GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 41

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 41

Een geschiedenis van Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

de vu en de natuurwetenschappen in de jaren 1880-1927

40

natuurkundige faculteit aan de Vrije Universiteit’.61 Woltjer betoogde daarin dat op praktische gronden nu eerst moest worden gewerkt aan de oprichting van een natuurkundige faculteit. Een van zijn argumenten was dat de medische faculteit zich zonder een wis- en natuurkundige faculteit nooit verder zou kunnen ontwikkelen. Hij trachtte ook tot een ruwe berekening van de minimale kosten van een natuurkundige faculteit te komen, waarbij hij voor de eerste periode tot een bedrag van f 40.000 per jaar kwam.62 Concrete actie voor een wis- en natuurkundige faculteit bleef echter uit en ook de uitbouw van de medische faculteit stokte. Toen begin jaren twintig H. Colijn aantrad als directeur sprak hij op de jaarvergadering van 1922 te Leeuwarden over ‘De toekomst van het vrije hoger onderwijs’. In deze rede schetste hij de situatie van de vu en het, zijns inziens, enige realistische scenario voor de toekomst. Colijn stelde voor om, gezien de zorgelijke financiële situatie van de Vereeniging, het plan voor een volledige zelfstandige universiteit los te laten. Er kon beter samenwerking worden gezocht met andere universiteiten, waarbij de vu zich dan zou moeten richten op de principiële vakken. Want, zo betoogde Colijn, er waren immers ook vakken, waarbij de beginselen geen rol zouden spelen en het was niet noodzakelijk om die vakken aan de vu te gaan doceren.63 Hoewel ook Kuyper, Bavinck en Woltjer hadden erkend dat er een gemeenschappelijk terrein bestond in de wetenschap, gingen bij velen toch de alarmbellen rinkelen nu werd beweerd dat dit terrein wel eens een heel vakgebied zou kunnen betreffen. Ondanks het feit dat Colijn veel aanzien genoot, kwam er op zijn voorstellen dan ook de nodige kritiek, zowel vanuit de achterban als vanuit de kring van vu-hoogleraren en -bestuurders. De theoloog F. W. Grosheide stelde verontwaardigd: ‘De neutrale zône is bij het hooger onderwijs zóó klein, dat ze feitelijk niet te vinden is. Dat geldt zelfs de laboratoria.’64 In een zestal hoofdartikelen in De Standaard zette Colijn zijn plannen nader uiteen. Hoewel hij enige nuances aanbracht, hield hij vast aan zijn analyse dat de financiële situatie ertoe noopte deze meer pragmatische koers te varen. Zijn raad werd niet gevolgd en in een vergadering van 24 maart 1923 werd besloten om de medische faculteit verder uit te bouwen.65 De opbouw van deze faculteit werd echter doorbroken toen Buytendijk in 1924 een benoeming tot hoogleraar in Groningen aanvaardde en Bouman in 1925 naar Utrecht vertrok. Dit was met name een teleur-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 41

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's