, die leidt tot het eeuwig leven. Sterke God is Hij die wat Hij wil ook kan uitvoeren. Als Vader der eeuwigheid heeft Hij tijden en eeuwen in Zijn hand. Vredesvorst is het Kind dat vrede brengt op aarde, dat vrede schept in het hart, een vrede die alle verstand te boven gaat.

Wij hebben dus een grooten, machtigen, ja alvermogenden Zaligmaker. Hij wil ons zahg maken en ons schenken al wat daartoe noodig is. Hij heeft Zich voor ons gegeven. De traag is na maar af wij Hem wiUen ontvangen. Want ook tot ons, kleinen en grooten, spreekt Hij wat wij lezen in Openb. 3 vs 20. Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal hooren, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden en hij met Mij.

Zulk. een opendoen eenige Kerstvreugde! leidt tot de ware, de

HOOGENBIEK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen