125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 88
de faculteit der godgeleerdheid en haar kerken
maakt over de series, in die zin dat in sommige vakken naar hun oordeel te weinig college werd gegeven.87 Verder blijkt uit het verslag dat deputaten zich bezonnen hadden op een verbetering van het contract, maar deze gedachtewisseling was min of meer opgeschort in verband met de gesprekken over een mogelijke vereniging met de Theologische School. Het zal duidelijk zijn dat laatstgenoemde zaak de gemoederen van deputaten en synode meer heeft bezig gehouden dan de gang van zaken aan de faculteit zelf. Het werk van deputaten overziende, kan geconstateerd worden dat zij dit zeer serieus hebben aangepakt. Een en ander is ten koste gegaan van de vrijheid van de faculteit. Die vrijheid zou met het aangepaste contract van 1908 nog verder worden beperkt. De vraag is of dít het door A. Kuyper gewenste verband tussen faculteit en kerken was. Deze faculteit was bepaald niet vrij van de kerk als instituut, integendeel. De kerk als instituut bepaalde in hoge mate de gang van zaken. Het was echter niet opportuun daartegen nu te protesteren. Daarvoor ging het in deze jaren nog al te zeer om het overleven van de faculteit. Pas in 1912 zou A. Kuyper kritische kanttekeningen bij de aard van deze relatie zetten. Maar toen was het te laat.
waar het om ging De hier beschreven jaren zijn wel eens de minst aangename jaren uit de geschiedenis van de Gereformeerde Kerken in Nederland genoemd.88 Waarom maakte men zich zó druk over de opleiding dat de eenheid van de kerken op het spel stond? Dit kan mijns inziens geduid te worden als het gevolg van verschillen in geloofsbeleving. In de discussies over Kuypers theologie en over de opleiding is dat de harde kern geweest. Een deel van de voormalig afgescheidenen en dolerenden beleefde het geloof en het christen-zijn verschillend. En om die reden kozen ze bij de verantwoording van hun geloof verschillende termen en constructies, zodat ze elkaars intenties niet altijd goed begrepen. C. Augustijn en J. van den Berg, die na D. Nauta de leerstoel van H. H. Kuyper hebben bezet, hebben getracht een schets te geven van de spiritualiteit van respectievelijk de dolerenden en van de afgeschei-
Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 87
87
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's