GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Nu in de

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nu in de

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 7 November 1919,

Nu in de Tweede Kamer bij het debat over den duurtetoeslag aan de predikanten, geestelijken enz. zoowel door den Minister van Financiën als door verschillende Kamerleden gewezen is op de wenschelijkheid om den financieelen band tusschen Staat en Kerk los te maken, zijn de voorstanders van deze staatssubsidie natuurlijk terstond in de weer om den volke diets te maken, dat in deze staatssubsidie geen het minste gevaar noch voor den Staat noch voor de Kerk schuilt.

Zoo wordt in de Nieuwe Rottetdamsche Courant, Avondblad van 31 October, in een schrijven zoogenaamd van Doopsgezinde zijde. Ds. Kruyt onderhanden genomen, omdat deze in de Kamer beweerd had, dat de scheiding van Staat en Kerk door deze subsidie gevaar liep.

Deze predikant blijkt den term ischeiding van Kerk en Staat* niet te begrijpen. Die liberale leuze is aangeheven lange jaren geleden om te bewerken, dat een dusdanige verhouding tusschen kerk en staat zou ontstaan, dat noch de kerk over den staat, noch deze laatste over de kerk eenig zeggenschap zou hebben. Welnu, die verhouding bestaat in ons land reeds langer dan een halve eeuw. Beide organen zijn volkomen van elkaar gescheiden. De overheid oefent niet den geringsten invloed meer op de inwendige organisatie der kerkgenootschappen. De kerk is absoluut vrij en eveneens ons staatsbewind behoeft zich niet te storen aan eenige kerkelijke autoriteit. Had Ds. Kruyt vóórdat hij sprak zich eerst op de hoogte gesteld, dan zou hij uit het voortreffelijke werk over de grondwet van wijlen Prof. J. T. Buys hebben kunnen leeren wat hij niet wist, en.als theoloog had behooren te weten.

Blijkbaar heeft deze theoloog zelf het werk van Prof. Buys al zeer slecht gelezej]. Want Prof. Buys dringt bij de bespreking van Art. 168 er juist op aan, bij een toekomstige Grondwetsherziening dit artikel niet stilzwijgend voorbij te gaan, omdat > uit den grondwettigen regel groote bezwaren en gevaren voor Staat en Kerk beiden kunnen voortvloeien* (blz. 524). Welke die bezwaren en gevaren zijn, zet Prof. Buys dan nader uiteen op blz, 553 en vervolgens. Vooreerst dwingt Art. 168 den Staat telkens zich te mengen in kerkelijke aangelegenheden, bijv. of een predikantsplaats zal gesticht of opgeheven worden. En dat, zegt hij, is \vk slxv^A met het beginse van scheiding van Kerk en Staat.') Maar nog ernstiger is zijn tweede grief, dat Art. 168 ook de Kerken aan banden legt. „Terwille van hunne inkomsten moeten deze, zegt hij, nu allerlei beperkingen van hun inwendige vrijheid zich laten welgevallen. Die voortdurende onmondigheid heeft aan de gezonde ontwikkeling van sommige kerkgenootschappen afbreuk gedaan. Vooral drukt dit, als de vraag opkomt: mag men zich afscheiden ? Dat komt neer op prijsgeving van al de geldelijke voordeelen vroeger genoten. Art. 168 houdt, ten spijt van de toegezegde vrijheid, kerkelijke genootschappen bijeen, die sinds lang gescheiden zouden zijn, hadden zij slechts met de wetten van hun eigen natuurlijke ontwikkeling rekening gehouden. En nu mogen het zilveren koorden zijn, welke aldus de vrijheid van de Kerk belemmeren, de belemmering is daarom niet minder drukkend en groot, i ')

Het is misschien wel goed aan deze woorden van Prof. Buys te herinneren, nu spoedig de herziening van Art. 168 aan de orde zal komen. Want nog altoos doet de legende dienst, alsof Dr. A. Kuyper de booze man zou wezen, die uit haat tegen de Hervormde Kerk en omdat het Kerkgenootschap, waartoe hij zelf behoort, geen subsidie ontvangt, tegen deze rijkssubsidie aan de Kerken zou ijveren.

Aldus toch wordt door dezen zelfden schrijver in het Kerknieuws beweerd:

Wie begint te tornen aan de rijkssubsidie, doet dat omdat reeds veertig jaren lang Dr. Kuyper daartegen te velde trekt. Maar warempel vergeet men aldoor, dat het kerkgenootschap, waartoe deze staatsman behoort, juist geen subsidie geniet en dat de door hem zoo vurig gehate Herv. kerk zonder subsidie een financieele crisis te doorstaan krijgt.

Opzettelijk wordt hier verzwegen, dat Dr. A. Kuyper nooit er voor gepleit heeft, deze rijkssubsidie zonder meer in te trekken, maar altoos heeft voorgestaan; dat de Staat eerst tot afrekening zou overgaan door aan de rechthebbenden de kapitalen uit te keeren.

En als de Hervormde Kerk deze kapitalen ontving, . hoe zou ze dan daardoor in een „financieele crisis" kunnen komen? Het maakt toch financieel al zeer weinig verschil, of de Staat jaarlijks een bedrag van zooveel honderdduizend gulden aan de Hervormde Kerk uitkeert, of haar een kapitaal schenkt, waarvan deze subsidie gelijk staan.

')Ik cursiveer.

Toch is dit slechts bijzaak. De hoofdzaak, waarom het ons hier te doen is, is, dat niet Dr. A. Kuyper alleen, maar evenzeer Prof. Buys uitgesproken heeft, dat de bestaande regeling in strijd is met de scheiding van Staat en Kerk, en dat de Staatssubsidie een zilveren koorde is, die de gezonde ontwikkeling der Kerken belemmert en tegenhoudt.

Het is daarom zoo zonderling, dat men in een liberaal orgaan nu juist het tegendeel hoort verklaren.

Of zit hier wellicht „hoogere politiek" achter?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 november 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Nu in de

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 november 1919

De Heraut | 4 Pagina's