GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zwitserland. De groote Raad van Bazel uam een wetsontwerp aan, waarbij het vruchtafdiijven voortaan geen strafbaar feit zijn zou. De Kerkeraad van Bazel protesteerde daartegen ernstig en waardig, waarbij zich de Bazelsche vereeniging van arisen aansloot. Het gelukkig gevolg daarvan is geweest, dat bij de tweede lezing van hel ontwerp de desbetreffende paragraaf werd afgestemd met 61 tegen 5 stemmen. De sociaal-democraten maakten van deze zaak een partijzaak. Maar zij werden overstemd, zoodat vootloopig althans de schande, niet over het kanton komt, dat het in zijn wet schreef dat het dooden van ongeboren kinderen voor geoorloofd moet gehouden worden.

Duitschland. Een herderlijk schrijven aan de leden der Ev. Kerk.

De Generale Superintenden'en vau Pruisen hebben een herderlijk schrijven tot de Evangelische Kerk der oud-Pruisische provinciën gericht, dat van de kansels gelezen werd. Dit stuk behelst drie beden. De eerste is: dat het Duitsche rijk, hetwelk zijn heerlijkheid verbroken ziet, in den tijd van druk en onmacht vast houde aan het geloof, dat de wereld overwint, aan den levenden God en Jezus Christus, dien Hij gezonden heeft. Al moet men zich aan de wieede en ongehoorde voorwaarden zijner tegenstanders onderwerpen — het is onmoge'ijk ook het laatste wat blijft prijs te geven: de eer en het geweten.

»De gedachte aan de uitlevering van den Keizer die dertig jaar lang voor zijn volk den vrede bewaard heeft, met zijne veldheeren en staatslieden, die hem naar hun bes'e ween geraden hebben, is een kwelling, die geen Duitsch hart verdragen kan; wij gevoelen deze als etn diepen smaad, die ons met trouwbreuk en eerloosheid belasten wil.t

„Het verlangen dat wij zullen belijden dat wij de eenig schuldigen aan den oorlog zijn, legt ons een leugen in den mond, die ons geweten schendt. Als Evangelische Christenen pi: «, testeeren wij voor God en menschen plechtig tegen de poging om onze natie alzoo te brandmerken". De tweede bede is, dat men den Keizer en zijn huis en de leidslieden en helden met den muur van zijne voorbeden zal omringen. »De menschen hebben ons verlaten, maar het roepen tot God kan zich als een grootmacht openbaren, die sterker is dan de boosheid der wereld".

De derde bede is, dat men zijn plicht doe, zoo lang God het leven schenkt, om den nood e lenigen, de hoop te sterken en liefde te oefeen. > Het middelpunt des geloofs is onze Heere ezus Christus, die ons verlost heeft. Laat ons als ijne navolgers en in Zijne kracht ook het vaderland bouwen.» «Bovenalle hopeloosheid staat het •nochtans* des geloofs. Wij hebben een sterken God, een levenden Heiland, een onbeweeghjk Rijk, dat de zege zal behalen! Laten wij ons oerusten met de wapenen des geloofs en des ebeds, dat wij mede tot de overwinnaars mogen behooren «

Het is een schoon stuk, dat van de Generaluperintendenten uitging. Eén element ontbreekt r echter in. Wij hadden althans gaarne daarin gelezen, dat de hoogste kerkbestuurders het Duitsche volk op zijn schuld voor God gewezen hadden.

— Een jammerlijk betoog.

In de lief. Kirchenzeitung vonden wij een betoog dat ons zeer verwonderd en bedroefd heeft. Het is van de hand van Dr. de Weerth van Elberfeld. »De Rijnsche Westfaakche Kerk is een belijdende kerk, daaraan mag niets veranderd worden. Tot die gemeente behooren alle Evangelische geloofsgenooten van een bepaald district, d. w. z. zij rekent allen die uit Evangelische ouders geboren zijn, zoo lang zij haar geen scheldbrief gegeven hebben, tot haar te behooren, met allen die tot haar overgingen. In deze gemeente hebben alle leden gelijke rechten, ook gelijk kiesrecht voor de lichamen die de gemeente leiden en de predikanten en ouderlingen verkiezen", alzoo zegt Dr. de Weerth. Hij erkent dat deze opvatting niet overeenstemt met hetgeen Calvijn geleerd heeft; dat de vaderen jaren lang daartegen hebben gestreden; omdat deze opvatting gold, zijn goede bestanddeelen van de Elberfeldsche gemeente van haar uitgegaan om zich tot eene Ned. Geref. gemeente te vereenigeo; maar zoo en niet anders is de rechtstoestand der gemeente en daarmede moet men rekening houden. En dat zulk eene gemeente den zichtbaren en kennelijken zegen Gods ontvangen kan, dat hebben de Elberfëlder Gereformeerden ervaren.

