GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dat onze Kerkenorde nog

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dat onze Kerkenorde nog

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 21 Februari 1919.

Dat onze Kerkenorde nog wel een breeder en dieper herziening behötft dan die, welke op de Synode van Utrecht tot stand kwam, zal dan ook wel door niemand betwist worden, die met ons kerkelijk leven in nader aanraking is gekomen._ En al kan het natuurlijk ons doel niet wezen op alle leemten en misstanden in onze Kerkenorde te wijzen, toch mag hier wel op een drietal punten de aandacht worden gevestigd.

Het eerste punt is, dat in onze Kerkenorde onder de kerkelijke ^diensten" naast de Dienaren des Woords, de Ouderlingen en de Diakenen ook de Doctoren worden opgenomen. Onze Kerkenorde heeft dit gedaan op het voetspoor van de Ordinances Ecclesiastiques door Calvijn voor de Kerk van Geneve opgesteld, waarin eveneens deze vier kerkelijke diensten worden genoemd. Maar het is bekend, hoe Calvijn tot dat zoogenaamde sdoktorenambt" gekornen is door een geheel onjuiste exegese van Ef. 4:11, welke exegese thans door geen enkel wetenschappelijk man meer gedeeld wordt en reeds in vroeger eeuw door onze beste uitleggers als onjuist is afgekeurd. Nu raakt dit een zeer ernstige quaestie. De Gereformeerde Kerk handhaaft ook daarin haar Schriftuurlijk karakter, dat in Christus' Kerk geen ambt door haar erkend wordt, dan de ambten, die door Christus zelf of door de Apostelen zijn ingesteld. Een ambt ontleent zijn autoriteit en gezag nooit aan de gemeente, die dit ambt instelt, of aan welke menschelijke autoriteit ook, maar alleen aan Christus, die dit ambt voor Zijne gemeente instelt en dit ambt met gezag bekleedt. Een ambt, dat niet door Christus zelf, hetzij rechtstreeks, hetzij door middel der Apostelen als zijn organen, is ingesteld, kan in de Kerk niet bestaan. De Kerk kan daarom wel naast deze ambten ook kerkelijke diensten instellen ; ze kan voorlezers benoemen, catechiseermeesters en ziekentroosters aanstellen, kerkvoogden benoemen, maar al deze kerkelijke betrekkingen blijven toch principieel daarin onderscheiden, dat deze betrekkingen of diensten geen ambten zijn en ook niet met autoriteit van Christuswege mogen optreden. Ze mogen daarom ook nooit juxta-posite naast de ambten in Christus' Kerk worden gesteld. En dat is nu juist de principieele fout, die in Art. 2 van onze Kerkenorde wordt gemaakt. Bij Calvijn was dit anders, omdat hij metterdaad op grond van zijn exegese van Ef. 4:11 geloofde, dat Christus dit ambt had ingesteld. Maar waar deze exegese als onhoudbaar is prijs gegeven en door niemand wordt gedeeld, daar gaat het niet aan, in onze Kerkenorde dit „doctoren-ambt" naast het ambt van predikant, ouderling en diaken te vermelden. Onze Kerkenorde is op dit punt dan ook lijnrecht in strijd met onze Confessie, die in Artikel 30 sprekende van de Regeering der Kerk door de kerkelijke ambten die tons onze Heere geleerd heeft in Zijn Woord", aileen opnoemt de Dienaren of Herders, benevens de Opzieners en Diakenen, maar van de Doctoren zwijgt. Nu kan de Kerk niet in haar Belijdenis verklaren, dat onze Heere in Zijn Woord maar drie ambten heeft ingesteld om Zijn Kerk te regeeren, en dan in de Kerkenorde verklaren, dat er vierderlei dienst in de Kerk is en bij deze drie ambten nog het doctorenambt voegen. Een van tweeën toch: f dit doctorenambt is door Christus ons geleerd in Zijn Woord, maar dan moet onze Confessie op dit punt gewijzigd worden; óf wel dit doctorenambt is niet door Christus in Zijn Woord geleerd, maar dan mag het in de Kerkenorde niet gehandhaafd worden. Men kan wel aan dit dilemma door allerlei uitvluchten zich trachten te onttrekken en pogen met allerlei redeneeringen deze tegenstrijdigheid tusschen onze Confessie en onze Kerkenorde weg te nAnen, maar 't is veel eerlijker, rond en oprecht te erkennen, dat onze Confessie hier alleen de Schriftuurlijke gedachte weergeeft en dat onze Kerkenorde op een verkeerde exegese is gegrond. Blijkbaar heeft onze Kerkenorde, eveneens trouwens evenals Calvijn zelf, met dit > doctoren-ambt" in de practijk dan ook geen raad geweten, want wanneer de Kerkenorde in Art. 18 toekomt aan' dit doctoren-ambt en nu nader zal verklaren, wat er meê bedoeld wordt, wordt verklaard, dat daar onder verstaan wordt de Professoren in de Theologie. Een Professor in de Theologie nu is niet een kerke­ lijk ambt, maar een schoblambt. Zelfs al wordt deze Professor in de Theologie door een Synode benoemd en aan een kerkelijk Seminarie of Theologische School aangesteld, dan heeft hij daarmede'toch nog nooit een kerkelijk ambt verkregen, want hij heeft geen de minste autoriteit of macht van Christus ontvangen ; hij mag, zonder als predikant beroepen geweest te zijn, geen Woord of Sacramenten bedienen; hij raag als zoodanig niet de Kerk regeeren; zelfs de tafelen der barmhartigheid mag hij niet bedienen, en hij kan in geen Kerkeraad of welke kerkelijke vergadering ook sua autoritate optreden. Onze Kerkenorde zelf heeft dit dan ook zoo duidelijk gevoeld, dat er van de kerkelijke roeping tot dit ambt, die voor een kerkelijk ambt het onmisbaar vereischte is, juist bij dit ambt geen sprake is ; trouwens, toen onze Kerkenorde werd opgesteld, werden deze Professoren in de Theologie geheel buiten de Kerk om door de Overheid geroepen, en de hoogste eisch, dien onze Kerken stelden, was dat de Kerken bij deze benoeming gekend moesten worden. En wat alles afdoet, in Artikel 84, waar de grondwet van ons kerkelijk saamleven staat, het artikel dat zelfs oorspronkelijk als Artikel 1 aan het hoofd van onze Kerkenorde stond, wordt wel gezegd, dat geen' Kerk over andere Kerken, geen Dienaar over andere Dienaren, ^een ouderling of diaken over andere ouderlingen of diakenen eenige heerschappij zal voeren, maar wordt over deze »doctoren» gezwegen. Indien zij een kerkelijk ambt bekleedden, dan hadden zij hier moeten genoemd worden. Anders zou hieruit toch volgen, dat een Doctor of Professor in de Theologie het eenige ambt in de Kerk was, dat wel heerschappij over de andere ambtsdragers mocht uitoefenen.

