GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een verkeerd gebruik.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een verkeerd gebruik.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al meer sluipt in onze Kerken het gebruik in, dat bij feestelijke gelegenheden, zooals bij een ambtsjubileum, of ook wel bij afscheids-en intrecpredikaties, nadat de bediening des Woords is afgeloopen, andere personen van hun zitplaats opstaan om een «vriendelijk woord" tot den predikant te spreken. Het is nu eens de «ouderling", die den feestvierenden, nieuw aangekomen of vertrekkenden predikant, van de waardeering der gemeente van zijn arbeid komt verzekeren of hem verwelkomt. Dan is het weer de «consulent", die, nu zijn taak is afgedaan, den nieuwen ambtsbroeder verwellekomt. En soms meenen ook de aanwezige „ringbroeders" er nog een hartelijk woord aan toe te moeten voegen. Zoo krijgt men in de samenkomst der gemeente achter elkaar een heele reeks van persoonlijke toespraken te hooren. En er is zelfs geen reden, waarom dit niet nog verder ^ou voortgezet worden. Waarom zou ook het Hoofd der School zich niet laten hooren; waarom niet de voorzitter der jonge'lingsen jongedochtersvereeniging; waarom ook niet de organist, die het gemeentegezang begeleidt; waarom ook niet de koster of kosteres ?

Het is daarom misschien wel goed er nog eens aan te herinneren, dat de samenkomst der gemeente er is niet om naar allerlei persoonlijke toespraken, maar om naar de bediening van Gods Woord te luisteren. Zelfs de prediking bij een ambtsjubileum üf bij de intrede of het afscheid behoort toch altoos dat karakter te bewaren. Er mag een persoonlijke uiting in vernomen worden, maar de prediking moet een bediening van het Woord blijven. Persoonlijke toespraken door anderen dan de Dienaar des Woords behooren bovendien in de officieele samenkomst der gemeente niet thuis. De Dienaar des Woords treedt hierin alleen op, niet om een persoonlijke toespraak te houden, maar als «mond Gods" tot de gemeente. Maar noch de aanwezige ambtsbroeders, noch de ouderling, noch een andere persoon hebben in deze samenkomst der gemeente de bevoegdheid om een woord te spreken. Het houden van persoonlijke toespraken behoort niet te geschieden in de officieele samenkomst der gemeente. Daar behoort alleen het Woord Gods verkondigd te worden.

Natuurlijk bestaat er geen bezwaar tegen, wanneer de godsdienstoefening geëindigd is, dat dan de gemeenteleden nog een oogenblik saam blijven, om wanneer iemand een vriendelijk woord tot den predikant spreken wil, daarnaar te luisteren. Maar zelfs dit blijve toch een uitzondering. Nu gaat het zelfs al zoover, dat wanneer een predikant voor een beroep bedankt heeft, een der ouderlingen meent openlijk hem daarvoor dank te moeten toebrengen. Straks zal, wanneer een predikant een beroep ontvangt, de ouderling hem openlijk vragen om te blijven. En het zou zelfs kunnen voorkomen, dat wanneer het den ouderling voorkwam, dat de predikant liever vertrekken mocht, ook dit hem openlijk zal worden aangezegd.

Laat men daarom al deze persoonlijke toespraken, hoe goed ze ook bedoeld zijn, in de samenkomst der gemeente achterwege laten.

Ze zijn ddér niet op hun plaats.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 maart 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Een verkeerd gebruik.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 maart 1920

De Heraut | 4 Pagina's