125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 354

de laatste jaren

da’s intentie nu juist geen voetnoot in zijn leven en werk betreft, maar daarvan de kern vormt, verklaart zijn heftige reactie. Het staat vast – hij heeft het zelf ook erkend – dat Baarda zich weinig over de hermeneutische vragen heeft uitgelaten, waardoor zijn werk en zijn intenties kunnen worden misverstaan. Dat lijkt me een betere verklaring dan, zoals Vos doet, voor deze botsing te verwijzen naar het zondebokmechanisme, waardoor de kerkelijke verlegenheid met de bijbelteksten neerkomt op het hoofd van Baarda.32 Bovendien doet zo’n reactie geen recht aan het probleem waar Stoker een antwoord op zoekt. Want sedert Kuyper aan Gunning de vraag stelde ‘bericht of gedicht?’ is duidelijk dat achter alle discussies over het gezag van de Schrift deze vraag niet de geringste is, namelijk de vraag in hoeverre wij ons moeten laten gezeggen door het realisme in geschiedwetenschap.33 In die zin is Kuyper levenslang een leerling van Leiden gebleven en heeft hij zich slechts ten halve bekeerd. Daarom bleven de Gereformeerde Kerken gedurende bijna een eeuw in het schootsveld van de historische kritiek liggen. Ook in haar reactie bij monde van haar theologen lieten zij zich door dat realisme gezeggen. Het is op deze vraag dat Stoker een nieuw antwoord wil formuleren. Het is nog te vroeg voor een evaluatie, maar het staat wel vast dat het klimaat aan de faculteit wat betreft het omgaan met de Schrift in de tweede helft van de jaren negentig behoorlijk is veranderd. Vos meende in 2003 zelfs sektarische neigingen aan de faculteit te kunnen constateren. Hij wees deze aan bij Talstra en bij M. C. de Boer, de opvolger van Baarda, bij de systematicus Van der Kooi, bij Vroom en bij Stoker. Dat klimaat omschreef hij poëtisch, met de woorden van de negentiende eeuwse vrijzinnige dominee/dichter E. Laurillard: ‘En de lucht was drukkend zwaar’.34

De christelijke traditie De afstand tot de manier waarop het belijden der kerk binnen de gkn fungeerde, was in de jaren zestig en zeventig steeds groter geworden. Sommige nieuwbenoemden hadden dan ook moeite met de ondertekening van de belijdenisgeschriften. Deputaten voerden hierover gesprekken met G. Dekker, K. U. Gäbler en Tj. Baarda. Tevens deden ze

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 353

353

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen