GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

GELOOND.

(Slot.)

Nu volgde een pijnlijke stilte.

De man in het bed dorst zich niet verroeren, maar moest geduldig in hoop en vrees afwachten, dat de gevreesde gasten hem verlieten. Telkens, voelde hij beweging, maar gelukkig scheen geen der dieren kwade bedoelingen te hebben. Althans de adders beten den man niet. De ee voor de ander na, kropen' zij voort, het bed uit, aangelokt door de warme damp en den heeten kettl. De man zag nauwkeurig toe, en voelde zich telkens verlicht als weer een adder langs den muur op de melk afging en er in verdween.

Eindelijk, hij had nauwkeurig geteld, waren er tien die het bed hadden verlaten voor den ketel. Tien waren er geweest; 't gevaar was dus geweken. Haastig doch voorzichtig draaide de man zich om, en gleed nu ook zelf het bed af, den Heere dankend die hem had gered. Anders ware het bed zijn doodbed geworden.

Meer dan een kwartier had Clara op de wacht gestaan, met strakken blik op den ketel waar zij dicht bij stond.

Eensklaps vernam zij weer de stem van haar meester, die nog fluisterend zei:

„Ze zijn weg, en, Gode zij dank, allen in den ketel. Sluit nu vooral goed het deksel er op. De beesten z^'n toch misschien reeds dood”.

„Maar zijt gij er zeker van, mijnheer, dat zij er allen in zijn ? ”

„Ja en hos veel hebt gij er geteld ? " „Tien”.

„Ik ook. Dat komt dus uit. Er waren ook tien in het tonnetje. Dat weet ik heel goed”.

De ketel werd weggezet, en de man ging met de dienstbode naar de huiskamer, waar hun eerste werk was God te danken.

«Maar ook u ben ik dank schuldig" sprak de addeijager. «Want waart gij niet met dien warmen ketel gekomen, bet bad er slecht voor mij uitgezien. Hoe kreegt ge zulk een inval?

„Wel zei Cl ra «gij hadt mij vroeger zelf verteld, dat adders aangelokt worden door hitte. Nu stond er een ketel vol melk, ea ik kreeg de gedachte, als ik die eens gauw warm maakte. U weet zelf wat er verder gebeurd is.

„Maar al te goed* was het antwoord. «Hoe is het mogeUjk, dat ik zelf niet aan zoo iets dacht.

Dat kon het meisje natnurlijk ook biet zeggen. Doch haar meester toonde haar zijn dankbaarheid, en bewees haar nog meer goeds dan vroeger. Zijn gevaarlijk werk zette hij wel voort maar het geval met de adders had hem voorzichtigheid geleerd.

Het verhaal van het gebeurde verspreidde zich in heel den omtrek. Velen kwamen om hter en dienstbode te zien, en de laatste ontving allen lof. '

Twee maanden later kwam een andere boodschap. Clara ging trouwen met den man, wiens leven zij menschelijkerwijze had gered. Eu iedereen die het hoorde zei: «Dat heeft de arme wees ten volle verdiend.

UIT DE OUDHEID.

Eenjgrijze landman, die de acht kruisjes reeds achter dtn rug had, ging boomen planten. Het waren natuurlijk nog dunne staken, maar dat zou mettertijd wel beteren.

Terwijl hij bezig was, kwamen er drie jongelui voorbij, die een wandeling deden. Zij zagen wat er gebeurde en hoe hoog bejaard de man was.

„Als hij nu nog bouwde* sprak de een, «maar te gaan planten op zulk een leeftijd, hoe is het mogeUjk. Hij is zeker suf.

Ea zich tot den grijsaard wendende sprak hij:

„Maar, vader, welk voordeel kunt gij nog van die boompjes trekken? Daarvoor zoudt ge wel den leeftijd van een aartsvader moeten bereiken. Waarom maakt ge u het leven moeilijk met zorgen voor een toekomst die ge niet zien zult? Denk liever aan de verkeerdheden in uw leven, maar hoop niet op een ver verschiet. Uw tijd is voorbij. Onze tijd begint nu.

De andere jongelui spraken even waanwijs tot den grijze.

Glimlachend hoorde hij hen aan en sprak: ««Gij weet evenmin als ik wat uw tijd is. Leven wij niet allen kort? Al wat menschen doen, komt langzaam en is vergankelijk. Een hooger Macht dan de onze beslist er over en bepaalt onze dagen. Voor wie onzer zal de zon het langst opgaan? Is er ééa oogenblik, dat u van het volgende verzekert? En wat betreft het planten der boomen, zullen niet mijn nakomelingen mij danken voor wat ik deed ? ”

„Maar gij koudt toch rust nemen." Een wijs man denkt ook aan het welzijn van anderen. Is dat niet goed? ”

„Zeker, vader.”

„Welnu, dat is een vrucht die ik heden smaak, misschien ook morgen en nog eenige dagen. En, «ging hij met groeten ernst voori" «w; e weet of ik nog niet meermalen de zon zie schijnen op uw graven.”

’t Is een jaar later. De grijsaard leefde nog. De boomen groeiden voorspoedig.

De jongelingen.....

De eerste kreeg lust om naar dé Nieuwe wereld te vertrokken, en daar ziJQ geluk te beproeven. Hij nam plaats op een schip dat gereed lag uit te zeilen. Toen hij aUhet touwwerk zag, bekroop hem ongelukkig de lust er in te klimmen. Hij deed zoo, maar ongewoon aan zulk werk sloeg hij naar beneden en brak den hals.

De tweede wilde roem en eer verwerven. Daartoe begaf hij zich in den krijgsdienst. Doch in den eersten veldslag dien hij bijwoonde, kreeg hij een doodelijken zwaardslag die hem velde.

De derde door het lot zijner vrienden afgeschrikt, besloot zich vreedzaam aan den veldarbeid te wijden. Ook bij ging boomen planten. Op zekeren dag wilde hij een jongen vruchtboom inenten. Hij klom er bij, doch viel van de ladder. Ea die val kostte hem het leven.

Nog binnen het jaar had de grijsaard gelijk gekregen.

De drie vrienden waren niet meer.

Zij werden naast elkaar begraven. Meermalen bezocht de grijsaard de plek waar zij rustten. Hij plaatste er een opschrift bij, dat vermeldde wat hier boven is verteld.

Als ik zeg «verteld» is dit eigenlijk minder juist: Het moest zijn oververteld. Want het verhaal zelf is waarschijnlijk heel uit voor-Indië afkomstig.

Doch schoon oud en uit den vreemde, toch geeft het nog altijd een zeer nutte les. Weet ge welke ?

Ea aan welken tekst uit den brief van den Apostel Jakobus herinnert ons heel het verhaal?

Ea weet ge ook nog andere Bijbelplaatsen, die dezelfde strekking hebben?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 januari 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 januari 1920

De Heraut | 4 Pagina's