Natuurlijk volgt hieruit niet, dat daarom in onze Kerkenorde niet over deze Doctoren of Professoren in de Theologie mag gehandeld worden. In Art. 21 wordt ook over de schoolmeesters gehandeld, een artikel, dat, zooals het daar staat, alleen past op de verhoudingen, die in onze Republiek bestonden, maar al is het in dien vorm zeker verouderd en onjuist, toch het goede beginsel uitspreekt, dat de Kerkeraad ook op de school zeker toezicht heeft uit te oefenen, daar het gedoopte zaad der gemeente aldaar onderwezen wordt. En zoo behoort er ook een verband te bestaan tusschen de Professoren in de Theologie en de Kerk, zooals dit dan ook steeds door onze Kerken gewenscht is. Maar al is het daarom zelfs zeer noodig, dat dit verband in de Kerkenorde tot uitdrukking komt, dit heeft niets te rhaken met ons bezwaar tegen Art. 2 onzer Kerkenorde Dit artikel spreekt een verkeerd beginsel uit; het stelt de Professoren in de Theologie als kerkelijke ambtsdragers naast de predikanten, ouderlingen en diakenen ; het is in strijd niet alleen met onze Belijdenis, maar met Gods Woord. En daarom mag de Kerk uit piiASf conservatisme deze bepaling niet laten staan. Te minder, omdat deze onjuiste bepaling maar al te vaak aanleiding heeft gegeven tot allerlei theorieën, die met ons Gereformeerd Kerkrecht ten eenenmale in strijd zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 februari 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Dat onze Kerkenorde nog

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 februari 1919

De Heraut | 4 Pagina's