GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Grondwetsherziening.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Grondwetsherziening.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Ten slotte willen we nog de aandacht vestigen op hetgeen een ander lid der Grondwetsherzieningscommissie, de heer J. H. Schaper, het bekende sociaal-democratische Kamerlid, over Artikel 171 zegt in een nota, door hem afzonderlijk aan het Rapport der Commissie toegevoegd. Zelfs veroorloven we ons deze passage in haar geheel over te nemen. Ze is niet groot van omvang en ze is van belang, omdat daaruit blijkt, welk standpunt de Sociaaldemocratische partij ten opzichte van dit zoo hoogst belangrijke vraagstuk inneemt.

De heer Schaper dan schrijft aldus:

Ondergeteekende zou de voorkeur geven aan het losmaktn van den fiaancieelen band, die Kerk en Staat aan elkander binden. Tegenover al degenen, die niet in een bevoorrecht of in het geheel niet in een kerkgenootschap zijn opgenomen, is vooral het tweede lid van art. 171 onbillijk. Hierbij moet ook niet uit bet oog worden verloren, dat de religie hoe langer hoc minder uitsluitei^d tot uiting komt in de eigenijke kerkgenootschappen of igodsdienstige gezindheden", in de Grondwet bedoeld. Er ziji, reeds tal van vereenigmgen en «vrije gemeenten", waarin godsdienstige besprekingen en oefeningen worden gehouden, zonder dat van kerkgenootschap sprake is. Des te onbillijker wordt meer en meer een regeling, die velen dwingt, belasliug op te brengen voor de religieuse behoeften vau anderen. De onbillijkheid wordt verhoogd door de omstandigheid, dat sommige der bevoorrechte kerkgenootschappen niet schromen, den godsdienst als wapen iii den strijd tegen gehate politieke richtingen te misbruiken.

Ondergeteekende acht het intusschen wenschelijk, de verplichtingen, welke op historische gronden de Staat aan de gesubsidieerde godsdienstige gezindten mocht hebben, op billijke wijze te hquideeren. Art. 171 zou dus moeten vervallen, terwijl onder de addilioneele artikelen een bepaling ware op te nemen, dat geen nieuwe subsid ëa meer worden verstrekt en dat bij ecL wet een regeling van de aangelegenheid in verband met het eerste lid van genoemd artikel zal worden getroffen. In deze wet zouden eenige waarborgen moeten worden neergelegd, dat de afgekochte kerkgenootschappen de verkregen gelden uiet met verwaarloozmg van de rechten der leeraren en hunne nagelaten betrekkingen zouden kunnen besteden.

Eerlijk gezegd, valt dit voorstel van den heer Schaper ons mede. Zijn geestverwanten in andere landen hebben, zoodra se de macht in handen kregen, op heel wat ruwer wijze den üuancieelen band tusschen Staat en Kerk losgemaakt.

De heer Schaper erkent blijkbaar, ook al drukt bij zich voorzichtig uit, dat ei inderdaad verschil bestaat tusschen de eerste alinea en de tweede alinea van dit artikel der Grondwet.

Wat de eerste alinea betreft, waar er sprake is van de tractementen, pensioenen enz. die bij het tot stand kumen dei Grondwet aan de bedienaren der verschil lende Kerkgenootschappen worden verzekerd, erkent de heer Schaper, dat er billijkheidsgronden zijn, om deze traktementen niet eenvoudig te schrappen, maar door uitbetaling vau kapitaal aan deze kerkgenootschappen, als we zoo zeggen mogen, af te koopen. Hij ontkent altbans niet, dat de Staat op historische gronden geacht kan worden zekere verplichting tot net betalen dezer tractementen en pensioenen te hebben, en wil alleen de rechtstreeksche betaling dezer tractementen door den Staat doen ophouden. Dat hij aan de uitkeering van de kapitalen de voorwaarde wil verbonden hebben, dat er waarborgen moeten worden verschaft, dat de aldus afgekochte kerkgenootschappen de verkregen gelden niet met verwaarloozing van de rechten der leeraren en hunne nagelaten betrekkingen zullen besteden, dunkt ons uitermate billijk en zal dan ook wel geen bezwaar bij iemand ontmoeten. De aldus door den Staat aan de Kerkgenootschappen bij wijze van restitutie van vroeger begaan onrecht uitgekeerde kapitalen behooren voor het doel besteed te worden, waarvoor de oorspronkelijke fondsen bestemd waren. En de Staat mag in dit opzicht waarborgen eischen. Anders zouden deze kerkgenootschappen de aldus uitgekeerde gelden wel eens voor een heel ander doel kunnen gebruiken.