En nu moet het volgens Dr, de Weerth maar ook zoo blijven. De tijden waarin de Christelijke wereldbeschouwing de onwedersproken grondslag van het volksleven was, schijnen voorbij te zijn. Temeer hebben kerk en gemeente den .plicht, alles wat zich nog Evangelisch noemt, niet uit elkander te laten loopen, maar het aan zich te binden, zelfs wanneer dit alleen met uitwendige middelen mogelijk is. Behalve eene kerk van geloovigen, die het zout blijfti moet er dus een Kerk voor allen zijn, waarin de menschen tot christen opgroeien en aangetrokken worden. Het is de taak voor den tegenwoordigen tijd, deze Kerk van alle Evangelischen in haar levenskracht te onderhouden en te vormen. Daartoe wordt geëischt, dat de gemeente steeds den kring .barer leden iets meer van nabij beziet, en vraagt, of zij aan allen de diensten bewijst, die zij haar bewijzen kan, of het genoeg is wanneer zij doopt, belijdenis des geloofs afneemt en begrafenissen leidt, of zij daarenboven nog verplichtingen heeft. Zulke verplichtingen heeft zij, en zij moet trachten daaraan te voldoen. Dat daarbij compromis te sluiten is, is wellicht te betreuren, maar schier niet te vermijden. Er is geen aardsch leven zonder compromis denkbaar, en ook tegenwoordig worden kerk en gemeente door talrijke compromissen bijeen gehouden."

Zoo gaat Dr. van Weerth voort en spreekt zelfs van den «zegen* der «Verhaltniswahl.* Wat is de «Verballniswahl*? Hetzelfde wat men in Nederland met evenredige vertegenwoordiging bedoelt, zoodat modernen een modernen en orthodoxen een rechtzinnigen predikant kunnen hebben in dezelfde kerk, en hij meent, dat dit systeem in het Evangelie des vredes gegrond en geboden is!

Wij hadden niet gedacht, dat een dergelijk betoog in een blad kon opgenomen worden, dat het orgaan is van den Gereformeerden bond in Duitschland. Wij betreuren het ten diepste, dat ia den vreeselijken tijd dien Duitschland doorleeft, het orgaan van den Gereformeerden bond niet beseft, wat zijn roeping is. Met alle geweld willen, mannen als Dr. de Weerth en anderen saamhouden, wat niet bij elkander behoort, in plaats van uit den jammer van deze dagen tot het besluit te komen, dat de Kerk moet gereformeerd worden naar het Woord Gods.

— Welke kerk zal men in Duitschland krij gen?

Ds. Dalhmeijer spreekt zich in het «Gemeinschaftblatt» Auf der Warte uit over het vraagstuk, welke kerk men in Duitschland krijgen zal. Zal het de belijdtnr'e kerk zijn?

De heer Dalhmeijer schrijft: »Hoe geheel anders had het kunnen komen, wanneer invloedrijke mannen voor een heldere belijdenis waren opgekomen! Eerst schreef director Haarbeck sieeds over een belijdende kerk; doch langzamerhand werd bij hem en bij anderen weer de volkskerk geboren, en wel een volkskerk, waariu heel wat gruwelijker toestanden zullen gevonden worden, dan in die tot welke men tot hiertoe behoord heeft. Wanneer daarentegen allen die aan het oude Evangelie vasthouden, zich vereenigd hadden om een duidelijke belijdenis te laten hooren, dan hadden wij een groote, invloedrijke, belijdende kerk voor ons volk kunnen krijgen, in welke er voor ons mannen der Gemeenschappen een plaats ware geweest. In streken waar het liberalisme de overhand heeft, en waar de belijdende kerk geen bodem had kunnen vinden, zouden wij Gemeenschapslieden de belijdende kerk vertegenwoordigd hebben. Dan ware het ons mogelijk geweest, de {liberale predikanten «Antichristen" te noemen, want dat zijn zij. Het zou ons dan ook mogelijk zijn de schapen van Jezus Christus voor deze «gruwelijke wolven", gelijk de Schrift hen noemt, te waarschuwen. Het zou ons dan mogelijk geweest, deze voor de „onschuldige zielen" (bedoeld worden de eénvoudigen, niet kwaaddenkenden) die zij verleiden, als „booze arbeiders" te kenschetsen. Ik vraag mannen als Schmitz, Heim en anderen, of ons dit ook dan mogelijk is, wanneer wij door een vrijwillig besluit ons met deze mannen onder één kerkdak begeven? Men heeft gezegd, dat de orthodoxen ons Gemeenschapslieden meer kwaad doen, dan de liberalen. Ik denk er niet zoo over. Ik heb met een rechtzinnige, al heeft hij geen leven, toch den gemeenschappelijken bodem van de leer. Ik weet ook, dat er beminnenswaardige liberale predikanten zijn, die ik als 'mensch liefheb en hoog acht. Als leiders der zielen haat ik hen, omdat God ze haat; ik houd ze voor een vloek, omdat God hen vloekt. (1

Cor. 16 : 22)^ Nu heb ik mijn getuigenis laten hooreu, ieder weet hoe ik er over denk. Wanneer deze „Mischmasehkerk" moet tot stand komen, dan zouden de toestanden op vele plaatsen zoo weerzinwekkeml worden, dat de meerderheid der geloovigen zich reeds op dezen grond genoopt zou zien haar den rug toe te keeren. Want wij mogen ons voor verzekerd houden, dat er dan dingen op de kansels zuUea verkondigd worden (niet op alle maar op vele) die de allerbeste voorbereiding voor het optreden van den Antichrist zullen zijn. En tot deze kerk zullen wij ons door een vrijwillig besluit als geloovigen voegen en haar steunen? Gij mannen, die gelooft dat Christus leeft, geeft ons een belijdende kerk ! Wanneer gij dat niet • wilt, kunnen wij niet volgen."

Wij hopen dat deze roepstem weerklank vinden mag. Dan ware niet alleen de Kerk des Heeren gered, maar zouden ook de Gemeinschaftslieden uit hun onhoudbare positie verlost zijn. Want de leden der Gemeinschaften bleven leden van de Landskerk en zochten in een afzonderlijke organisatie, buiten de ofScieele Kerk om, stichting en sterking des geloofs. Wij wezen er meermalen op, dat het niet te verdedigen is, dat men eenerzijds blijft behooren tot eene kerk en dus ook hare ambten erkent, en anderzijds zich laat dienen door ambtsdragers die of niet tot deze kerk behooren of die, al behooren zij tot de Ev. kerk, niet voor die diensten aangewezen zijn. Men hïid in Duitschland niet tevreden moeten zijn met het stichten van > Gemeinschaften", maar had de kerk tot een beginsel van reformatie moeten brengen.

Nu is echter bij de algemeene ontreddering welke door de revolutie ontstaan is, de ure gekomen dat men gemakkelijker dan te voren betere kerkelijke toestanden scheppen kan. Wat zou het te betreuren zijo, indien de belijders des Héeren deze ure lieten voorbijgaan, om tenslotte de vroegere toestanden weer in het leven te roepen, onder welke de Landskerken zulk een droevig beeld vertoonden! Alleen een vrije, belijdende kerk kan het zout zijn, dat het bederf dat zich op zoo ontzettende wijze in Duitschland openbaart, tegen gaat.

Wat dit bederf aangaat, lezen wij in een Duitsch kerkelijk blad: > De Kerk vervolgt men, het Godsdienstonderwijs wordt afgeschaft, de bordeelen blijven geopend, de speelclubs b'oeien op, dat is de ethische signatuur van het nieuwe regime". Maar dat is nog niet genoeg. De Elb. Tdgl. Anz. van 6 Mei bericht: »Om de Academie een wijderea kring van werkzaamheid te verzekeren, werd haar een afzonderlijke afdeeling voor Dichtkunst gegeven. De minister van eeredienst Hanisch deelde mede, dat vijt van de eerste schrijvers in deze afdeeling der Academie zullen benoemd worden. In de eerste plaats is aan Gerhart Hauptmann gedacht. Deze schrijvers zullen het ministerie adviseerend ter zijde staan". Nu heeft deze Gerhart Hauptmann als jongste werk een boek ten verheerlijking van den Thalluscultus geschreven, van welke iemand oordeelde : > Zoo iets ver^iftigs heb ik nog niet gelezen; het kan ook de gezondsten vergiftigen". En zulke mannen kiest een Pruisisch minister van eere4ienst tot raadgevers inzake de litteratuur! Het is wel een donkere tijd in Duitschland.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 september 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 september 1919

De Heraut | 4 Pagina's