GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 154

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 154

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

nieuwe benoemingen

de rol die hij als voorzitter van de classis Amterdam speelde toen de kwestie-Geelkerken zich aandiende. Het was onder zijn leiding dat de classis besloot de Amsterdamse én de Kamper hoogleraren om advies te vragen. Met dit alles was zijn kerkelijke en theologische positie gemarkeerd. Zijn benoeming aan de vu heeft ongetwijfeld het degelijke en betrouwbare imago van de vu en van de theologische faculteit bij de achterban bevestigd. In dezelfde weken dat overlegd werd over zijn benoeming, werd overleg gevoerd met de ‘dissidente’ hoogleraren Woltjer, Pos, Diepenhorst en Zevenbergen, die zich achter Geelkerken hadden geschaard. Vanuit kerkpolitiek oogpunt was de keuze voor Waterink een goede zet. Hij was voor velen een vertrouwenwekkende figuur, wiens uitstraling ook de vu ten goede kwam.

conflict met deputaten Na de dood van Bavinck liepen de spanningen tussen faculteit en kerken verder op. Er waren klachten uit de kerken over kandidaten van de vu, deputaten waren niet geheel tevreden over de colleges, ze waren van mening dat sommige kandidaten ten onrechte hun kandidaatsbul hadden ontvangen en ze vonden dat er te weinig college werd gegeven. Een en ander leidde in 1924 en 1925 tot een intensieve briefwisseling tussen deputaten en faculteit.117 Het begon met vier brieven van deputaten, die alle op 14 juni werden geschreven.118 De faculteit antwoordde op 26 juni in één lange brief op alle aangegeven punten.119 In de eerste brief maakten deputaten bezwaar tegen de langdurige afwezigheid van de hoogleraren Hepp en Kuyper in verband met hun verblijf buitenslands.120 De afwezigheid van Kuyper kon men nog wel billijken, hij zou de synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland vertegenwoordigen bij de Gereformeerde Synode te Zuid-Afrika. Maar de reis van Hepp naar Noord-Amerika geschiedde niet in kerkelijke dienst. ‘Zeer belangrijke colleges staan zoo voor geruimen tijd geheel stil’. Deputaten beseften wel dat aan deze situatie nu niets meer veranderd kon worden, maar verzochten de faculteit in de toekomst met deze opmerkingen rekening te houden, ‘temeer waar toch reeds gedurende bijna een half jaar wegens vacanties geen colleges worden gegeven’. In haar antwoord van 26 juni 1924 merkte de faculteit op

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 153

153

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 154

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's