Maar dit raakt de nadere uitvoering. Hoofdzaak is voor ons, dat ook de heer Schaper erkent, dat er hier van zekere rechten der Kerk sprake kan zijn, en niet met een pennekras deze rechten vernietigen wil. Hij neemt te dien opzichte geheel hetzelfde standpunt als wij. Was de uitbetaling dezer tractementen niet anders dan een gunst van de Overheid geweest, dan zou van een afkoopen dezer verplichting geen sprake kunnen zijn. Wanneer de Regeering tot liquidatie van Art, 171 overgaat, zal zij dus op den steun der sociaaldemocraten mogen rekenen.

Ook wat de tweede alinea betreft, d.w.z. de tractementen en pensioenen, die bij wijze van vrijwillige subsidie aan de Dienaren der Kerken gegeven worden, neemt de heer Schaper hetzelfde standpunt in als de antirevolutionaire partij. Deze subsidies, waarvoor geen historische gronden zijn, behooren zonder meer te vervallen. Ook de grond, dien hij voor zijn voorstel aanvoert, is in hoofdzaak volkomen juist. Het is onbillijk, dat de Staat - aan de bur­ gers belastingen oplegt om daaruit deze subsidies te betalen, die slechts voor een deel dier burgers bestemd zijn. Teekenend is het echter, dat de heer Schaper daarbij blijkbaar alleen denkt aan de Nederlanders, die buiten de Kerkgenootschappen bevre-, diging zoeken voor hun religieuse behoefte ^• d.w.z. aan vrijzinnigen en modernen, nj.^ niet aan de leden der Kerkgenootschapp die geen subsidie ontvangen. Tot dez laatste groep behooren zeker meer dan een half millioen. Maar de heer Schaper rekent met deze groep niet, of althans noemt ze niet. Hij voelt blijkbaar alleen voor de eerste groep, wier aantal in ons land nog altoos zeer gering is.

Maar al is er dan wel een enkele aanmerking op dit voorstel te maken, toch zijn we dankbaar dat de heer Schaper Artikel 171 uitdrukkelijk ter sprake heeft gebracht. Dat de Grondwets-herzieningscummissie in haar geheel dat niet deed en ook Prof. Anema in zijn nota er geen gewag van maakte, zal wel daaraan liggen, dat de Regeering reeds bezig is met maatregelen te overwegen om de verplichtingen uit Artikel 171 voortvloeiende, te hquideeren. Met het oog op deze Regeeringsplannen kon het zelfs overbodig schijnen, dat de Commissie een wijziging of wegneming van Artikel 171 voorstelde.

Maar al kunnen we de onthouding van de Commissie op dien grond wel begrijpen, toch schijnt het ons, dat het voorstel van den heer Schaper niet zoo geheel overbodig is als het lijkt. Vooreerst zou de Regeering door een uitdrukkelijk voorstel der Commissie om Artikel 171 te schrappen of te wijzigen, een zedelijken steun hebben ontvangen bij hare onderhandelingen met de kerkgenootschappen en hare strak^ bij de Tweede Kamer in te dienen voorstellen. En ten tweede zal, wanneer met vreder-/ijdsch goedvinden de liquidatie jlaats vindt. Artikel 171 overbodig zijn gewwden en dan toch moeten wegvallen.

In hoeverre de afzonderlijke voors/ellen in zake Hoofdstuk VI door Professor Aiema en den heer Schaper ingediend, kans htbben in de Tweede Kamer aangenom n te worden, weten we niet. Ook blijft natlurlijk af te wachten, hoe de Regeering mjt deze afzonderlijke voorstellen handelen al. Ze is aan de voordracht van de meerfcrheid der Grondwetsherzieningscommissil niet gebonden. Maar wat ook de ófl > o\ moge wezen, we zijn dankbaar, dat vooiil door Prof. Anema een poging beproefd is om tot een betere regeling van de poJtie der Kerken in ons Staatsrecht te komen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 december 1920

De Heraut | 4 Pagina's

De Grondwetsherziening.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 december 1920

De Heraut | 4 Pagina's