GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ingezonden Stukken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden Stukken

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie).

Hooggeachte Heer Redacteur!

Naar aanleiding van uw opmerking over «De publieke zaak» in het vorige Heraut-rwxrasoRX., heb ik de eer U te melden, dat door omstandigheden in dezen blijkbaar een misverstand is ontstaan. Ik toch verklaar mij volkomen met Uw opvatting over «de publieke zaak» homogeen en heb nooit tegen die opvatting verzet aangeteekend. Ook ik meen, dat de publieke zaak publiek moet behandeld worden en zou niet weten 0{x welke wijze dit „anders" zou kunnen.

Mijn beroep in artikelen van het Stichtsche Zondagsblad op Matth. 18 heeft dan ook (blijkens de strekking dier artikelen) een gansch anderen tendens gehad. Ik meen, dat . zoowel in |)rivate als in publieke aangelegenheden, o.a. Matth. 18 een richtsnoer aangeeft, hoe zachtmoedig en hoe gematigd wederzijdsche partijen by geschillen moeten optreden, hoe voorzichtig men elkanders eer en goed gerucht zooveel mogelijk behoort te ontzien, hoe de geest der liefde ook bij geschillen den toon behoort aan te geven; d.w.z., ik meen, dat alle nadruk mag worden gelegd op de algemeene geestelijke beteekenis van Matth. 18 zoowel in private als in publieke aangelegenheden.

• En gedachtig aan het woord: „De letter doodt, doch de geest maakt levend", alsmede ziende op de wijze, waarop de Heid. Cat. in Zondag 40—44 de 2e tafel der wet behandelt, en ziende op de wijze, waarop de Heiland in zijn Bergrede de oüd-testamentische geboden uitlegt, meen ik tot deze geestelijke opvatting van Matt. 18 gerechtigd te zijn, ja, meen ik zelfs deze geestelijke opvatting boven de (Farizeesch) letterlijke opvatting den voorrang tè mogen geven.

Zóó — en zóó alleen deed en doe ik in het Stichtsche Zondagsblad mijn trouwens slechts zijdelingsch beroep op Matth. 18. -

En daar ik mij nu vlei met de hoop, dat U deze opvatting en dit gebruik van Matth. IB' t geheel billijkt, terwijl ik anderzijds mij geheel refereer (ook in het St'chtsche Zondagsblad) aan de door U voorgestane publieke behandeling van publieke zaken, hoop ik dat een revisie van Uw vorig artikel dit misverstand de wereld uit moge helpen.

U beleefd dankende voor de verleende plaatsruimte.

Met verschuldigde hoogachting, Uw Dw. Dr.

's-Graveland, 17 Febr. 1919.

Indien Dr. Smit het met onze beschouwing geheel eens is, dan verblijden we ons daarover. Over de ietwat zonderlinge verwijzing naar Matth. 18, die we maar als een slip of the pen zullen beschouwen, zullen we maar zwijgen. Het spreekt wel vanzelf, dat wat Dr. Smit bedoelde, met Matth. 18 niets te maken heeft, noch naar de letter noch naar den geest.

(RED.).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 februari 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Ingezonden Stukken

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 februari 1919

De Heraut | 4 Pagina's