Het Paasch-congres door

Amsterdam, 25 April 1919.

Het Paasch-congres door de Socialisten te Arnhem gehouden, heeft wel getoond, hoe ernstig het gevaar is, dat nog altoos ons Vaderland bedreigt.

Wie meende, dat na de mislukking van het revolutionnaire opzet in November de socialistische partij tot beter inzicht was gekomen, zal nu wel ontgoocheld wezen. Niet de meer bezadigde leiders als Vliegen en Schaper hadden de overhand, maar degenen, die liefst zoo spoedig mogelijk de «dictatuur van het proletariaatc ook in ons land wilden uitroepen. Troelstra wierp dan ook openlijk het boetekleed af, dat hem al even vreemd stond als de lammerenvacht den vos, toonde zich weer in zijn ware gedaante en kreeg het warmste applaus. Al had hij zich in het psychologische oogenblik vergist, toen hij meende, dat in November het volk voor de revolutie rijp was, zoodra de irevolufionnaire situatie* zou gekomen zijn, zou hij met de zijnen zich aan het hoofd van den opstand stellen, om de macht in handen te krijgen. Dat was, zooals hij zelf verklaarde, de innigste wensch van zijn hart. En het tijdstip, dat die wensch vervuld zou worden, zag hij niet meer zoo ver verwijderd. De revolutionnaire vloedgolf, die over Europa heengaat, zal straks ook over onze grenzen heenbreken. En dan zal het psychologische oogenblik gekomen wezen. Alleen door de revolutie kan de macht van het kapitalisme worden verbroken.

Dat zulk een ophitsende taal niet weinig er toe zal bijdragen om de vonk in het buskruit te werpen, spreekt wel van zelf. Het zou dan ook dwaasheid wezen zich te vleien met de gedachte, dat een nieuwe worsteling ons zal worden gespaard. Hoe scherp het Socialisme zich ook keeren moge tegen de Communisten, minder om principieel verschil dan wel uit concurrentienaijver, wanneer het psychologische oogenblik gekomen is, zullen de Communisten als > gangmakers" dienst doen, en de socialistische partij zal gretig gebruik maken van de gelegenheid om de roode vaan op onze stadhuizen te plaatsen. En niet Vliegen of Schaper, maar Troelstra zal dan de man wezen, die als de leider zal optreden.

Daarom ligt in dit Paasch-congres wel een zeer ernstige waarschuwing. Onze Regeering ^ is op haar hoede, en de bitterheid, waarmede Troelstra haar telkens aanvalt, toont wel, hoezeer onze Regeering alle maatregelen neemt om terstond met kracht tegen een nieuwen revolutionnairen staatsgreep op te treden. Maar de Regéêring alleen vermag dit gevaar niet te keeren, wanneer pns volk niet als één man zich beslist en moedig aan de zijde der Regeering schaart.

De jongste Statenverkiezing heeft duidelijk genoeg getoond, dat de groote meerderheid van ons , «3lk van zulk een revolutionair opzet niets weten wil., Toch zij men daarom niet te gerust. De ervaring elders opgedaan, heeft geleerd, hoe een kleine oproerige bende op een gegeven oogenblik zich van de regeermacht kan meester maken en dan de meerderheid van het volk terroriseert. De goedgezinde burgerij laat zich overrompelen of waagt, uit vrees voor erger, het niet om zich desnoods met wapengeweld tegen deze tyrannie te verzetten. Daarin schuilt het gevaar, dat ook ons bedreigt.

Moge daarom vooral ons Calvinistisch volk toonen. hoe het niet ontaard is van een voorgeslacht, dat geen vrees voor den mensch kende. Als de vijand van het gezag en van onze volksvrijheden de vaan van het oproer ontplooit, dan mogen zij, die de zonen der Geuzen zijn, voorop staan in den strijd en door hun-bezielend voorbeeld anderen, die wankelen zouden, weer moed geven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen